Ralph Hamers begint in september als CEO van UBS. Maar de witwasaffaire die onder zijn leiding plaatsvond bij ING, en de recordschikking die volgde, kan hij nog niet achter zich laten. Het gerechtshof gaat hem, in tegenstelling tot eerdere berichten, alsnog ondervragen.
‘Nalatigheid niet te bewijzen’
De beslissing zal Hamers rauw op zijn dak zijn gevallen. Bij de schikking van € 775 miljoen die ING in 2018 trof met het Openbaar Ministerie kwam naar buiten dat justitie geen verantwoordelijke ING-bestuurders kon vinden. Daarmee was het volgens het OM onmogelijk om feitelijk leidinggeven en bewuste nalatigheid te bewijzen.
Artikel-12 procedure
Uit een schriftelijke beschikking die het gerechtshof Den Haag afgelopen dinsdag heeft genomen in de zogeheten artikel 12-procedure die enkele partijen tegen ING voeren blijkt dat Ralph Hamers alsnog over zijn persoonlijke rol ondervraagd gaat worden. De partijen vinden dat het Openbaar Ministerie de bank ten onrechte niet heeft vervolgd en proberen dit via de rechter af te dwingen. Niet alleen Hamers maar ook een vertegenwoordiger van ING NV moet zich voor de rechter komen verantwoorden over jarenlange tekortkomingen bij de complianceafdeling van de bank in Nederland. Hierover schrijft Het Financieele Dagblad, dat de niet-openbare beschikking van het gerechtshof in handen zegt te hebben.
Verbeterprogramma
ING trof op 3 september 2018 een schikking met het OM wegens jarenlange overtreding van de witwasregels. Justitie had een aantal zaken waar ING onvoldoende had opgelet om aan te kunnen tonen dat de bank in de periode van 2010 tot en met 2016 kampte met een structureel falende compliance. ING betaalde een recordboete van €775 mln en ging akkoord met een uitgebreid verbeterprogramma om compliance en witwascontrole beter te verankeren in alle lagen binnen de bank. In ruil daarvoor werd afgesproken dat de bank later niet alsnog vervolgd zou kunnen worden voor soortgelijke misstanden in die periode.
IB Capital
De beschikking van dinsdag gaat specifiek over ING-klant IB Capital, een beleggingsfonds dat door fraude is getroffen. De rechter kan de nog af te leggen getuigenis van Hamers en die van ING NV laten meewegen als het besluit om de bank en hoge bestuurders als Hamers alsnog strafrechtelijk te vervolgen. Advocaat Geertjan van Oosten, die de voormalige ING-klant IB Capital bijstaat, vindt het moeilijk te geloven dat niemand in de top van ING strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor de misstanden. De advocaten van de drie klagers waaronder IB Capital hebben recentelijk inzicht gekregen in het vertrouwelijke strafdossier Houston van het OM. ‘Er zijn meerdere signalen van DNB en de ECB geweest die wezen op het risico van witwassen bij ING’, zegt Van Oosten in het FD. ‘Dat moet in de raad van bestuur zijn besproken, die daarover verklaringen aan de accountants moet hebben afgegeven.’ Van Oosten vindt het daarnaast ‘onverteerbaar’ dat de belangen van slachtoffers niet door de bank en het OM zijn meegenomen bij de schikking.
Ook Lakeman
Eind vorig jaar besloot het gerechtshof al een artikel 12-procedure in behandeling te nemen die belanghebbenden de mogelijkheid geeft hun beklag te doen als het OM niet overgaat tot vervolging. Vindt het hof de klacht terecht, dan kan het hof het OM manen alsnog strafrechtelijk te laten vervolgen. Naast IB Capital hadden ook Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie en zakenman Sam van Doorn hierom gevraagd. Het is voor het eerst dat een schikking door het OM met een bedrijf achteraf door de rechter wordt onderzocht. Pogingen om iets dergelijks voor elkaar te krijgen na de schikking die Rabobank in 2013 trof na fraude met het Libor-rentetarief liepen op niets uit.
Bron: FD
Geef een reactie