De Accountantskamer heeft een RA een berisping opgelegd vanwege tekortkomingen in de controle van de jaarcijfers van een thuiszorgorganisatie die later failliet is verklaard. Met name het achterwege laten van de controle van (naar later bleek ten onrechte) gedeclareerde bedragen is de accountant opgebroken.
De RA was sinds 2010 de controlerend accountant van de thuiszorgorganisatie. Begin dat jaar gaf zij voor drie zorgkantoren accountantsverklaringen inhoudende een oordeel met beperking af bij nacalculaties over 2009. De jaarrekening over 2009 is in mei 2010 goedgekeurd.
Het oordeel met beperking komt voort uit het ontbreken van een adequate urenregistratie van de medewerkers op cliëntniveau. Daardoor was niet onvoldoende informatie voorhanden om te kunnen vaststellen dat de gedeclareerde zorg feitelijk was geleverd. Bovendien ontbraken indicatiebesluiten van een aantal cliënten. De RA kon daardoor niet vaststellen of er correcties noodzakelijk waren met betrekking tot het totaal gedeclareerde bedrag.
Misstanden
In 2011 blijkt uit een onderzoek in opdracht van één van de zorgkantoren dat de thuiszorgorganisatie veel meer zorg heeft gedeclareerd dan daadwerkelijk is geleverd. Dat leidt tot een onderzoek van de Inspectie SZW en de FIOD. De RA wordt verhoord, maar niet vervolgd voor de geconstateerde misstanden, hoort zij in 2014.
De thuiszorgleverancier gaat in 2012 failliet. De curator vraagt bij de RA herhaaldelijk het controledossier over 2009 op, maar aan dat verzoek wordt geen gehoor gegeven. Op basis van de gegevens van de inspectie doet de curator zelf een onderzoek. Het accountantskantoor geeft later desgevraagd aan dat Voor de controle van de post ‘wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie’ over 2009 volledig is gesteund op de controle van de nacalculatiestaten 2009. “Er zijn geen additionele werkzaamheden verricht.”
Aanvullende werkzaamheden
De curator dient vervolgens in 2016 een klacht in bij de Accountantskamer: er is een goedkeurende verklaring afgegeven over de jaarcijfers 2009, hoewel in de jaarrekening ten onrechte een bedrag van € 3,7 miljoen aan omzet is verantwoord. De RA had na de controle van de nacalculaties aanvullende werkzaamheden moeten verrichten, niet alleen moeten afgaan op verklaringen van de (indirect) bestuurder van de thuiszorgorganisatie en signalen van fraude serieus moeten nemen. De RA verweert zich door te stellen dat de klacht te laat is ingediend.
Klacht tijdig ingediend
Daar is de Accountantskamer het niet mee eens. De klacht gaat over de controle van de post wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidies in de jaarrekening over 2009. Die controle is afgerond met het afgeven van de goedkeurende verklaring bij die jaarrekening, op 21 mei 2010. De klacht is binnengekomen op 17 mei 2016 en dus binnen de zesjaarstermijn. “Dat het vergaren van voldoende controle-informatie voorafgaande aan het afgeven van de verklaring had moeten plaatsvinden en dus (mogelijk) meer dan zes jaar vóór het indienen van de klacht, maakt dat niet anders, omdat pas tot het afgeven van een goedkeurende verklaring mocht worden overgegaan, zodra betrokkene kon beschikken over voldoende controle-informatie.”
Ook de termijn van drie jaar voor het indienen van de klacht is niet overschreden, vindt de tuchtrechter. De curator heeft pas in 2015 het controledossier met betrekking tot de nacalculaties ontvangen. “Pas daarna heeft hij kunnen constateren wat hij betrokkene verwijt. Deze constateringen heeft hij niet kunnen doen aan de hand van alleen de verklaringen bij de nacalculaties en de verklaring bij de jaarrekening.”
Geen reden voor extra werk
De RA stelt dat zij het niet nodig vond om zelf nog aanvullende controlewerkzaamheden te (laten) verrichten omdat zij ervan mocht uitgaan dat de gefactureerde productie door de zorgkantoren als definitief werd beschouwd. Bovendien verwijst ze naar zorgtoezichthouder NZa, die het zorgkantoor had opgedragen vóór 1 mei 2010 met de zorgaanbieder overeenstemming te bereiken over de financiële afronding van de in 2009 geleverde productie. “Daaruit heeft zij
afgeleid dat het de bedoeling is dat de zorgkantoren de nacalculaties vóór die datum goedkeuren.” Een van de zorgkantoren had haar telefonisch verteld dat er geen aanleiding was om niet te betalen. Voor de RA was dat reden om aan te nemen dat er geen onzekerheid meer was over de ter discussie staande post.
Geen toereikende informatie
Die argumentatie is voor de Accountantskamer niet voldoende. “Gezien de bij de nacalculaties afgegeven verklaringen inhoudende een oordeel met beperking staat vast dat betrokkene geen toereikende informatie heeft kunnen verkrijgen om tot de conclusie te komen dat de nacalculaties geen afwijking van materieel belang bevatten.” Ook de bevestiging van het zorgkantoor is niet overtuigend: “Het ligt […] voor de hand dat de accountant alleen betekenis toekent aan een akkoordverklaring door het zorgkantoor. Daarvan is geen sprake en betrokkene heeft ook niet gesteld dat wat zij aanduidt als een bevestiging als een akkoordverklaring moet worden opgevat.” Ook e-mailberichten van de administrateur van het thuiszorgbedrijf die dat suggereerden, konden niet volstaan. “Zij had nadere informatie
moeten vergaren om zich ervan te vergewissen dat de zorgkantoren instemden met de nacalculaties. Denkbaar was bijvoorbeeld dat zij de zorgkantoren had verzocht de in het vooruitzicht gestelde bevestigingen ook aan haar te sturen.” De slotsom is dat de RA niet over voldoende informatie beschikte voor het afgeven van de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening over 2009.
De klacht dat de RA signalen van fraude onvoldoende serieus heeft genomen, is door de curator onvoldoende onderbouwd. De gebrekkige urenadministratie en het ontbreken van indicatiebesluiten van een aantal cliënten hoefden niet per definitie te duiden op vervalsing of wijziging van administratieve gegevens, aldus de Accountantskamer, die de RA een berisping oplegt.
Geef een antwoord