China wil de marktdominantie van de Big Four breken. De autoriteiten dringen er bij staatsbedrijven op aan hun contracten met PwC, EY, KPMG en Deloitte niet te verlengen. In plaats daarvan moeten ze lokale Chinese accountants gaan inhuren. Staatsbedrijven vrezen hierdoor moeilijker aan internationale investeerders te kunnen komen.
Het wijst erop dat China bezorgd is over gegevensbeveiliging, ondanks de baanbrekende overeenkomst die Peking eerder sloot om Amerikaanse accountantscontroles op honderden in New York genoteerde Chinese bedrijven toe te staan. Een van de overheidsinstanties die bedrijven maant om geen gebruik meer te maken van buitenlandse accountants is het Chinese ministerie van Financiën. Hoewel offshore dochterondernemingen nog steeds gebruik kunnen maken van Amerikaanse accountants, worden moederbedrijven aangespoord lokale Chinese of Hongkongse accountants in te huren.
Investeerders
China wil hiermee de invloed van Amerikaanse accountantskantoren inperken en de gegevensveiligheid van het land waarborgen. Een ander doel is de eigen accountantssector te versterken, aldus bronnen aan persbureau Bloomberg. De boodschap aan staatsbedrijven is overigens niet nieuw. Peking roept al jaren op om lokale accountants te gebruiken. Dat dit nog niet op grote schaal is gebeurd, kan onder meer komen door het feit dat staatsbedrijven met lokale accountants minder makkelijker kapitaal van internationale investeerders kunnen aantrekken.
PCAOB
De Amerikaanse Securities and Exchange Commission weigerde woensdag commentaar te geven op het nieuws dat Chinese staatsbedrijven niet meer met de Big Four mogen samenwerken. SEC-regels vereisen niet dat bedrijven gecontroleerd moeten worden door een Big Four-kantoor maar wel door een partij die geregistreerd is bij de US Public Company Accounting Oversight Board, een controle-instantie voor accountants die onder toezicht staat van de SEC. Bedrijven die aan een Amerikaanse beurs genoteerd zijn, lopen het risico van de beurs te worden gehaald als de PCAOB geen volledige toegang krijgt tot de werkdocumenten van accountants. Bij Chinese accountantskantoren is dat een probleem.
3 miljard dollar
Voor de Big Four betekent het verlies van Chinese klanten een grote klap. Zij hebben volgens het ministerie van Financiën in 2021 samen 20,6 miljard yuan (3 miljard dollar) verdiend aan Chinese klanten. Volgens Bloomberg zijn ongeveer 60 in Hongkong genoteerde bedrijven met een Chinees hoofdkantoor – staatsbedrijven en particuliere bedrijven – sinds september vorig jaar van accountant veranderd. Meer dan 80 beursgenoteerde ondernemingen in Shanghai en Shenzhen zijn sinds december ook van accountant veranderd, meldt het Chinese nieuwsagentschap Jiemian. Hoewel de Big Four de Chinese markt domineert, zijn kleinere kantoren in opkomst. Het gaat onder meer om Pan-China Certified Public Accountants, BDO China Shu Lun Pan CPAs, Moore Global en RSM China.
Bron: Bloomberg
Geef een reactie