De NBA-commissie Integratie Theorie –Praktijkopleidingen wil het theoretische deel en het praktijkdeel van de accountantsopleidingen meer integreren en beter op elkaar afstemmen. Studenten/trainees doorlopen in het voorgestelde “synergiemodel” het theoriedeel en het praktijkdeel van de opleiding gelijktijdig.
De commissie hoopt met het rapport een impuls te geven aan een meer geïntegreerde benadering van de accountantsopleidingen, en met het oog hierop de samenwerking tussen de opleidingsinstituten en de beroepspraktijk te stimuleren.
Doel geïntegreerde benadering
Doel van een meer geïntegreerde benadering in de accountantsopleidingen is de effectiviteit en de attractiviteit van de opleiding(en) te verbeteren door de theoretische vorming en de vorming in de beroepspraktijk nadrukkelijker met elkaar te verbinden. Meer samenhang en afstemming tussen het theoretische deel en het praktijkdeel van de opleiding kan leiden tot minder tussentijdse uitval en verkorting van de gemiddelde studieduur.
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbeveling van de commissie is om het theoriedeel en het praktijkdeel van de accountantsopleidingen meer te integreren en in de tijd te laten samenlopen. Studenten/trainees doorlopen in het voorgestelde model het theoriedeel en het praktijkdeel van de opleiding gelijktijdig.
Meer spreiding theoretisch onderwijs
Het theoretische onderwijs (collegedagen/contacturen) kan (meer) worden gespreid binnen de drie praktijkopleidingsjaren. Dit bevordert de “bezinkingstijd” en een meer evenwichtige werk-/studiebelasting. De opleidingsduur (theorie en praktijk te samen) verandert hierdoor niet, aldus de commissie. In het studieschema kan zo beter rekening worden gehouden met de qua werkzaamheden drukste perioden in het jaar en de studiebelasting voor studenten. Het theoretische onderwijs zou hiertoe meer modulair en/of – in bepaalde delen van het jaar – in meerdaagse blokken kunnen worden aangeboden.
Synergie model
Het hierboven bedoelde ‘synergiemodel’ kan worden gerealiseerd door (verdergaande) samenwerking tussen de bij het verzorgen van de theoretische opleidingen en de praktijkopleidingen betrokken partijen. De commissie bepleit hiertoe de band tussen het beroep en het opleidingsveld, tussen de “theoretische opleiders en de praktijkopleiders” te versterken. Onderwijsinstellingen kunnen bijdragen aan onderdelen van de praktijkopleiding, bijvoorbeeld bij gerichte training van de ‘soft skills’ en andere competenties die met name in de praktijkopleiding verder moeten worden ontwikkeld, zo schrijf de commissie in het rapport.
Aanvulling op nieuwe eindtermen
Het rapport kan tevens worden gezien als een aanvulling op de nieuwe eindtermen van de CEA, voor het nieuwe opleidingsmodel voor de opleidingen tot AA en RA dat de komende jaren tot stand zal komen.
Geef een reactie