Een accountant die ondanks herhaalde verzoeken een voorraadlijst niet wilde terugsturen aan een klant, krijgt van de Accountantskamer geen maatregel opgelegd. Hij heeft weliswaar de beroepsregels geschonden, maar het vergrijp is dusdanig licht dat de tuchtrechter geen reden ziet om daaraan verdere consequenties te verbinden.
Voor de Accountantskamer had een klant een aantal klachten ingebracht tegen de accountant, waarin de voorraadlijsten een centrale rol spelen. De betrokken accountant werkt voor een kantoor dat voor de betreffende maatschap de jaarrekeningen, de salarisadministratie en alle fiscale aangiften voor zijn rekening nam.
In 2012 wordt zoals elk jaar een verslag met samenstellingsverklaring over het boekjaar 2011 uitgebracht. Die wordt door de eigenaar en zijn vrouw ondertekend, net als een opgave van de voorraadpositie van de maatschap. De accountant heeft in de ondertekende papieren onder meer vermeld dat de voorraadwaardering en voorraadtellingen extra aandacht verdienen. “Daarnaast dient zo mogelijk extra aandacht geschonken te worden aan de vaststelling van de kostprijsberekening per soort en per grootte van de planten.”
Einde relatie
In het voorjaar van 2013 schrijft de accountant dat het echtpaar nog moet reageren op vragen over de jaarcijfers 2012. Hij wijst hen erop dat de rente over het krediet bij de bank met 2% wordt verhoogd als de cijfers niet uiterlijk op 1 april 2013 door de bank zijn ontvangen. In juli volgt een derde herinnering met betrekking tot niet-betaalde declaraties. De betalingsachterstand bedraagt dan zeven maanden en de relatie wordt beëindigd.
In 2016 volgt een verzoek van het echtpaar om de handgeschreven voorraadlijsten over 2011 en 2012 terug te sturen, maar daaraan wordt geen gehoor gegeven.
Klachten
Het echtpaar stapt naar de Accountantskamer: de accountant heeft de voorraadlijsten onjuist verwerkt in de jaarrekening 2011; daardoor is een onterechte winst van € 200.000 gepresenteerd. Bovendien is de jaarrekening 2012 zonder toestemming aan de bank verstrekt. Een correctie op die jaarrekening heeft dan weer ten onrechte tot € 300.000 verlies geleid. Tot slot heeft de accountant de voorraadlijsten niet teruggestuurd, zo luiden de klachten.
Niet-ontvankelijk
De klacht over het verstrekken van de jaarrekening 2012 is niet-ontvankelijk verklaard vanwege de verjaringstermijn van drie jaar. De klachten over de onjuiste verwerking van de voorraadlijsten stranden eveneens: het echtpaar had al in 2012 kunnen zien dat de opgenomen voorraadpositie niet strookte met de aan een medewerker van het kantoor verstrekte voorraadlijst. “Naar het oordeel van de Accountantskamer valt niet in te zien waarom klager, die dit verschil bestempelt als een fout die hij betrokkene tuchtrechtelijk aanrekent, niet toen al het vermoeden had of redelijkerwijs kon hebben dat het handelen van betrokkene (door van andere dan de gebruikelijke prijzen uit te gaan) volgens hem tuchtrechtelijk laakbaar was.”
Geringe relevantie
De klacht over het niet terugsturen van de lijsten wordt wel gegrond verklaard. Ondanks herhaald verzoek heeft de accountant terugsturen geweigerd, “terwijl hij kon vermoeden dat klager er een zeker belang bij had, allicht omdat klager zelf niet meer over de originele stukken beschikte, en betrokkene aangaande de eerder verstrekte, gefaxte voorraadlijsten (terecht) geen beroep heeft gedaan op enig retentierecht”. Daardoor heeft de accountant gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Een maatregel wordt echter niet opgelegd: “In deze klachtzaak acht de Accountantskamer het opleggen van een maatregel niet geboden gelet op de geringe tuchtrechtelijke relevantie van het verzuim van betrokkene.”
Geef een reactie