Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de inflatie via loonstijgingen en een zichzelf versterkende loon-prijsspiraal gaat leiden tot langdurig aanhoudende hoge inflatie. Daarmee is er in de huidige macro-economische omstandigheden ruimte voor sterkere loongroei. Dat constateert De Nederlandsche Bank (DNB).
De inflatie is dit jaar snel gestegen naar bijna 12% in juli. Voor de meeste Nederlanders is dat een forse aanslag op hun koopkracht. Voor werknemers kan dit koopkrachtverlies ten minste deels worden goedgemaakt met loonstijgingen. De contractuele loongroei neemt al geleidelijk toe, zowel door de hoge inflatie als door de krappe arbeidsmarkt. De groei van de contractlonen blijft nog sterk achter bij de inflatie, maar is wel aan het toenemen.
Loon-prijsspiraal
Bedrijven zullen de stijgende loonkosten op hun beurt voor een deel doorberekenen in hun prijzen. Deze wisselwerking tussen lonen en prijzen draagt bij aan het herstel van het macro-economische evenwicht. Loon- en prijsstijgingen kunnen onverhoopt ook ontsporen in een zichzelf versterkende spiraal. Met als gevolg langdurig hoge inflatie en druk op het nationaal inkomen. Hiervoor zijn echter op dit moment geen aanwijzingen, constateert DNB.
Automatische prijscompensatie
Het risico op een loon-prijsspiraal kan worden beheerst door in loonafspraken (of cao’s) af te zien van automatische prijscompensatie. Bij een automatische compensatie gaan de lonen contractueel omhoog met het inflatiepercentage van bijvoorbeeld het afgelopen jaar of halfjaar. In de jaren 70/80 was deze automatische loonkostenstijging voor bedrijven een belangrijke oorzaak van stagflatie, waarbij langdurig hoge inflatie samengaat met werkloosheid en krimp van de economie. Dit kwam onder andere doordat de loonvorming door de automatische prijscompensatie minder flexibel was. Bij een onverwachte macro-economische terugval, waarbij bedrijven met dalende omzet kampen, kunnen lagere reële lonen bijdragen aan evenwichtsherstel op de arbeidsmarkt. Echter, doordat de gerealiseerde inflatie bij automatische prijscompensatie een bodem legt onder de loongroei, kunnen de reële lonen minder goed reageren op de nieuwe economische omstandigheden. Gezien het huidige, zeer geringe aantal cao’s met automatische prijscompensatie is hier tot nu toe nauwelijks sprake van.
Zolang volautomatische compensatie achterwege blijft, is er op dit moment dan ook voldoende macro-economische ruimte voor een stijging van de contractuele lonen, constateert de centrale bank.
Bron: DNB
Geef een reactie