Een weduwe beticht het Nijmeegse accountantskantoor Konings&Meeuwissen ervan dat het nog stukken van haar overleden man heeft. Die heeft zij nodig nu de curator haar aansprakelijk stelt voor het niet voldoen aan de administratieplicht.
Vaststellingsovereenkomst
K&M verrichte vanaf 2006 (accountants)werkzaamheden in opdracht van Hoekman Beheer Nijmegen en Hoekman Vast Goed. In 2014 overleed de eigenaar van beide bedrijven waarna zijn weduwe bestuurder van de BV’s werd. In 2016 stapte K&M naar de rechter omdat er nog facturen zouden openstaan. In 2017 sloten de partijen een vaststellingsovereenkomst waarin stond dat de zoon van de weduwe € 10.000 zou betalen aan K&M en dat K&M alle administratieve gegevens van de overleden klant en zijn bedrijven zou retourneren aan de weduwe. Het bedrag werd betaald aan het accountantskantoor, dat op haar beurt liet weten dat in de archieven geen originele stukken uit de administratie van de overleden ondernemer waren gevonden.
Administratieplicht
Intussen was de weduwe door de curator van Hoekman Vast Goed aansprakelijk gesteld voor het tekort in het faillissement, onder meer omdat zij niet had voldaan aan de publicatieplicht en de administratieplicht. De curator stelde dat zij niet had voldaan aan verzoeken om de administratie van de vennootschap te overhandigen. Nadat de weduwe een deurwaarder richting K&M had gestuurd liet het accountantskantoor weten dat zij na uitgebreid onderzoek toch een aantal originele bescheiden uit de administratie van de overleden ondernemer en zijn bedrijven had aangetroffen. K&M gaf deze stukken (grotendeels administratie over 2010, 2011 en 2012) af op het betrokken notariskantoor. Maar volgens de weduwe moesten er nog meer documenten bij het accountantskantoor liggen, onder meer bankafschriften en ordners uit 2013 en 2014. Ze stapte naar de kantonrechter. Die bepaalde in mei 2019 dat de weduwe niet had kunnen hardmaken dat K&M inderdaad de bedoelde stukken in zijn bezit had.
Emails bewijzen niets
De weduwe ging in hoger beroep. Zij liet een email zien van K&M waaruit zou blijken dat het accountantskantoor ook stukken uit 2013 had, die niet waren afgegeven. Het ging daarbij om deze zin van een medewerker van het accountantskantoor, in reactie op een emailbericht uit het kamp van de weduwe: ‘In jouw mail noem jij nu voor het eerst specifiek welke documenten je wenst te ontvangen; ik zal ervoor zorgen dat de betreffende documenten – voorzover door ons definitief uitgebracht – woensdag as aanwezig zijn.’ Maar het gerechtshof vindt dat uit deze e-mailwisseling niet kan worden afgeleid dat K&M beschikt over de jaarstukken over 2013, gelet op het nadrukkelijk gemaakte voorbehoud dat de gevraagde stukken aanwezig zouden zijn voor zover zij door K&M waren uitgebracht. Sterker nog, het accountantskantoor had de jaarstukken en belastingaangifte 2013 niet opgesteld omdat de opdracht daartoe was ingetrokken. Daarmee komt het gerechtshof tot de conclusie dat de weduwe ook in hoger beroep niet heeft kunnen bewijzen dat het accountantskantoor inderdaad over de bedoelde documenten beschikt.
Omdat het arrest de namen van de bedrijven en het accountantskantoor vermeldt, gebeurt dat in dit nieuwsbericht ook.
Lees hier het arrest.
Geef een reactie