
Een advocaat kan geen onafhankelijk onderzoek doen voor een cliënt wiens belangen hij eerder heeft behartigd en kan na een onafhankelijk onderzoek daarna onder andere niet als advocaat optreden in kwesties die verband houden met dat onderzoek. Dat heeft het Hof van Discipline eerder deze maand uitgesproken in het hoger beroep dat één van de twee advocaten van NautaDutilh had aangespannen tegen een veroordeling naar aanleiding van een onderzoek in opdracht van Baker Tilly.
Raad van Discipline
De Raad van Discipline kwam in juli vorig jaar met een scherp oordeel over de lucratieve onderzoeken die grote advocatenkantoren tegenwoordig vaak uitvoeren naast hun werk als partijdige advocaat. Die twee rollen zijn namelijk ‘eenvoudigweg niet verenigbaar’, oordeelde de tuchtrechter. De tuchtzaak was aangespannen door de Amsterdamse deken Evert Jan Henrichs tegen twee advocaten van NautaDutilh, die in opdracht van Baker Tilly onderzoek deden naar de fiscale advisering door het accountantskantoor van behangondernemer Coen Klawer over een Cypriotische truststructuur.
Baker Tilly en NautaDutilh
Baker Tilly adviseerde ondernemer Coen Klawer en anderen in 2006 om met behulp van een fiscale constructie via Cyprus belasting te ontwijken. De Belastingdienst vond de constructie illegaal en legde navorderingsaanslagen op. Daarna ontstond er een flinke juridische strijd tussen de ondernemer en het accountantskantoor. Baker Tilly liet advocaten van NautaDutilh feitenonderzoek doen naar de eigen advisering in de kwestie. Volgens Klawer deugde daar echter niets van en probeerde het advocatenkantoor alleen maar de schade voor Baker Tilly te beperken.
Hoger beroep
De Raad van Discipline gaf Klawer daarin gelijk en tikte de advocaten van NautaDutilh flink op de vingers. Eén van hen liet het daar niet bij zitten en tekende hoger beroep aan. Ook het Hof van Discipline sprak zich deze maand echter buitengewoon kritisch uit over het advocatenonderzoek. Het hof gaat in de uitspraak in op de vraag of een advocaat in opdracht van zijn cliënt onafhankelijk onderzoek kan doen en, zo ja, welke gevolgen een opdracht daartoe heeft voor de advocaat-cliëntrelatie en de werking van de kernwaarden. Ook gaat het hof in de op de vraag aan welke vereisten een onafhankelijk onderzoek dient te voldoen.
Het hof beslist dat een advocaat geen onafhankelijk onderzoek kan doen voor een cliënt wiens belangen hij eerder heeft behartigd en dat een advocaat die een onafhankelijk onderzoek heeft gedaan daarna niet als advocaat kan optreden onder andere in kwesties die verband houden met dat onderzoek. In de zaak komt het hof tot de conclusie dat de advocaat van NautaDutilh heeft meegewerkt aan een rapport dat is gepresenteerd als het resultaat van onafhankelijk onderzoek, maar niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van objectiviteit, zorgvuldigheid en volledigheid. Daardoor is het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Het dekenbezwaar wordt in zoverre gegrond bevonden en er wordt een berisping opgelegd.
Meer duidelijkheid, verschoningsrecht mogelijk ingeperkt
Met de uitspraak is nu voor de advocatuur veel opgehelderd over de normen die gelden bij de omstreden advocatenonderzoeken. In NRC spreken verschillende betrokkenen er zich deze week over uit. “Ik ben fan van de uitspraak”, zegt Tijn van Osch, raadsheer bij het Gerechtshof en tuchtrechter in het ressort Arnhem-Leeuwarden. “Het ontbrak al langere tijd aan duidelijke regelgeving, dan moet de rechter een kader geven. Als advocaat ben je partijdig, dat is je meest typerende kernwaarde. Bij onafhankelijk onderzoek fungeer je dus niet als advocaat, je moet die jas uittrekken.” Door de uitspraak wordt naar verwachting ook het voordeel van het verschoningsrecht waar advocaten zich bij onderzoeken op kunnen beroepen beperkt.
Advocaten NautaDutilh op de vingers getikt over onderzoek in opdracht van Baker Tilly
Geef een reactie