Zo’n 5 jaar geleden verschenen de eerste onderzoeksrapporten van de AFM over de grote accountantskantoren. Ruim 2 geleden trad Marcel van Loo aan als CEO van EY in Nederland, hoewel EY daar zelf een andere naam geeft aan die functie. Zijn pleidooi: meer diversiteit aan mensen in accountancy.
Waar komt EY vandaan?
‘5 jaar geleden kwamen de eerste AFM-rapporten over de sector. Dat we in het laatste rapport als eerste eindigen met drie van de tien dossiers niet in orde, dat is niet goed genoeg. Daar doen we het niet voor. We hebben in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd en dan is het jammer te constateren – bij de tweede serie onderzoeken in 2014, FH – dat sommige zaken nog niet op orde zijn. Dat heeft ook vooral te maken met compliance en onze met eigen risicobeheersingssystemen. Je moet weten wat de risico’s zijn. Heb je de juiste mensen? Hebben zij voldoende tijd voor een opdracht? Krijgen we de juiste vergoeding voor de benodigde werkzaamheden? Overigens wil dat niet zeggen dat je ieder risico accepteert wanneer daar maar een voldoende vergoeding tegenover staat. Heeft een bedrijf een goeie AO IC, een goede cultuur? Zo’n bedrijf is voor een accountant een veel lager risico dan een bedrijf dat snel gegroeid is, maar wellicht nog niet professioneel genoeg. Daar moet je je bemensing op aanpassen. Met de rotatieplicht doen we dat nu ook. Bij nieuwe klanten hebben we meer tijd nodig: Wat voor bedrijf is dat? Wat voor mensen zitten daar? Hoe voelt dat aan? Is het solide? Heb je daarvoor de juiste lead partner en het goede team? En dan zeg je soms nee!’
Is dat een cultuurverandering?
‘Jazeker. We zijn daar scherper op geworden. Al is het niet zo dat klanten vroeger zeiden: kan je een beetje links, een beetje rechts en dat accountants daar dan in meegingen. Ook is er een duidelijke ontwikkeling in de verslaggevingsstandaarden. Onder Dutch GAAP was er meer eigen invulling mogelijk, nu zijn de regels strakker geworden en is er minder ruimte om te interpreteren.’
EY over 5 jaar?
‘Ik geloof in de EY vision 2020. Onze mission statement: Building a better working world, geeft ons richting. Onze “core” rol is controleur, accountant, adviseur. In die rollen helpen wij het bedrijfsleven. Wereldwijd groeien we en die koers zetten we de komende vijf jaar voort. Dit boekjaar – einde 30-6 – noteren we wederom een lichte groei. We zien een toegenomen vraag. We begonnen voor de verplichte rotatie vanuit een merkwaardige positie, met hele grote klanten in met name de financiële sector, zoals Aegon, ING, BNG, Rabo, Van Lanschot, Binck, Robeco. Dat zijn grote opdrachten qua audit fee. Buiten de financials deden we binnen de AEX DSM. Punt. Ook groot. 70% van onze cliënten bestaat overigens uit het grotere MKB. Maar dan komt de rotatie. En dan zien we dat we in de financiële sector overeind blijven met o.a. ABN AMRO, SNS, ASR, NIBC. In de non financials verwelkomen we nieuwe cliënten zoals Shell en Philips. Daarnaast hebben KPN, Boskalis, Fugro, Post NL, Ordina, Tom Tom voor ons gekozen. We zijn er goed uitgekomen qua portefeuille. Dat is belangrijk voor medewerkers die zich (internationaal) willen ontplooien en zo fantastische ervaring kunnen opdoen. Accountant is een ambacht en dat moet je in de praktijk leren onder begeleiding van ervaren collega’s. Toch denk ik denk wel dat de komende twee jaar zware jaren gaan worden. Dan gaan we al die nieuwe ondernemingen voor de eerste keer controleren. Als je een beetje optimistisch bent dan zeg je: dat kost ons 25% meer dan normaal, als het tegenzit tot 100%. De meeste bedrijven gaan in 2016 over. Dat gaat veel extra uren met zich meebrengen en daar moeten we onze capaciteit op aanpassen.’
Accountancy over 5 jaar
‘Ik maak me niet zo veel zorgen over de aantrekkelijkheid van het accountantsberoep. Jonge mensen zijn heel gemotiveerd, juist ook omdat ze zien dat ze een bijdrage kunnen leveren aan de veranderingen die ons vak doormaakt. Het geeft ook veel energie als een cliënt als Shell of Philips voor je kiest. Geeft momentum. We maken gelukkig onderdeel uit van een sterk internationaal netwerk, dus we kunnen ook wel vanuit omringende landen mensen naar Nederland halen. Technologie is de grootste driver van verandering. In de komende 5 jaar verandert er meer dan in de afgelopen 10 jaar. Het geeft uiteindelijk veel extra mogelijkheden. Nu doen we nog veel deelwaarnemingen. Banken tellen tientallen miljoenen transacties, en dan gaat er wat mis. Sommige mensen denken dat wij alle transacties controleren, of alle grote transacties. Dat kan niet. Maar met voortgaande technologie komen we wel een stuk dichterbij. Dat is dus goed nieuws. Dan komt continuous monitoring steeds dichterbij. Sommige mensen denken dat we de accountant straks niet meer nodig hebben. Maar dit soort tools moet je wel met wijsheid toepassen en met wijsheid verklaren. Zaken als goodwill impairment, dat blijft toch judgement. Tegenover technologie staat –en dat vind ik toch ook een belangrijke driver – soft skills. Wij proberen een ander type mensen binnen te halen. Diverse teams te creëren om de kwaliteit van ons werk nog verder te vergroten. Het is ook een generatie issue: 18 – 20 jarigen zijn anders dan 5 jaar geleden. Technologie is voor hen vanzelfsprekend. Maar om bij een klant de cultuur te kunnen proeven of de specifieke problemen van zijn sector te begrijpen? Daar is ook specialistische ervaring voor nodig. Dat vraagt om diversiteit, geen kloontjes van elkaar. Het gaat niet alleen van de techniek komen en ook niet alleen van de empatische kant. In Engeland heb ik samengewerkt met een historicus, een verademing! We moeten af van het idee: je komt bij ons binnen en je wordt RA. Misschien willen mensen helemaal geen RA worden, maar wel deel uit maken van een controleteam.’
Belangrijke beslismomenten
‘Toen ik een jaar bij Moret & Limperg werkte, vulde ik op mijn beoordelingsformulier in: ik wil wel naar het buitenland. Volgende dag telefoon. ‘Marcel, er is een leuke kans in Brussel.’ Je realiseert je niet hoe groot de verschillen zijn tussen Nederland en België. Je wordt continu op het verkeerde been gezet, omdat je denkt dat je voor een deel dezelfde taal spreekt. De Nederlander zegt ‘er is geen hond op de weg.’ De Belg zegt ‘er is geen kat op de baan.’ Zo kan je volledig langs elkaar heen praten. Ik verbleef toen tijdelijk in een uitgewoond appartement op de Avenue Louise, nu een hele mooie straat. Dan zit je daar die eerste avond en dan denk je ….hmm …. Wat was ook al weer het geweldige aan dit idee? Wat belangrijk is en dat zeg ik nu ook tegen anderen die naar het buitenland gaan, is dat je je voorneemt: ‘Ik blijf hier minimaal één jaar!’ Er zijn altijd 20.000 redenen om iets niet te doen. Maar daar gaat het even niet om. Wil je het of niet? Je moet af en toe uit je comfortzone durven gaan. Al moet je wel oppassen dat het geen crisis of panic zone wordt. Uiteindelijk haal je er altijd meer uit dan je van tevoren zelf denkt!’
Droombaan?
‘Ik heb het juiste beroep gekozen. Als ik geen accountant was geworden, dan had ik me wel in de sportwereld willen begeven. Ik heb veel met sport. Kijk naar Amerika. Sport gebeurt daar heel professioneel, niet alleen op het veld, maar ook daar omheen. Kijk naar basketbal en baseball. Dat is entertainment. Het product is daar de sport, niet het team. Het gaat niet om Manchester United of om Barcelona maar om de Champions League. In Europa ligt dat anders. In de sportwereld had ik zeker ook een uitdaging gevonden.’
Dit interview maakt deel uit van een serie interviews in Accountancy Vanmorgen nr 3 van deze maand. Ga voor een abonnement naar abonnement Accountancy Vanmorgen.
Geef een reactie