
Een vrouw voor wie een scheiding naar haar mening financieel ongunstig uitpakte, heeft vergeefs twee accountants tuchtrechtelijk aangesproken op die tegenvaller. Een deel van de klachten is te laat ingediend en voor een deel van de klachten stond ze aan het verkeerde loket: die had ze moeten richten tegen de fiscaal adviseur.
De vrouw was getrouwd op huwelijkse voorwaarden, waarbij jaarlijks voor de helft werd verrekend wat van hun inkomens overbleef. De man had voor het trouwen met geleend geld een belang van 15 procent gekocht in de zaak van zijn stiefvader. Die overlijdt tijdens het huwelijk, waarna de rest van de aandelen ook op de man overgaat.
In 2018 scheiden ze van elkaar; de scheiding wordt pas drie jaar later uitgesproken door de rechter, al sleept de rechtszaak nog tot begin dit jaar, als de man wordt veroordeeld tot betalingen aan zijn ex en de rechtbank bepaalt dat de aandelen die de man heeft in het bedrijf van zijn stiefvader niet tot het te verrekenen vermogen behoren.
Vooral belangen van ex gediend
Een accountantskantoor heeft jarenlang de belastingaangiften verzorgd voor het stel en de betrokken BV’s. De vrouw dient tijdens de rechtszaak een klacht in tegen een AA en een (inmiddels voormalig) RA van het kantoor. Ze ziet kennelijk de voor haar minder gunstige uitkomst al aankomen en klaagt dat beiden haar onjuist hebben geadviseerd over haar zakelijke en privébelangen en dat zij vooral de belangen van haar ex hebben gediend. Volgens de vrouw zijn de huwelijkse voorwaarden niet goed gecontroleerd, diverse belastingaangiften ten onrechte, onjuist en buiten haar medeweten ingediend, de algemene heffingskorting (de ‘aanrechtsubsidie’) is ongevraagd stopgezet en rondom de verwerving van aandelen door haar man zijn fouten gemaakt.
Te laat
Maar een groot deel van de klachten gaat al snel overboord: die zijn te laat ingediend, stelt de Accountantskamer vast. De rest van de klachten wordt wel behandeld; zo stelt de vrouw dat zij omwille van het gezin is gestopt met werken en geen zicht had op de belastingaangiften. De fiscaal optimale verdeling van aftrekposten blijkt vooral in het voordeel te zijn geweest van haar ex-partner, zo klaagt ze. Maar daarvoor moet ze bij de tuchtrechter van het Register Belastingadviseurs zijn: de AA had geen inhoudelijke bemoeienis met de aangiften en kan daarop dan ook niet tuchtrechtelijk worden aangesproken.
Geld vragen voor stukken niet netjes
Wel vindt de Accountantskamer dat het kantoor in eerste instantie al afschriften had moeten verstrekken van de aangiften voor de vrouw – en bovendien daarna geen geld had mogen vragen voor het alsnog opsturen van de stukken. Maar die nalatigheid is van onvoldoende gewicht. Dat het kantoor de aangiften op naam van haar man niet verstrekte, valt niet te verwijten, want daarvoor had haar ex gezien de privacywetgeving eerst toestemming moeten verlenen.
Eigen accountant ingeschakeld
Dat vooral het belang van de ex-man is gediend, bijvoorbeeld in het kader van het verrekenen van een privélening waarmee aandelen zijn gekocht, kan de AA evenmin worden verweten. In 2019 heeft de vrouw namelijk haar eigen accountant ingeschakeld om te adviseren. ‘Voor zover sprake was van een bedreiging van het fundamentele beginsel van objectiviteit, was de bijstand van klaagster door [haar eigen accountant] een voldoende maatregel om die bedreiging te mitigeren.’
Een klacht over het zakelijk boeken van privékosten is onvoldoende onderbouwd en ook op andere punten heeft de vrouw niet aannemelijk gemaakt dat de AA, aan wie de meeste klachtonderdelen waren gericht, tuchtrechtelijk iets te verwijten valt.
Geef een reactie