
Hoe het systeem van rekeningrijden per 2030 eruit gaat zien is nog bijna volledig afhankelijk van politieke keuzes, blijkt uit een reeks onderzoeken die het kabinet heeft laten doen. Afhankelijk van welke variant van rekeningrijden het kabinet kiest verschillen de tarieven bijvoorbeeld tussen benzine-, diesel- of stekkerauto’s, maar de verwachting is nu dat het de burger ongeveer 7 tot 8 cent per kilometer zal kosten.
Later dit jaar moet een politiek besluit vallen over hoe rekeningrijden wordt ingevoerd. Dit moet vanaf 2030 gebeuren. Het kan overigens zo zijn dat alsnog voor een andere variant wordt gekozen dan in de onderzoeken doorgerekend, omdat dit afhankelijk is van de politieke sturing.
Hoeveel de kosten voor huishoudens verschillen, hangt ook af van de verschillende varianten, evenals het rijgedrag van het huishouden. Bij de meeste varianten hoeven huishoudens gemiddeld iets minder autobelasting te betalen. Bij de variant waarbij de nadruk ligt op CO2-vermindering gaan de belastinguitgaven iets omhoog.
Dilemma
Daarin zit direct een dilemma. Het invoeren van rekeningrijden kent twee doelen: enerzijds het op peil houden van de belastinginkomsten, die door het hogere aantal stekkerauto’s afnemen. Anderzijds moet ‘betalen naar gebruik’ tot minder CO2-uitstoot leiden. Deze twee doelen “kennen een zekere mate van tegenstrijdigheid”, beschrijven onderzoekers van Arup en KPMG. Het is belangrijk om dit goed te communiceren, adviseren zij. Anders kan het zijn dat er meer onbegrip is voor de maatregel.
Bestelauto’s en elektrische auto’s
Voor bestelauto’s vallen de kosten in de stukken die staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) en minister Mark Harbers van Infrastructuur naar de Kamer hebben gestuurd per kilometer lager uit: ruim 6 cent per kilometer, afhankelijk van de variant. Het kabinet kan ervoor kiezen om, omwille van de klimaatdoelen, een goedkoper tarief toe te kennen per kilometer voor elektrische auto’s. Als het op basis van gewicht wordt berekend, komen eigenaren van elektrische auto’s per kilometer juist wat duurder uit, omdat stekkerauto’s zwaarder zijn.
(ANP)
Als ik het nu goed begrepen heb is dus de conclusie dat de term “budgetair neutraal” moet worden uitgelegd als: de Overheden pakken hun kansen om weer meer binnen te hengelen.
Oorspronkelijk was het uitgangspunt: budgetair neutraal. Tot bleek dat de provinciale opcenten ook in de wijde zak van Financiën zouden verdwijnen. Nou ja, maken we geen punt van, want daarvoor zou de provincie de mogelijkheid (moeten gaan) krijgen om een eigen OZB te gaan heffen. Gaan we dit combineren met de wens van de overheid om de geldstromen naar de Gemeenten en Provincies af te knijpen en ze daarvoor in ruil de mogelijkheid te geven om de huurders weer een OZB aanslag te opleggen dan wordt het beeld al heel wat duidelijker. Waar het om ging: klimaat en dergelijke, is al uit dit beeld verdwenen. Ook helder is dat de automobilist zijn eretitel als “meestgevende melkkoe” gaat verliezen. Dus moesten ze een ander systeem bedenken dat wel de zekerheid blijft bieden dat de opbrengsten niet alleen binnenkomen maar ook blijven stijgen. Helder?