Een RA heeft van de Accountantskamer een waarschuwing gekregen voor het onvoldoende toepassen van wederhoor bij een omvangrijk onderzoek naar de handel en wandel van een ontslagen werknemer, tegen wie de werkgever een rechtszaak is begonnen.
De klacht was ingediend door een medewerker van een voormalig werknemer/trader bij een internationale onderneming die zich onder meer bezighoudt met papieren transacties en het speculeren op fysieke transacties betreffende biobrandstoffen. Hij is in 2015 op staande voet ontslagen nadat was gebleken dat hij op eigen naam had gewerkt voor een belangrijke handelspartner van de onderneming en data had gemanipuleerd. Dat bleek uit een onderzoek dat de RA voor de onderneming had uitgevoerd. Die wilde een verklaring voor een plotseling miljoenenverlies.
De bevindingen waren onder meer dat bij de waardering van bepaalde posities onjuiste marktprijzen zijn gehanteerd. Bestaande deals werden niet altijd weergegeven en anderzijds waren er ook niet-bestaande deals in de boeken opgenomen. “Er is dan ook sterke aanleiding om te vermoeden dat de waargenomen handelsactiviteiten niet het resultaat zijn van een aaneenschakeling van fouten. Ze lijken eerder het beoogde resultaat van handelingen van de heer [de medewerker].”
Klacht bij Accountantskamer
De werkgever gaat naar de rechter om de schade te verhalen op de ontslagen medewerker. Die stapt op zijn beurt naar de Accountantskamer. De RA heeft in zijn ogen een onduidelijke opdracht uitgevoerd en ten onrechte het rapport naar buiten gebracht. De conclusies die hij trekt in het rapport zijn bovendien niet te herleiden tot (objectieve) bronnen. Tot slot is er onvoldoende wederhoor toegepast door relevante delen van het
rapport niet ten behoeve van wederhoor aan klager beschikbaar te stellen.
Geen NV COS 4400
De Accountantskamer vindt niet dat er een onduidelijke onderzoeksopdracht was en is het bovendien niet met de klager eens dat er sprake was van een opdracht op basis van NV COS 4400. “De opdracht had uitdrukkelijk een ruimere strekking dan een opdracht op grond van NV COS 4400. Betrokkene heeft in zijn rapport dan ook terecht geen melding gemaakt van deze standaard en heeft zijn rapport terecht niet volgens deze standaard ingericht.” Verspreiding had dan ook niet beperkt hoeven worden tot degenen met wie de uit te voeren werkzaamheden zijn overeengekomen.
Belang in civiele procedure
De RA wist bij zijn opdracht dat de onderneming de werkgever voor de geleden schade aansprakelijk wilde stellen. De Accountantskamer benadrukt het belang van zorgvuldigheid in zo’n situatie. “Klager diende er dan ook rekening mee te houden dat zijn rapport in een civiele procedure zou worden gebruikt ter onderbouwing van het standpunt van [de onderneming]. Gelet op de toegevoegde waarde die in het maatschappelijk verkeer aan een accountantsrapport in een gerechtelijke procedure wordt toegekend en het algemene belang dat rechtspraak op objectieve waarheidsvinding berust, dient de betrokken accountant in een dergelijk geval ervoor zorg te dragen dat zijn rapportage de waarheidsvinding niet belemmert door zijn rapport niet vooral toe te spitsen op het belang van zijn opdrachtgever. Indien de accountant in zijn rapport conclusies trekt, dienen deze een deugdelijke grondslag te hebben en zal uit het rapport duidelijk moeten zijn op welke bevindingen de conclusies zijn gebaseerd en aan welke bronnen de accountant de bevindingen ontleent.”
Omdat de conclusies een grote rol spelen in de civuele procedure, had de RA moeten zorgen voor een deugdelijke grondslag, door de door hem gevonden informatie zoveel mogelijk te verifiëren en door ook op zoek te gaan naar informatie die een ander licht op de zaak zou kunnen werpen. Hij diende ook ten aanzien van zijn voor deze conclusies relevante bevindingen wederhoor toe te passen en naar aanleiding van de wederhoor zo nodig nader onderzoek te verrichten.
Neutraliseren of annuleren?
De meeste klachten van de ontslagen werknemer worden door de Accountantskamer ongegrond verklaard. Op enkele onderdelen na. Zo heeft de RA in het rapport geconcludeerd dat de werknemer contracten heeft verwijderd. De werknemer vindt echter dat ten onrechte niet is beoordeeld of er wellicht andere contracten voor de geannuleerde contracten in de plaats zijn gekomen en of er wel sprake is geweest van benadeling. In het rapport wordt aangegeven dat het geen gebruikelijke zakelijke werkwijze is om transacties vóór hun definitieve einddatum in te trekken. Maar de werknemer bestrijdt dat. “Neutraliseren (dat wil zeggen financiële afwikkeling) vóór de einddatum was indien gewenst toegestaan en zou altijd bevestigd worden (hetzij direct of via de broker).”
In het rapport is in reactie op de wederhoor opgemerkt dat een verschil bestaat tussen intrekken en neutraliseren. Waar het mogelijk tot de dagelijkse praktijk behoorde om transacties te neutraliseren, is het de ervaring van de opstellers van het rapport dat het niet gangbaar is om transacties veelvuldig in te trekken. Daarmee heeft de RA de klager onvoldoende recht gedaan, oordeelt de Accountantskamer. “Betrokkene heeft een eigen interpretatie gegeven van het door klager gebruikte begrip neutraliseren – ‘neutraliseren is wat anders dan annuleren’-, zonder eerst na te gaan wat klager met het niet eenduidige begrip neutraliseren bedoelde.” Daarmee is de RA onvoldoende zorgvuldig geweest.
Belang wederhoor
De klager krijgt van de tuchtrechter ook gelijk met zijn klacht dat enkele onderdelen van het rapport niet eerst ter wederhoor zijn voorgelegd. Het gaat om verklaringen van twee betrokkenen dat zij niet op de hoogte waren van de betreffende transacties. “Een algemene verplichting om iedere verklaring van een derde ter wederhoor voor te leggen bestaat niet, maar wanneer het in een bepaald geval voor het verkrijgen van een deugdelijke grondslag dienstbaar is om een verklaring van een derde ter wederhoor voor te leggen, dient dat wel te gebeuren.” Ook het hoofdstuk van het rapport met de berekening van de geleden schade is ten onrechte niet aan de ontslagen medewerker voorgelegd.
De Accountantskamer legt de RA een waarschuwing op: “In dit verband overweegt de Accountantskamer allereerst dat het onderzoek van betrokkene een uitermate omvangrijk en complex karakter had en in korte tijd moest worden verricht en vervolgens dat van de talloze klachten tegen betrokkene slechts enkele klachten gegrond zijn. Anderzijds heeft betrokkene op een belangrijk punt, dat van noodzakelijk wederhoor, steken laten vallen.”
Geef een reactie