Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de rekenregels per 1 juli 2017 gepubliceerd. In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2017 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau. Ook zijn de belangrijkste beleidswijzigingen met betrekking tot deze uitkeringsbedragen opgenomen.
Aanpassing daglonen per 1 juli 2017
Het afgeronde (bruto)minimumloon wordt per 1 juli aanstaande met 0,89% verhoogd. De daglonen van de uitkeringen WAO/WIA, WW en ZW zullen per 1 juli aanstaande eveneens met dat percentage worden verhoogd.
Minimum(jeugd)lonen
In de rekenregels worden ook de minimum(jeugd)lonen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro’s, exclusief vakantietoeslag) genoemd.
Uitkeringen op minimumniveau
Bijlage II.1 van de rekenregels bevat een overzicht van de AOW- en Anw-uitkeringen. Deze worden afgeleid van het referentieminimumloon. Conform de systematiek van de netto-netto-koppeling zijn de brutobedragen aangepast ten opzichte van die van 1 januari 2017.
Toeslagenwet
De Toeslagenwet verstrekt een aanvulling op de loondervingsuitkering krachtens de Werkloosheidswet, Ziektewet (vangnet), Wajong, WAO, WIA, IOW en Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen (WAMIL), indien het inkomen van de betrokkene achterblijft bij het relevante sociaal minimum. Het normbedrag voor gehuwden is gekoppeld aan 100% van het bruto referentieminimumloon. Het normbedrag van alleenstaanden vanaf 22 jaar bedraagt 70% van het netto referentieminimumloon terwijl de normbedragen van 18- t/m 21jarigen zijn gekoppeld aan 75% van de desbetreffende nettominimumjeugdlonen. De toeslagnorm voor alleenstaande ouders is per 1 januari 2015 vervallen met de Wet hervorming kindregelingen. Ook bij de netto gekoppelde uitkeringen van de Toeslagenwet is rekening gehouden met de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon sinds 1 januari 2012. In bijlage II.3 zijn de nieuwe normbedragen opgenomen. De toeslag bedraagt het verschil tussen de bruto-uitkering en het betreffende normbedrag, waarbij voor sommigen de toeslag is gemaximeerd. Vanaf 1 juli 2016 geldt de kostendelersnorm in de TW voor 21-jarigen en ouder. Op basis van de overgangsregeling is de norm per 1 juli 2017 vastgesteld op 60% van het minimumloon voor 22jarigen en ouder en op 65% van het nettominimumjeugdloon voor 21-jarigen. In bijlage II.3 worden de desbetreffende bedragen vermeld.
Gemiddelde premie Sectorfondsen
In de Wet financiering sociale verzekeringen is geregeld dat over uitkeringen een sectorpremie wordt geheven die is gebaseerd op de gemiddelde sectorpremie van het voorgaande jaar. De over uitkeringen te heffen sectorpremie bedraagt per 1 januari 2017 1,77%. Overigens geldt het gemiddelde percentage niet wanneer de uitvoeringsinstelling de uitkering via de werkgever betaalt. In dat geval worden de bedrijfstakpercentages toegepast.
Geef een reactie