De financieel-economische criminaliteit in Nederland is de laatste twee jaar afgenomen, constateert PwC. ‘Dat is opvallend, want algemeen wordt aangenomen dat meer thuiswerken juist uitnodigt tot meer fraude, cybercriminaliteit en andere integriteitsdelicten.’
PwC trekt de conclusie uit het tweejaarlijkse Economic Crime Survey Nederland, dat samen met de VU is uitgevoerd. De resultaten zijn afkomstig van 875 respondenten die in hun dagelijks werk bezig zijn met het voorkomen van financieel-economische criminaliteit. Ruim driekwart (76%) geeft aan in de afgelopen 24 maanden een of meer vormen van ‘traditionele’ financieel-economische criminaliteit zoals diefstal, fraude en corruptie te hebben aangetroffen in hun organisatie. Dat 6% minder dan in 2019. Ruim de helft (56%) is slachtoffer geweest van cybercriminaliteit; dat is een daling van 4%. Volgens de onderzoekers is vooral de bouwsector fraudegevoelig, ‘zowel voor wat traditionele criminaliteit betreft als voor cybercriminaliteit’. ‘Zo komen vijf van de zeven meest geconstateerde cybercrimevormen voor in de bouwketen.’
Bijna 20% weet het niet
Volgens onderzoeksleider Andreas Mikkers van PwC is er echter nog geen reden tot juichen: het aantal respondenten dat zegt niet te weten of hun organisatie de afgelopen twee jaar slachtoffer was van financieel-economische criminaliteit, is verdubbeld naar 18%. ‘Dat verklaart mogelijk een fors deel van de daling. Ook zien we dat de aangifte- en meldingsbereidheid sinds de coronacrisis afneemt en dat minder wordt geïnvesteerd in preventie en detectie. Er zit dus nog wel wat in de pijplijn dat zich pas zal manifesteren als we naar normaal gaan. Wel kan worden vastgesteld dat de stijgende lijn sinds 2017 afvlakt en zich lijkt te stabiliseren – en dat is beter nieuws dan verwacht in de huidige omstandigheden.’
Meer meldpunten voor klokkenluiders
Een andere uitkomst is dat 37% van de respondenten aangeeft dat thuiswerkende medewerkers minder binding hebben met de organisatie. Verder denkt een vijfde dat de weerbaarheid van hun organisatie is afgenomen – 35% vindt dat niet – en 31%= vindt dat de integriteitsbeoordeling van nieuwe zakelijke contacten minder zorgvuldig gebeurt. De afgelopen twee jaar heeft 24% actie ondernomen op grond van een interne tip, inclusief meldingen door klokkenluiders. Dat was in 2019 nog 31%. ‘Daar staat tegenover dat 34% nu beschikt over een meldpunt voor klokkenluiders (was 28%), wat betekent dat de meeste (middel)grote organisaties voldoen aan hun eind van dit jaar van kracht wordende wettelijke plicht.’
Interne audit belangrijkste fraudevindplaats
Van de bevraagde professionals zegt 30% aangifte te doen van aan het licht gekomen incidenten. Van de rest, die dus zelf een onderzoek start of geen actie onderneemt, schakelt 11% de advocaat in en 10% de forensische accountant. ‘Dit is brandstof voor de discussie of meer zelfonderzoek wenselijk is en welke externe partij daarvoor het meest geschikt is.’ Incidenten komen meestal aan het licht bij de interne audit (in 38% van de gevallen). In 29% van de situaties is het botweg toeval dat een financieel-economisch delict boven water komt.
Compliancebeleid nog vaak niet op orde
Compliance is nog maar weinig bekend: 29% van de ondervraagde organisaties beschikt over een complianceprogramma. Van de bevraagde financiële instellingen geeft 63% aan te voldoen aan de in de Wft vastgelegde verplichting voor grote en middelgrote spelers om een complianceprogramma te hebben. ‘Aanvullend onderzoek is hier gewenst.’
Geef een reactie