De proef van verzekeraars en het OM om verzekeringsfraude aan te pakken, krijgt nog niet veel handen op elkaar. Bij de nieuwe aanpak spoort de verzekeraar zelf fraude en fraudeur op, zonder tussenkomst van de politie. Het leverde tot nu twee strafzaken op. Strafrecht-experts hebben twijfels over de onafhankelijkheid van de methode.
Het Verbond van Verzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland, de politie en het Openbaar Ministerie hebben twee jaar terug een convenant afgesloten met als doel verzekeringsfraude effectiever aan te pakken. Dat heeft geleid tot een ‘proeftuin publiek-private samenwerking’ waarbij de verzekeraar zelf de fraude onderzoekt en het dossier daarna overdraagt aan het OM. ‘De politie kan de beschikbare capaciteit aan financieel rechercheurs dan inzetten in strafrechtelijke onderzoeken naar andere vormen fraude, bijvoorbeeld gerelateerd aan georganiseerde criminaliteit die nu blijven liggen.’ Verzekeraars ontdekken jaarlijks voor zo’n € 100 miljoen aan fraude (cijfer 2017), maar veel gevallen komen nooit voor de rechter. Het OM hoopt dat meer strafvervolging van fraudeurs ook een afschrikwekkende werking heeft.
Twee zaken
Verzekeraars kunnen verzekeringsfraudeurs nu al via het civiele recht sancties opleggen. Er zijn zo’n 400 medewerkers in de verzekeringsbranche actief die speciaal zijn opgeleid voor fraudeonderzoek. ‘In de proeftuin is het de bedoeling om het toedrachtsonderzoek, gedaan door de verzekeraar, in te brengen in het strafproces en de rechter te laten beoordelen in hoeverre het onderzoek van de verzekeraars, al dan niet met aanvullend onderzoek door de politie, kan leiden tot een strafrechtelijke veroordeling.’ Het experiment heeft tot nu toe twee zaken opgeleverd. Die stonden donderdag op de rol. In een van de zaken gaat het om het in scene zetten van een ongeval, waarbij € 5.400 werd geclaimd. Verzekeraar Achmea zag dat het aanrijdingsformulier was vervalst en stelde zelf het strafdossier samen. Uit eigen onderzoek bleek dat de auto’s meerdere keren op elkaar zijn gebotst.
Tunnelvisie
Emeritus hoogleraar strafrecht Anton van Kalmthout heeft weinig op met de proeftuin, zegt hij tegenover het AD: ‘Ik hoop eerlijk gezegd niet dat het lukt. We proberen bij de politieverhoren al tunnelvisie te voorkomen. Maar tunnelvisie kun je nóg eerder verwachten van een verzekeringsmaatschappij, die belang heeft bij de opsporing en het terugkrijgen van zijn geld.’ Opsporing mag alleen worden gedaan door de politie of het OM, vindt hij. ‘Krijgen de verdachten wel een eerlijk proces wanneer de benadeelde verzekeraar als detective optreedt?’ Achmea zou de verdachten hebben verhoord zonder hen te wijzen op hun zwijgrecht of recht op een advocaat. Een gebruikte tolk voor één van de verdachten was niet beëdigd.
Bewijzen is lastig
Jeroen Soeteman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, vindt opsporing door particulieren ook geen goed idee. ‘Wat is de volgende stap? Geven we burgers straks twee pistolen per straat, omdat er geen geld is voor surveillance?’ Soeteman denkt dat een proefproces weinig kans heeft. ‘Zo’n onderzoek is bepaald niet onafhankelijk en weegt qua bewijswaarde veel minder zwaar dan een proces-verbaal van de politie. Als de verdachte blijft ontkennen, wordt het heel lastig te bewijzen dat hij de fraude echt heeft gepleegd.’
Voorlopig lijkt ook de Rotterdamse rechter nog weinig vertrouwen te hebben in de proeftuin verzekeringsfraude. Die heeft de twee zaken aangehouden en wil eerst een heldere uitleg van het OM waarom ze denkt dat vervolging van verdachten mogelijk is zonder politieonderzoek. De zaken worden nu naar verwachting in oktober behandeld.
Geef een reactie