Hij had zijn fototoestel in de hand. Daar kwam ze. Zijn grote liefde. Hij drukte snel een paar keer af. Hij had haar scherp in het vizier. Zo was ze op haar allermooist. Haar lach was betoverend. Het liefst zou hij nu op haar toestappen en zeggen op dit moment heb ik altijd gewacht. Hij zou zijn handen om haar willen slaan. Haar willen knuffelen. Ze kwam dichterbij. Hij schoot nog snel een paar foto’s. Daarna moest hij weg voordat haar hond hem in de gaten zou krijgen.
Hij trok zich terug in de struiken van het park. Wachtte tot ze voorbij was gelopen. Daarna liep hij snel naar huis. De zon zou zo onder gaan. Thuisgekomen ging hij naar zijn zolderkamer. Verduisterde deze helemaal. Daarna pakte hij zijn fototoestel. Draaide de film terug. Iets wat hij na al die jaren op gevoel kon. Daarna drukte hij op een schakelaar. Een klein rood licht ging aan. Nu kon hij verder met het ontwikkelen en afdrukken van zijn foto’s. Zwart-wit dat gaf de scherpste contrasten. Wat hem betreft hadden ze kleurenfotografie nooit hoeven uit te vinden. Maar nog belangrijker vond hij het dat hij het proces van ontwikkelen en afdrukken volledig in eigen hand had. Leve de analoge wereld. Dat was minder vluchtig. Daarbij hield je de zaken nog zelf in de hand. Tegen middernacht hing hij de foto’s op om te drogen. Morgen bij daglicht zou hij pas goed kunnen zien of het de moeite waard was geweest. Nu ging hij naar bed. Hij verheugde zich op de dag van morgen. Dan zou hij Paula weer zien. Langzaam maar zeker groeiden ze naar elkaar toe. Tot die dag dat ze niet meer om hem heen kon.
*****
Yasin was onderweg naar Christa. Nadat hij Paula op kantoor had afgezet reed hij direct naar het huis van Christa. De algemene antwoorden van Paula bevielen hem niets en hij kreeg sterk het idee dat Paula Christa de hand boven het hoofd hield. Op de parkeerplaats had hij Paula aangekeken en gezegd. ‘Paula als er iets is dat ik moet weten, dan moet je met het nu zeggen.’ Daarna was ze stil gebleven. ‘Ik weet niet of ik iets te zeggen heb. Misschien moet je daarvoor wel bij Christa zijn.’
Zijn mobiel ging. Hij tastte op zijn linkerstoel en voelde zijn oortje. Nadat hij deze had ingedaan, accepteerde hij het gesprek.
‘Met Joke. Je moet nu naar kantoor komen.’ Ze klonk geïrriteerd en gehaast.
‘Waarom. Ik wou net langs gaan bij Christa.’
‘Wacht daar nog maar even mee.’
‘Ik moet je eerst iets laten zien.’
‘Je maakt me wel nieuwsgierig. Maar ik zal de auto weer in de richting van kantoor sturen.’
Bij kantoor aangekomen parkeerde Yasin zijn auto –tegen alle kantoorregels in – op de parkeerplaats voor bezoekers. Met een draf liep hij naar de kamer van Joke.
‘Wat is er zo dringend dat niet kon wachten.’
Joke stond van haar stoel op en deed de deur dicht.
‘Ga zitten en zet je schrap.’
Daarna pakte ze haar IPad. ‘Kijk maar eens goed’
Yasin keek naar de foto. Zwart wit. Niet scherp. Dat is Marco Meerman. Wat is daar zo bijzonder aan.
‘Kijk nog maar eens beter. Je mist iets’
Yasin pakte de IPad op. Zoomde met zijn vingers verder in op de foto.
‘Maar dat lijkt Christa wel.’
‘Ze is het. Kijk maar eens naar de slag in het haar.’
‘Hoe kom je hieraan?’
‘Zat vanmorgen in mijn mailbox. Van een voor mij onbekend e-mail adres. Even dacht ik dat het spam was. Maar de virusscanner gaf aan dat het een veilig bestand was. Dus werd ik nieuwsgierig.’
‘En nu?’
‘Dat wilde ik dus met jou overleggen. Jij bent direct verantwoordelijk voor haar.’
‘Ik was net naar Christa onderweg. In de auto merkte een Paula een aantal zaken op. Maar nu ik deze foto zie begin ik het steeds beter te begrijpen. Christa en Marco hebben iets gehad zonder dat ze dit met mij of een andere vennoot heeft gedeeld. Ik ga straks nog naar haar toe om haar daarmee te confronteren.’
‘Misschien is het beter dat we tot begin volgende week wachten als ze weer begint. Dan kunnen we samen het gesprek voeren. Dat vind ik wel net zo netjes tegenover haar.’
‘Je hebt gelijk. Maar wat bezield iemand om deze foto met jou te delen? Stond er verder nog iets bijgeschreven?’
‘Nee helemaal niets.’
‘Er is nog iets’ zei Joke.
‘Daan zit in de problemen. De FIOD wil met hem praten. Iets met Yourki Bouw.’
‘Ook dat nog. Kun je iets meer vertellen?’
‘De Belastingdienst schijnt een of ander memo gevonden te hebben dat hij heeft geschreven. Uit dat memo blijkt kennelijk dat Daan geadviseerd heeft om creatief om te gaan met de BTW. Zelf ontkent hij alles.’
‘Wat doen we nu? Laten we eerst dat gesprek met de FIOD maar afwachten. Daarna kunnen we altijd de stormbal nog hijsen.’
Geef een reactie