Kamerleden Maarten Groothuizen (D66) en Michiel van Nispen (SP) zien weinig in een voornemen van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid om meer gebruik te maken van zelfonderzoek, waarbij een verdacht bedrijf de veronderstelde fraude of corruptie laat onderzoeken door advocaten die door het bedrijf zelf zijn ingehuurd.
Het Openbaar Ministerie zou zich in dat geval bij een eventuele vervolging en afdoening moeten baseren op zulke onderzoeken. Daarbij ligt het risico op de loer dat het OM zich baseert op partijdig en zelfs misleidend onderzoek, stellen de beide Kamerleden in een opiniebijdrage in het FD.
Baker Tilly
Groothuizen en Van Nispen noemen de zaak rond Baker Tilly waarbij Romke van der Veen werd berispt als voorbeeld van de risico’s van zelfonderzoek: ‘In een strafzaak tegen accountantskantoor Baker Tilly wees het OM op basis van zelfonderzoek van Baker Tilly een ondernemer aan als verdachte. Een misleidende feitenselectie in het rapport gaf het beeld dat de ondernemer bewust aanstuurde op belastingontduiking. Het zelfonderzoek wees ook een enkele fiscaal adviseur van Baker Tilly als zondebok aan, de rest van het bedrijf bleef buiten schot. Maar in een civiele zaak aangespannen door de ondernemer kwam boven dat binnen Baker Tilly de illegale constructie in detail was besproken in een genotuleerde vergadering. De inhoud van deze notulen was door de advocaten uit het rapport weggelaten. Het toont hoe het OM kan worden misleid. En hoe frauderende bedrijven hun straf grotendeels kunnen proberen te ontlopen door derden voor de bus te gooien.’
Waarborgen
Minister Grapperhaus dient daarom wat de Kamerleden betreft eerst serieus te onderzoeken of er waarborgen denkbaar zijn waaronder zelfonderzoek door advocaten verantwoord is. Ook zou hij werk moeten maken van uitbreiding van de capaciteit van OM en opsporingsdiensten, om fraude en corruptie bij bedrijven goed te onderzoeken. ‘Dan is er ook minder noodzaak dit belangrijke werk uit te besteden’, stellen de D66’er en SP’er.
Bron: FD
LAMA zegt
Het idee dat je een kat op het spek moet binden wordt ook wel aangeduid als socialisering. Hier in deze setting heeft het twee grote voordelen. Voor het ministerie een kostenbe-sparing want het bedrijf betaalt. In de stelling: “wie betaalt bepaalt” ligt het tweede voordeel. De betrokken Advokaat, Accountant of Adviseur zal vanwege de financiële afhankelijkheid het klantbelang maximaal dienen door met de klant de meest haalbare minimale publieke ruis te veroorzaken en dat dan mede door de verantwoordelijkheid bij een collectief te leggen zodat
niemand de schuld kan hebben of krijgen.