Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) handhaaft de berisping die de Accountantskamer eerder oplegde aan Romke van der Veen. Als bestuursvoorzitter van Baker Tilly gaf Van der Veen zijn goedkeuring aan ontoelaatbare belastingconstructie.
Cyprus-constructie
Van der Veen was controlerend accountant van Spits Wallcoverings, een bedrijf in woondecoratie. De Accountantskamer legde de berisping op omdat de Baker Tilly-topman de post ‘royalty’s’ onvoldoende kritisch had gecontroleerd. Ook het CBb oordeelt vandaag dat de accountant kritischer had moeten zijn en meer controle-informatie had moeten verzamelen. De jaarlijkse betaling van royalty’s volgde uit een door fiscalisten van Baker Tilly geadviseerde truststructuur. Over de fiscale toelaatbaarheid van die constructie was intern al het nodige te doen geweest. De belastingconstructie maakte gebruik van de zogenoemde ‘Cyprus-route’, waarbij tonnen aan belasting werd ontweken. De ondernemer betaalde een trustmaatschappij geld voor merkrechten die hij zelf had gekocht en doorverkocht aan een trustmaatschappij op Cyprus. Dat geld belandde vervolgens op een privérekening van de ondernemer, zonder dat er belasting over werd betaald.
Verzuimd te melden
De belastingdienst accepteerde de belastingontwijking niet. De AFM legde Baker Tilly een boete op wegens ‘niet voldoende beheersing van integriteitsrisico’s’, die door de Rechtbank Rotterdam werd bekrachtigd. De accountant had zich beter moeten verdiepen in de constructie in plaats van te vertrouwen op de geruststellende woorden van zijn collega-fiscalisten die de constructie zelf hadden bedacht, oordeelt nu ook het CBb. Vanwege het gebruik van tussengeschakelde, buitenlandse of aangekochte rechtspersonen zonder duidelijke legitieme fiscale, juridische of commerciële reden, had de accountant bovendien de trustconstructie moeten melden als ongebruikelijke transactie. De hoger beroepen van de accountant acht het CBb ongegrond.
Opgestapt in 2014
In 2014 stapte Van der Veen op als bestuursvoorzitter, naar aanleiding van ‘mogelijke betrokkenheid bij een fiscaal ontoelaatbare structuur voor een directeur-grootaandeelhouder’, zo maakte Baker Tilly Berk destijds zelf bekend. Hij bleef wel partner bij het kantoor. In 2016 werden de zaken tegen de oud-bestuursvoorzitter en een ex-partner van Baker Tilly Berk geseponeerd wegens gebrek aan bewijs voor betrokkenheid bij de dubieuze fiscale constructie. Daarop startte het OM een tuchtzaak tegen de oud-bestuursvoorzitter en een ex-partner.
Geen zwaardere straf
De eigenaar van Spits Wallcoverings, Coen Klawer, diende ook een tuchtklacht in nadat het OM tegen hem een strafzaak opende. Volgens hem verdiende de accountant een zwaardere straf, vooral omdat hij direct betrokken zou zijn geweest bij het opzetten van de trustconstructie. Hiervoor ziet het CBb onvoldoende aanknopingspunten. Ook zijn hoger beroep is dus ongegrond. Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
Strafschikking
Behalve tuchtrechtelijk is de zaak nu ook strafrechtelijk afgerond. BTB heeft met OM een schikking getroffen voor 20.000 euro. Voor de negen natuurlijke personen die werden verdacht, is de strafzaak eveneens ten einde. Nu seponeert het OM ook – voorwaardelijk – de strafzaken tegen de ondernemer, diens financieel directeur en de direct betrokken belastingadviseur van BTB. De redenen hiervoor lopen uiteen. De ondernemer heeft de zaak fiscaal afgerond, de feiten erkend en blijft zitten met een grote schadepost. De financieel directeur was nauwelijks betrokken bij de belastingfraude. En de belastingadviseur is ontslagen.
De volledige uitspraak is via deze link te raadplegen.
Geef een reactie