De overheid heeft de nieuwste Milieulijst voor milieuvriendelijke investeringen met belastingvoordeel (MIA/Vamil) flink aangepast. Bedrijfsmiddelen gaan sneller van de lijst af als ze gangbaar worden of als er overlap is met andere vormen van overheidssteun. Het kabinet wijst naar gewijzigde Europese regels. De energielijst, bepalend voor de EIA-subsidie, is juist uitgebreid.
Met de MIA kunnen bedrijven voor milieuvriendelijke investeringen tot 45 procent van de investeringskosten aftrekken van de winst. Met Vamil kan tot 75 procent van de investering worden afgeschreven op een tijdstip naar keuze. Het belastingvoordeel kan met de MIA\Vamil oplopen tot ruim 14 procent van het investeringsbedrag.
Aan de basis van de regelingen ligt de Milieulijst met maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen. Maar die is voor 2024 fors ingeperkt. De EU heeft de regels voor staatssteun aangescherpt, maar de overheid verwijst ook naar de afgelopen jaar uitgevoerde evaluatie van de regelingen Milieu-investeringsaftrek en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (MIA/Vamil). Die zijn doeltreffend, zo luidde de conclusie, al was er ook een dringende oproep om de Milieulijst meer actueel te houden.
Ruim 100 middelen verdwenen
Daaraan is nu gehoor gegeven. Op de Milieulijst 2024 staan nog 243 bedrijfsmiddelen waarbij bedrijven belastingvoordeel krijgen als ze hierin investeren. Er zijn 108 bedrijfsmiddelen van de lijst verwijderd, 112 inhoudelijk gewijzigd en zes nieuwe bedrijfsmiddelen bijgekomen. Het budget voor de MIA/Vamil is in 2024 217 miljoen euro.
Opvallende wijzigingen zijn dat ondernemers geen belastingvoordeel meer krijgen voor investeringen in vervoersmiddelen met een fossiele brandstofmotor, zoals hybride en ‘dual-fuel’-varianten, of waterstofaangedreven werktuigen. ‘Er is volgens nieuwe staatssteuneisen een verbod op mogelijk gebruik van grijze waterstof. Dit is niet goed te controleren. Deze werktuigen staan daarom niet meer op de Milieulijst.’ Ook voor elektrische taxi’s is geen subsidie meer beschikbaar: ‘De meerprijs van deze taxi’s ten opzichte van niet-elektrische taxi’s is te klein om nog te blijven stimuleren met belastingvoordeel.’
Laadpunten voor bestelauto’s van de lijst
De eisen voor het aanschaffen van elektrisch aangedreven bakfietsen en laadpunten zijn strenger geworden. ‘Alleen voor laadpunten voor zwaar vervoer krijgen ondernemers nog belastingvoordeel, niet meer voor licht vervoer, zoals bestelauto’s.’ Voor stallen en kassen is het maximale investeringsbedrag voor belastingvoordeel verhoogd. Dat geeft meer ruimte om agrarische ondernemers financieel te ondersteunen. ‘Emissiearme vloeren bij melkveestallen hebben geen belastingvoordeel meer. Uit recent onderzoek blijkt dat deze vloeren in de praktijk geen uitstootvermindering opleveren vergeleken met traditionele roostervloeren. Investeringen in emissiearme stalsystemen in varkens- en pluimveestallen krijgen nog wel belastingvoordeel.’
Nieuw: subsidie voor tapsysteem
Nieuw op de lijst zijn mechanische bestrijdingsapparatuur voor plagen in land- en tuinbouwgewassen en apparatuur voor het verminderen van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden van dierlijke mest. Ook nieuw is een tapsysteem voor water en frisdranken, bedoeld voor het verminderen van het gebruik van wegwerpverpakkingen zoals flessen en pakken. Het gebruik van biomassa als grondstof zorgt in 2024 niet langer voor belastingvoordeel. ‘Ondernemers krijgen alleen nog belastingvoordeel bij productieapparatuur als de biomassa een afvalstof of bijproduct is.’
Stikstofreductie
Stikstofverminderende verwarmingsketels die werken op fossiele brandstoffen komen niet meer in aanmerking voor subsidie, stikstofverminderende installaties voor een crematieoven juist weer wel. De norm voor het bedrijfsmiddel ‘NOx-emissiereducerende techniek’ verruimd tot 50 procent in plaats van 70 procent minder uitstoot dan wettelijk vereist. Het maximale bedrag voor belastingvoordeel is verhoogd naar 5 miljoen euro.
Strengere eisen voor gebouwen
Ondernemers krijgen belastingvoordeel voor duurzame gebouwen met een industriefunctie van maximaal 30.000 m2 brutovloeroppervlak. Bij circulaire gebouwen is het vereiste aandeel demontabele bouwproducten verhoogd naar 50 procent. Ook is een minimale energie-eis opgenomen om belastingvoordeel te krijgen. Verschillende bedrijfsmiddelen voor gebouwinrichting en bouwmaterialen zijn door gewijzigde Europese staatssteunregels vervallen.
Energielijst uitgebreid
Tegenover de ingedikte Milieulijst staat een uitbreiding van de Energielijst, de lijst met middelen die in aanmerking komen voor de Energie-investeringsaftrek (EIA). Dit jaar is 10 miljoen euro meer beschikbaar. Wijzigingen in de Energielijst moeten daarnaast zorgen voor minder ‘freeriders’, ondernemers die de investeringen ook gedaan hadden zonder het belastingvoordeel. Bedrijven die investeren in een bedrijfsmiddel op de Energielijst kunnen via de regeling 40 procent van de investeringskosten aftrekken van hun winst. In 2024 is 259 miljoen euro beschikbaar.
Voor 2025 en 2026 wordt eenmalig overigens extra budget voor de EIA uitgetrokken: 441 miljoen euro in 2025 en 470 miljoen euro in 2026. Wel is de energie-investeringsaftrek verlaagd van 45,5 procent naar 40 procent. Het maximale meldingsbedrag per kalenderjaar per bedrijf is in 2024 149 miljoen euro per jaar.
Terugverdientijd moet minimaal 5 jaar zijn
Dit jaar komen geen bedrijfsmiddelen met een terugverdientijd van korter dan vijf jaar in aanmerking voor de EIA. Kleinverbruikers die overstappen op zonnepanelen met een elektriciteitsaansluiting zijn gebonden aan een maximumvermogen van 55 kW. Voor ondernemers die volgens de renovatiestandaard de hoogst haalbare energieprestatieverbetering voor hun bedrijfsgebouw realiseren (A++ of A+++) is het maximuminvesteringsbedrag verhoogd. Er zijn ook nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen, zoals een beregeningssysteem voor landbouwgewassen en vacuümkoelers voor bakkerijen.
Geef een reactie