Een belangrijk deel van de aanbevelingen van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) zijn een reactie op de constatering dat het lastig blijkt om cultuurverandering bij accountantskantoren tot stand te brengen. Dat betekent volgens Gert van de Brink van Full•Finance dat toetsingen en tuchtrecht veel meer in dienst moeten gaan staan van een lerende organisatie in plaats van een afrekencultuur. Kijk minder naar wat er fout gaat en meer naar het waarom. Het CTA-rapport is geschreven over de kwaliteit van de wettelijke controles. Onze ervaring leert dat de bevindingen van de CTA ook van toepassing zijn op kantoren die werken voor het MKB.De Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) heeft onlangs haar eindrapport uitgebracht. In dat rapport staan veel aanbevelingen. Een belangrijk deel daarvan is een reactie op de constatering dat het lastig blijkt om cultuurverandering bij accountantskantoren tot stand te brengen.
Een vergelijk, fouten in de luchtvaartindustrie
Voor mij is jaren geleden een lezing door de heer Benno Baksteen een eyeopener geweest. Benno Baksteen is oud-voorzitter van de vereniging van verkeersvliegers. Luchtvaart vereist een zeer hoge kwaliteit, elk ongeluk kan fatale gevolgen hebben. Dat hebben de grote ongelukken met de Boeing 737 max wel bewezen. Hij vertelde hoe de kwaliteit in de luchtvaart geborgd wordt. De belangrijkste vraag die de luchtvaartindustrie zich stelt is niet wat is er fout gegaan maar waarom het fout is gegaan.
Dat vraagt om een andere mind-set bij het bewaken van kwaliteit. Mensen zijn daarbij niet het probleem maar de oplossing van dat vraagstuk. De oplossing wordt dan gezocht in een andere houding of een aangepaste wijze van werken. Een mooi voorbeeld uit die luchtvaart zag ik niet lang geleden in een programma over vliegtuigongelukken. Een zo’n ongeluk werd veroorzaakt doordat de monteur bij vervanging van een onderdeel een ringetje had laten vallen. Na het nabootsen van de betreffende handeling was de conclusie niet dat de monteur een fout had gemaakt maar dat het onderdeel onjuist was ontworpen.
Ik zou deze voorbeelden willen gebruiken om over een nieuwe vorm van kwaliteitstoetsingen door de beroepsorganisatie na te denken.
Een paar waarnemingen
- De afgelopen jaren zijn er in de persoonlijk educatie voor accountants diverse verplichte eenmalige onderwerpen langsgekomen: Dossier-mentoring, Zeg wat je Ziet, Frauderisicofactoren. Wat mij betreft nuttige onderwerpen.
- De praktijkopleiding van aankomende accountants is volledig nieuw vormgegeven. De nadruk ligt op het bespreken van dilemma’s, ethiek, intervisie en training van de professioneel kritische instelling.
- Ik heb een keer een overzicht gemaakt van de tuchtrechtuitspraken over een specifiek jaar en de onderliggend reden van de klacht. Opvallend in het overzicht was dat de klachten in het merendeel van de gevallen niet gingen over de jaarrekening maar over heel andere zaken. Bijvoorbeeld de objectiviteit in de begeleiding van cliënten.
- De huidige toetsingssystematiek gaat juist specifiek in op jaarrekeningdossiers.
- We zien het in de praktijk bij toetsingen regelmatig gebeuren. Hakken die na bevindingen van een toetser aan beide kanten (toetser en getoetste) in het zand worden gezet.
- Als het voorstel van de CTA wordt gevolgd komt het toezicht op de kwaliteit van de wettelijke controles terecht bij de Autoriteit Financiële Markten. Dat biedt voor de MKB kantoren ruimte om op een eigen manier over kwaliteitsborging na te denken.
Hoe zou de nieuwe manier van kwaliteitsbewaking door de NBA er uit kunnen zien
Zou het niet mooi zijn als accountants in navolging van de luchtvaart, in plaats van te worden bestraft, gaan leren van gemaakte fouten. Want één ding staat vast, fouten worden gemaakt. Maar hopelijk niet met de impact van de Boeing 737 Max. Laten we al de losse waarnemingen eens combineren.
Eerste aanzet nieuwe toetsingssystematiek
- Alle accountants wonen één of twee keer per jaar een verplichte intervisiebijeenkomst bij.
- Zij doen dat in kleine groepen en onder begeleiding van een ‘procesregelaar met verstand van het vak’. In deze bijeenkomsten moet iedere accountant verplicht een eigen dilemma of fout inbrengen. Deze wordt in en met de groep wordt besproken. De bedoeling daarvan is om fouten en bedreigingen te herkennen en van elkaar te leren.
- Om een veilige omgeving te creëren komt de ‘procesregelaar’ niet uit de eigen organisatie. Ook de deelnemers worden zo veel mogelijk gemengd om het leereffect te bevorderen.
- Deelnemers die volgens de ‘procesregelaar’ actief hebben bijgedragen aan de bijeenkomst worden voor de periodieke toetsing ingedeeld in een lage risicoklasse (ontvangen een certificaat).
- Voor deze groep beperkt de toetsing zich tot een maal per zes jaar een gesprek met een toetser van een halve dag. Er wordt geen dossieronderzoek gedaan. Mogelijk onderwerp van gesprek is een ingebracht dilemma en hoe de te toetsen organisatie daarmee is omgegaan, lees, er van heeft geleerd.
- Accountants die niet hebben meegedaan aan een intervisietraject worden wel op de reguliere manier getoetst maar dan niet alleen op een dossier van een jaarrekening maar op alle professionele diensten waar de accountant bij betrokken is.
Is dat te regelen?
De NBA heeft een reactie gegeven op het voorlopige rapport van de Commissie Toekomst Accountancysector. In deze reactie stonden enkele boeiende zinnen in over kwaliteitstoetsingen.
‘door de kwaliteitsbeoordeling nadrukkelijker te richten op kennisdeling en begeleiding en minder op de formalistische en procedurele aspecten’ en ‘Het toetsingsproces mag geen bestuursrechtelijk dispuut zijn, maar een vaktechnische dialoog.’
Van harte mee eens. En waar een wil is, is een weg.
Gert van de Brink is verbonden aan Full•Finance en denkt graag mee over een nieuwe invulling.
Paul Stoele zegt
Graag onderschrijf ik de idee van Gert, juist omdat kantoren dit heel snel zelf in hun eigen organisatie kunnen invoeren. Bij toetsingen kan dan worden vastgesteld of de beoogde kwaliteitsverbetering ook is gerealiseerd.
Desgewenst zou ik best als procesbegeleider willen optreden.