Pels Rijcken is medeverantwoordelijk voor de omvangrijke fraude van notaris Oranje en hier niet zozeer zelf slachtoffer van. Dit schrijven Marcel Pheijffer (hoogleraar Accountancy Nyenrode) en Jeroen Princen (partner DVDW Advocaten) in het Nederlands Juristenblad.
Pheijffer en Princen, die zich op diverse openbare bronnen baseren, komen tot de conclusie dat onder meer de afwikkeling van de massaclaim door claimstichting Converium – die in handen was van Oranje – diverse (fraude)risico’s kende. Oranje kon zijn werk hiervoor om onduidelijke redenen onderbrengen in een aparte stichting, opgericht met behulp van enkele (voormalige) collega’s. Ook is volgens hen niet duidelijk of de onttrokken Converium-gelden à 9,5 miljoen euro zijn vermeld in de jaarlijkse opgave van de notariële derdengeldenrekening in de jaarrekening van Pels Rijcken, die door accountant Mazars werd gecontroleerd.
Onderzoeksplicht
Oranje gaf zijn eigen stichting in vier jaar tijd twee keer een andere naam. Hij deed dit met behulp van een (notaris-)kantoorgenoot. Zo kon hij dezelfde stichting gebruiken om gelden van rechthebbenden voor eigen gewin te onttrekken. Pheijffer en Princen vragen zich af ‘of binnen Pels Rijcken in dezen voldoende kritisch is gehandeld en of door het kantoor en de betrokken functionarissen is voldaan aan de onderzoeksplicht en zorgplicht’. Zo is het de vraag of de betrokken collega-notaris wel heeft onderzocht waarom de stichting werd hernoemd.
Escrow
In algemene zin schrijven de auteurs niet te begrijpen waarom de wetgever en het BFT nog toestaan dat een notaris bij hetzelfde kantoor dit soort werkzaamheden mag uitvoeren voor een stichting van collega, die ook nog eens slechts één bestuurder telt. ‘Een notaris van een ander kantoor is waarschijnlijk kritischer bij ongebruikelijke escrow-constructies en het gerommel met rechtspersonen,’ stellen zij. ‘Bovendien is het de vraag of de kantoorgenoot van Oranje zich afdoende heeft afgevraagd hoe zijn rol zich verhield tot artikel 17 lid 1 WNa: “De notaris oefent zijn ambt in onafhankelijkheid uit en behartigt de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en de grootst mogelijke zorgvuldigheid”.’
Geraffineerd?
Pheijffer en Princen verwerpen de vermeende ‘geraffineerdheid van de fraude’ van Oranje, zoals begin maart werd gesteld door Pels Rijcken. ‘Ten eerste omdat het binnen Pels Rijcken blijkbaar mogelijk was dat een notaris niet langer gebruik maakte van de normale notariële kwaliteitsrekeningen, maar escrow-werkzaamheden kon gaan uitvoeren via een stichting waarvan de notaris enig bestuurder was,’ aldus de auteurs. ‘Dat is weliswaar niet verboden, maar vergt wel het treffen van afdoende interne beheersingsmaatregelen om misbruik te voorkomen. […] Kennelijk waren deze interne beheersingsmaatregelen ontoereikend, daar Pels Rijcken stelt in haar nieuwsbericht dat deze na een forensisch onderzoek van Deloitte zijn aangescherpt.’ Daar komt bij dat Pels Rijcken zelf ook partij was bij de afgesloten escrow-overeenkomst, en dat Oranje alleen bevoegd was om gelden over te boeken van deze rekeningen op instructie van de betrokken partijen.
Ons-kent-ons-sfeer
Pels Rijcken heeft inmiddels de interne beheersmaatregelen aangescherpt. Pheijffer en Princen vinden het daarnaast belangrijk dat het kantoor zelf meer openbaarheid van zaken geeft over hoe de fraude heeft kunnen gebeuren en hoe dit in de toekomst kan worden komen. Ook zou er volgens de auteurs nog onderzoek gedaan moeten worden naar andere door notaris Oranje opgerichte claimstichtingen ‘zoals die inzake: DSB, Petrobas, Shell, SNS, Steinhoff, Volkswagen en VSZ’, waar het ook om forse financiële belangen gaat. ‘Ons is bovendien opgevallen dat in een paar van de besturen van die stichtingen oud-partners van Pels Rijcken en Mazars zijn opgenomen. Zo is een voormalig partner van Pels Rijcken bestuurder van het merendeel van de genoemde claimstichtingen. […] In een ‘ons-kent-ons-sfeer’ goed toezicht houden is niet altijd vanzelfsprekend.’
Pels Rijcken stelt in een reactie op het artikel dat het door de auteurs geschetste – zeer gedetailleerde – beeld van de zaak ‘op fundamentele onderdelen niet overeenkomt met de werkelijke gang van zaken’.
Het gehele artikel van Marcel Pheijffer en Jeroen Princen is te vinden in het NJB.
Geef een reactie