De crowdfundingsector bestaat nog niet lang en daarom is het lastig conclusies te trekken. Maar op basis van huidige inzichten is de AFM van mening dat consumenten de risico’s van crowdfunding onderschatten.
De toezichthouder evalueert momenteel de crowdfundingvoorschriften die per 1 april 2016 zijn geïntroduceerd. Dit doet zij met een consultatieronde verschillende consumentenonderzoeken. Met als doel de effectiviteit van het toezicht op de crowdfundingsector en de werking en voorschriften te verbeteren.
Onderschatting risico’s
Op basis van de eerste uitkomsten komt de AFM tot de voorlopige bevinding dat een deel van de investeerders de risico’s van crowdfunding onderschat. Een groep investeerders schat de kans op mislukking van een project in op minder dan 2,5%. Dat lijkt, op basis van de huidige kennis, geen realistische inschatting, aldus de toezichthouder. Daarnaast acht ongeveer 40% van de respondenten de risico’s van crowdfunding lager dan die van beleggingsfondsen én aandelen.
Risicokwalificatie
Consumenten vinden de risicokwalificatie die een crowdfundingplatform aan een project geeft belangrijk. ‘Maar’, benadrukt de AFM, ‘de investeerder zal zelf ook een gedegen analyse moeten doen.’ Tegelijkertijd vormt dit voor de toezichthouder ook aanleiding om scherper te kijken naar de wijze waarop de platformen projecten beoordelen en hoe ze klanten daarover informeren.
Risico’s onduidelijk
De risico’s bij crowdfundbeleggen zijn nog onduidelijk. De AFM raadt consumenten aan een verantwoord deel van hun vermogen in crowdfunding te investeren. En dit te spreiden over meerdere projecten. Als richtlijn hanteert zij maximaal 10% van het vrij belegbaar vermogen. De AFM komt tot de voorlopige conclusie dat crowdfunding-investeerders regelmatig een hoger percentage van hun vrij belegbaar vermogen investeren in crowdfunding.
De rapportage van de volledige evaluatie wordt in het voorjaar van 2017 verwacht.
Geef een reactie