Het eerste bekende geval van COVID-19 was een marktverkoper in het Chinese Wuhan en niet de accountant waarvan tot nu toe steeds werd aangenomen dat hij de eerste persoon was met het virus. Dat blijkt uit een Amerikaanse studie, meldt persbureau Reuters. De accountant uit Wuhan leek geen link te hebben met de markt. Zijn besmetting voedde de theorie dat het virus uit een Chinees laboratorium zou kunnen zijn ontsnapt.
Over de oorsprong van het virus bestaan al langer spanningen tussen China en de VS. In een gezamenlijke studie van China en de WHO werd in maart van dit jaar al geconcludeerd dat de laboratorium-theorie niet erg waarschijnlijk is. De meest waarschijnlijke verklaring zou zijn dat mensen op een natuurlijke manier werden geïnfecteerd met het COVID-19-virus, waarschijnlijk via dierenhandel. Nader onderzoek daarnaar was nodig, concludeerden de onderzoekers.
Nu blijkt dat de accountant uit Wuhan, waarvan tot nu toe algemeen werd aangenomen dat hij de eerste besmette persoon was, zijn eerste symptomen op 16 december kreeg. Dat is enkele dagen later dan aanvankelijk werd aangenomen. De verwarring daarover is ontstaan omdat de accountant op 8 december was behandeld aan gebitsproblemen.
‘Zijn eerste symptomen kwamen na meerdere gevallen bij werknemers van de Huanan Market, waardoor een vrouwelijke zeevruchtenverkoper, met de eerste symptomen op 11 december, daar het vroegst bekende geval is’, wordt in de studie geconcludeerd. Volgens het onderzoek zijn de meeste vroege gevallen gelinkt aan de markt waar in levende dieren werd gehandeld en is het bewijs dat het virus daar ontstond sterk.
Reuters/FD
Geef een reactie