Als accountant taken delegeren aan een medewerker? Moet (soms) kunnen, maar fatsoenlijk toezicht op de uitvoering is dan wel een vereiste. Een RA schoot volgens de Accountantskamer tekort toen een medewerker een fout maakte in een maandrapportage, waardoor de klant een veel te rooskleurig beeld kreeg van de eigen financiële positie. De RA krijgt daarom een waarschuwing opgelegd.
Uitspraak: 19-1097 RA
Schildersbedrijf
Het accountantskantoor waar de RA werkt verrichte sinds 2015 werkzaamheden voor een schildersbedrijf. In 2017 en 2018 bevestigde de RA opdrachten voor het samenstellen van de jaarrekening en het verrichten van overige werkzaamheden. Op het kantoor van het schildersbedrijf werden maandelijks administratieve werkzaamheden uitgevoerd door een medewerkster van het accountantskantoor. Ze voerde daar controles en correcties uit op de administratie. Voor intern gebruik stelde ze bovendien elke maand een uitgedraaid kolommenoverzicht en een maandelijkse winst- en verliesrekening (zonder grondslagen en toelichting) ter beschikking aan het schildersbedrijf.
Fout in maandrapportage
In de maandrapportage van januari 2018 van de medewerkster sloop echter een fout: de onderhanden werk (OHW) positie per 31 december 2017 werd per abuis niet in de rapportage van januari 2018 gestorneerd. Het schildersbedrijf kreeg hierdoor een positiever beeld dan feitelijk het geval was. Het bedrijf spande vervolgens een tuchtzaak aan tegen de RA. Bij de Accountantskamer werd hem verweten geen controle uitgevoerd te hebben op de maandrapportages. Het schildersbedrijf stelde aanzienlijke schade te hebben geleden doordat de fouten in de administratie niet tijdig boven water waren gekomen. Ook werd hem verweten misbruik te hebben gemaakt van het liquiditeitsprobleem van het bedrijf door te dreigen met kostenverhogende maatregelen bij niet-betaling van facturen. Bovendien zou hij het ongefundeerde standpunt hebben ingenomen dat de bedrijfsvoering van het schildersbedrijf ondeugdelijk is en daarover niet tijdig met het bedrijf hebben gecommuniceerd.
Toezicht onvoldoende
Van die laatste klachtonderdelen blijft niets overeind, maar de Accountantskamer oordeelt dat de RA wat de controle op de medewerker betreft wel degelijk tekort schoot:
‘Betrokkene heeft de opdracht aanvaard tot het samenstellen van de jaarrekening 2017 en 2018 van klaagster en het voeren van de administratie van de vennootschap op basis van door klaagster te verstrekken informatie. Voor die werkzaamheden wordt zijn vakbekwaamheid als accountant aangewend en deze kunnen worden aangemerkt als een professionele dienst als bedoeld in artikel 1 VGBA. Op grond van artikel 14 VGBA geldt dat een accountant ervoor zorgt dat degene die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een professionele dienst, hiervoor adequaat is toegerust en dat er toereikende begeleiding van, toezicht op en beoordeling van deze werkzaamheden plaatsvindt. De administratieve dienstverlening werd uitgevoerd door [D]. Van betrokkene mocht derhalve worden verwacht dat hij daarop het in artikel VGBA bedoelde toezicht hield of daarop controle had gehouden. Betrokkene heeft erkend dat [D] bij de uitvoering van de aan haar opgedragen taak begin 2018 een fout heeft gemaakt waardoor de OHW positie per 31 december 2017 niet in de rapportage van januari 2018 is gestorneerd. Gelet op het bepaalde in artikel 14 VGBA kan betrokkene daarvoor, ook al is daarover geen specifieke afspraak met klaagster gemaakt, in het kader van zijn opdracht verantwoordelijk gehouden worden. Door toereikend toezicht na te laten heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekaamheid en deskundigheid’
Geef een reactie