Een AA die een klant niet duidelijk inlichtte over het beëindigen van zijn werkzaamheden, heeft van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
een waarschuwing opgelegd gekregen. De Accountantskamer had de klacht in eerste instantie afgewezen.
Een vrouw en haar man waren samen, elk indirect via BV’s, vennoten in een VOF. Een AA (die zich in 2017 heeft laten uitschrijven) stelde tot begin 2016 de jaarrekening samen van de betrokken bedrijven. In verband met een echtscheiding moest de VOF in 2017 worden afgewikkeld, wat tot diverse procedures heeft geleid.
Uitspraak: ECLI:NL:CBB:2019:309
De vrouw dient een klacht in tegen de AA omdat hij fraude door haar ex-man en de daardoor ontstane slechte situatie van de VOF zou hebben genegeerd. Bovendien heeft hij, in tegenstelling tot wat hij had beloofd, in het conflict de kant van de ex-man gekozen, betoogt ze, en heeft de AA een feitelijk onjuiste verklaring afgelegd bij de rechter, waardoor de ex-man € 116.000 aan de VOF kon onttrekken. De Accountantskamer oordeelt (in een niet-gepubliceerde uitspraak) dat niet is bewezen dat de AA tuchtrechtelijk iets te verwijten valt. De verklaring voor de rechter dateert van na zijn uitschrijving uit het register, zodat dat deel van de klacht niet-ontvankelijk is.
Hoger beroep
De vrouw laat het er niet bij zitten en stapt naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). De tuchtrechter heeft naar haar mening niet alle klachtonderdelen behandeld, maar dat is volgens het college onvoldoende onderbouwd. Ook de klacht dat de AA zou hebben toegezegd haar kant te kiezen in het conflict, vindt het CBb niet genoeg onderbouwd.
Einde werkzaamheden niet gecommuniceerd
Anders ligt het met het verwijt dat de AA de vrouw niet duidelijk en ondubbelzinnig heeft ingelicht over het beëindigen van zijn werkzaamheden. ‘Van een accountant mag worden verwacht dat indien hij zijn werkzaamheden beëindigt, hij hierover duidelijkheid schept naar zijn opdrachtgever en dat bijvoorbeeld een schriftelijke bevestiging van de beëindiging van de werkzaamheden die duidelijkheid kan bieden.’ De AA heeft erkend dat hij niet schriftelijk of op een andere manier heeft gecommuniceerd dat hij zijn werkzaamheden voor de VOF heeft beëindigd. ‘Door dit na te laten heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.’
Het CBb verklaart het beroep gegrond en legt aan de AA alsnog de maatregel van waarschuwing op.
Geef een reactie