
De accountancysector vergrijst en de toch al schaarse jongeren hebben weinig met het partnermodel. Het is daarom hoog tijd om dat model in een modern jasje te steken, ander missen kantoren de slag op de arbeidsmarkt, stelt ING in een nieuwe studie naar de branche.
Net als bij advocaten en consultants is het partnermodel gangbaar in de accountancy. Daarmee worden mensen voor langere tijd aan de organisatie gebonden. ‘De belangrijkste kenmerken van het partnermodel zijn de ‘meester-gezelrelatie’ en het competitieve up-or-out-systeem.’
Minder dan een op twintig wordt partner
Maar dat laatste is ook de grootste valkuil, aldus ING. ‘Door het piramidemodel kan slechts een klein deel de top bereiken. Dit heeft tot gevolg dat er een hoog verloop is onder de werknemers die het niet tot partner schoppen. Uit de jaarverslagen van de big four blijkt dat de functie van partner gemiddeld genomen voor 5% van de werknemers is weggelegd. In de afgelopen vijf jaar is het aandeel partners op het totaal aantal werknemers licht afgenomen, van gemiddeld 5,5% in 2017 naar 4,8% in 2021.’
De bank wijst ook op de vergrijzing: in 2020 was al bijna de helft van de accountants 45 jaar of ouder, terwijl het aandeel accountants onder de 45 in tien jaar is gedaald van 64% naar 55%. En het partnermodel staat of valt met het aantrekken van jongeren: ‘Vanwege de vergrijzing in de sector is de aanwas van nieuwe accountants cruciaal voor de continuïteit van veel accountantsorganisaties. Het partnermodel is immers niet houdbaar als er geen instroom meer is van jongeren, die nodig zijn om de oudere partners uit te kopen.’ En die instroom stagneert nu juist.
Twintigers vinden partnerschap niet interessant
Wat moeten accountantskantoren dan doen? Volgens ING is er bij dertigers nog wel ambitie om partner te worden, maar dan wel zo snel mogelijk. ‘Bij de twintigers is daarentegen een verschuiving zichtbaar en is de animo minder groot om partner te worden. Twintigers van nu vinden andere zaken in hun werk belangrijker dan de status en/of de financiële prikkel van het partnerschap. Zo hebben ze meer behoefte aan een betere balans tussen werk en privé, waardoor veelal jongere accountants minder bereid zijn om veel uren te draaien.’ Jongeren stappen op vanwege het ontbreken van die balans. Bovendien willen jongeren – zoals in elke sector – afwisselend werk en zijn zij niet loyaal aan werkgevers.
In het verlengde van dat laatste heeft bijna de helft van de studenten accountancy wel oren naar een carrière als zelfstandig accountant. ‘In plaats van veel uren maken om uiteindelijk partner te kunnen worden, kiest een deel van de accountants voor meer vrijheid en autonomie door zelf een klantportefeuille op te bouwen en opdrachten binnen te halen. Het aantal zzp’ers onder accountants is in tien jaar tijd dan ook met bijna 40% toegenomen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren verder toenemen.’
Niet gunstig voor vrouwen
Op de diversiteitsschaal scoort de accountancy ondermaats: bij de big four is minder dan twee op de tien partners vrouw. ‘Dit komt onder meer doordat vooral vrouwen waarde hechten aan een goede balans tussen werk en privé, wat veelal niet samen gaat met de lange werkdagen als partner. Daardoor hebben ze in het huidige partnermodel vrijwel geen kans om door te groeien tot de top en verlaten ze vroegtijdig het bedrijf. Hoewel het bij meerdere accountantsorganisaties inmiddels mogelijk is om als partner parttime te werken, geldt dit nog altijd niet voor een beginnend partner die een eigen team en portefeuille moet opbouwen.’
Andere factoren die belemmerend werken, zijn de toenemende behoefte aan specialisten, zoals ICT’ers, die geen boodschap hebben aan verticale groei en meer interesse hebben in het verdiepen van kennis, en de hoge inkoopprijs. ‘Wie is nog bereid om op jonge leeftijd een zeer hoge inkoop te betalen voor iets wat goodwill betreft? Dat kan als een molensteen om je nek hangen.’ ING ziet verder een mogelijk conflict tussen investeringsdrang bij jongeren en de zucht naar winstmaximalisatie bij ouderen, die vooral aan de eigen winstuitkering denken.
Maatwerk nodig
Er moet een modernere organisatiestructuur komen met meer maatwerk, vindt ING. ‘Om jongeren bijvoorbeeld aan boord te houden moeten accountantsorganisaties ze iets anders bieden dan alleen het partnerschapstraject. De nieuwe lichting accountants, de twintigers, willen meestal niet eerst meer jarenlang ‘buffelen’ voordat ze partner kunnen worden en in aanmerking komen voor de interessante opdrachten. Door meer maatwerk te leveren ontstaan verschillende afgeleide vormen van het partnermodel.’ De bank ziet wel veranderingen in de afgelopen jaren, zoals certificaathouders die recht hebben op winstdeling, werknemers met beperkt stemrecht en pre-partnertrajecten, waarbij jongeren al in een vroeg stadium kunnen meedenken over de koers van de organisatie en eventueel ook al meedelen in de winst. ‘Uiteindelijk moet dit zorgen voor meer binding met het bedrijf en een minder hoog verloop.’
Focus op arbeidsvoorwaarden
Maar dat is niet genoeg om jongeren en specialisten te binden: ‘Zo wordt employer branding steeds belangrijker, waarbij bedrijven zich onderscheiden op het gebied van arbeidsvoorwaarden om talent aan te trekken. Dit geldt zeker voor de kleinere accountantsorganisaties. Zij kunnen qua salarissen vaak niet opbieden tegen de grotere kantoren en moeten zich op andere gebieden onderscheiden. Dit kan onder meer door te zorgen voor een betere balans tussen werk en privé, het bieden van meer autonomie en variatie in de werkzaamheden, of door zich te richten op een bepaalde nichemarkt.’ Kantoren die alles bij het oude laten, dreigen kopje onder te gaan, waarschuwt de bank, omdat jongeren niet voor hen zullen kiezen.
Geef een reactie