Volgens KPMG had het geen andere keus dan klant Silentnight te adviseren faillliet te gaan en zich te laten opkopen door een private equity fonds. De Britse tuchtrechter noemt deze verklaring ‘fundamenteel onwaarachtig’. Dat KPMG de toezichthouder heeft proberen te misleiden is een unicum in de geschiedenis van de FRC.
Failliet
KPMG kreeg in augustus een boete van 13 miljoen pond van de Britse financiële waakhond wegens een ‘zeer verontrustend’ belangenconflict. In 2011 zou KPMG bedden- en matrassenfabrikant Silentnight in een faillissement hebben geduwd, zodat de onderneming gekocht kon worden door HIG, een private-equityfonds. Door de insolventie van Silentnight hoefde HIG Capital de pensioenregeling van 100 miljoen pond niet over te nemen. De regeling werd overgedragen aan het Pension Protection Fund, wat betekent dat de 1.200 gepensioneerden van Silentnight, van wie het merendeel fabrieksarbeiders, naar schatting 50 miljoen pond zijn misgelopen. De FRC oordeelde dat KPMG in het belang van HIG had gehandeld, ondanks het feit dat de belangen van HIG ‘diametraal tegenovergesteld’ waren aan die van KPMG’s klant, Silentnight.
Niet meegewerkt
De tuchtrechter oordeelt dat KPMG en David Costley-Wood, de senior partner die de leiding had bij het advies rondom Silentnight, niet aan het onderzoek hebben meegewerkt omdat zij geen bewijsmateriaal hebben overgelegd aan onderzoekers van de Financial Reporting Council (FRC). Volgens de waakhond voor de financiële verslaglegging is het voor het eerst dat een bedrijf heeft geprobeerd de toezichthouder tijdens een tuchtzaak te misleiden. KPMG verzuimde ook aan de FRC mee te delen dat er 45.000 pond aan Silentnight in rekening was gebracht voor werkzaamheden die aan de formele opdracht voorafgingen. Volgens de tuchtrechter is dat ‘moeilijk te verklaren’ en de rechtbank kon eveneens moeilijk geloven dat dit onopzettelijk over het hoofd was gezien.
Leugens
KPMG heeft zich altijd verdedigd door te stellen dat het geen andere keuze had dan Silentnight in insolventie te duwen en te adviseren dat het zichzelf zou verkopen aan private equity-bedrijf HIG Capital. Maar het accountants- en advieskantoor wist volgens de FRC dat haar verweer onjuist was. De tuchtrechter oordeelde dan ook dat KPMG en David Costley-Wood een ‘fundamenteel onwaarachtig verhaal’ naar voren hebben gebracht. ‘KPMG en de heer Costley-Wood hebben hun ernstige misdragingen hierdoor nog verergerd’, aldus het snoeiharde oordeel van de tuchtrechter, die de benaming ‘keiharde leugens’ niet in de mond durfde te nemen.
Beroepsverbod
Costley-Wood verliet KPMG vorig jaar en beschreef de zaak tegen hem eerder als een ‘heksenjacht’. Jon Holt, chief executive van KPMG, zei de bevindingen van de tuchtrechter volledig te accepteren en het te betreuren dat in dit geval niet was voldaan ‘aan de professionele normen die wij van onze partners verwachten’. De tuchtrechter handhaafde de boete van £500.000 voor Costley-Wood. Die wordt echter betaald door KPMG. Costley-Wood heeft een beroepsverbod van 13 jaar gekregen.
KPMG moet zich in Engeland ook verantwoorden voor zijn rol in verschillende andere faillissementen, waaronder dat van Carillion en Bargain Booze-eigenaar Conviviality.
Geef een reactie