Betrokken AA heeft jarenlang ervaring in de samenstelpraktijk en kent zijn lokale agrarische klanten. En dan gaat het fout. Het familiebedrijf van de agrarische ondernemersfamilie moet worden overgedragen aan de volgende generatie. Na het overlijden van de moeder nemen broers en zus het roer over. (zaak 18/2053 Wtra AK).
Het agrarische bedrijf was actief in verschillende markten: varkenshouderij, nertsfokkerij en rundvee. De afzonderlijke bedrijven werden door de verschillende kinderen gerund. Een bedrijf – met in totaal 3 onderdelen – met een waarde van meerdere miljoenen. Dus zaak om een en ander goed te regelen. Hoe dit verliep kwam maandag 25 maart jl. uitgebreid bij de Accountantskamer aan de orde.
Ook binnen de familie geldt: het ene bedrijf is het andere niet
Nertsfokkerij houdt in Nederland na 2023 op, omdat er dat jaar een wettelijk verbod ingaat. Wat is dan 2015 nog de waarde van een bedrijf dat over een paar jaar moet stoppen? De verschillende onderdelen moeten toch gewaardeerd worden. En op basis van die waarderingen moet het bestaande familiebedrijf geherstructureerd worden zodat het bedrijf – c.q. de onderdelen – eerlijk en op een fiscaal zo voordelig mogelijke manier over kunnen gaan naar de volgende generatie. En dan gaat het fout. Op basis van de administratieve gegevens verzameld door een administratiekantoor en taxaties door ‘gerenommeerde taxateurs’ en de inschattingen van een ‘gerenommeerd’ advieskantoor stelt de betrokken AA de inbreng van de verschillende onderdelen op en voorziet deze van een controleverklaring. Maar wie was nu de opdrachtgever: waren dat de betrokken familieleden? De betrokken adviseur? De eerste opdracht kwam van de adviseur. Waarna de accountant nog wel gevraagd heeft of de betrokken familieleden e.e.a. schriftelijk konden bevestigen.
Nertshouderij niet toekomstbestendig
Vervolgens ontstaat er een dispuut tussen enerzijds de broer die de varkenshouderij exploiteert en de zus en broer respectievelijk actief in nerts- en veehouderij. De accountant krijgt een baaierd van verwijten over zich heen. Onzorgvuldig bij het opstellen en afgeven van de controleverklaringen, niet (kunnen) leveren van gevraagde informatie, niet of onvoldoende communiceren. Er worden, zo stelt klager, onder de ogen van de betrokken AA gelden onttrokken uit de te fuseren boedel zodat klager daar fiks financieel nadeel van heeft. Er zijn geen goede actuele jaarcijfers beschikbaar van alle onderdelen over de voorafgaande jaren. Kortom een reeks van klachten en opmerkingen die direct raken aan de deskundigheid van de betrokken AA. Vragen over posten die om relatief en absoluut veel geld gingen, maar waar hij niet dieper op doorvroeg. Hij vertrouwde immers op door het administratiekantoor en de gerenommeerde taxateurs aangeleverde cijfers.
Stiltes accountant in de rechtszaal
Op deze onderdelen werd de AA vervolgens stevig ondervraagd. Dit leidde op die momenten tot stiltes uit de hoek van de betrokken AA. Waarna vanuit de Accountantskamer opnieuw gevraagd werd naar wat de AA nu wel c.q. niet gedaan en gecontroleerd had, te meer omdat in de stukken genoemde namen niet kloppen met opdrachtbevestigingen.
Geen controle-ervaring
De betrokken AA gaf uiteindelijk toe geen ervaring te hebben met controlewerkzaamheden. Vervolgens gaf hij ook toe dat hij bij deze ondernemingen geen vraagtekens had gesteld bij de aan hem aangeleverde informatie. Hij had zich daar blijkbaar – met kennis achteraf – onvoldoende in verdiept. De AA erkent inmiddels dat hij met de klager onvoldoende contact heeft onderhouden. Vervolgens gaf hij ook aan dat zijn rol in deze zaak door klager wel veel te groot wordt neergezet. Hij is maar een kleine partij in het geheel. Er is ook een notaris die in deze zaak een rol speelde. De AA gaf toe – zo blijkt uit de pleitnota van de advocaat van de klager en niet bestreden door de AA – in strijd te hebben gehandeld met NV COS 3000 en de NBA Handreiking 1126, dat hij meer en beter contact had moeten onderhouden met klager en dat zijn optreden rond de opdrachtaanvaarding wel wat onzorgvuldig was.
Klagers pleitten voor een maatregel waar een ‘waarschuwende en preventieve werking vanuit gaat.’ Uitspraak volgt over 15 weken.
zaak 18/2053 Wtra AK
Geef een reactie