Kleine accountantsorganisaties voorzien ten onrechte problemen bij de naleving van de handvatten die de AFM vorige week publiceerde om integriteitsproblemen op te sporen en aan te pakken. Dat laat de NBA weten in reactie op berichtgeving van het FD. De NBA benadrukt dat het niet gaat om een nieuwe verplichting, maar om een hulpmiddel.
De AFM heeft vorige week een document gepubliceerd dat kantoren moet helpen bij de Systematische Integriteitsrisico Analyse (SIRA). Die moet ervoor zorgen dat zaken als fraude en witwassen bij klanten eerder en beter worden bestreden. Maar veel vragen blijven onbeantwoord, vinden de kleinere kantoren volgens het FD. Kantoren tot tien medewerkers vrezen dat ze een gespecialiseerde kracht moeten inhuren. Ook worstelen zij met frauderende klanten in kleine gemeenschappen: accountants moeten eerst met klanten praten voordat ze naar de politie of FIOD stappen. Novaa-directeur Guus Ham vindt dat prima. ‘Maar als de gecontroleerde klant de directeur van de voetbalclub is met wie je elke zaterdagmiddag aan de toog staat, plaats je de accountant in een onmogelijke positie.’ Hij had gehoopt dat de NBA een aparte set aanbevelingen had gepubliceerd. Maar die staat niet op de rol, zegt hij in het dagblad.
Aparte functionaris
De Novaa is verbaasd over de aanbeveling om per kantoor een aparte functionaris te benoemen die een integriteitsbeleid moet implementeren. ‘Kleine kantoren hebben die niet. Er moet dus een aparte figuur worden ingevlogen.’ Een anonieme eenpitter uit Zuid-Holland vindt dat de handvatten ‘los van een stukje bewustwording niets toevoegen’. Hij zegt al risicoprofielen van zijn klanten te maken. Dat hij daarin het land van herkomst van zijn klant moet benoemen, vindt hij overdreven. ‘Ik heb helemaal geen buitenlandse klanten in belastingparadijzen.’
Scheidslijn niet duidelijk
Het FD schrijft dat de AFM een protocol heeft gekopieerd dat DNB sinds 2018 gebruikt en heeft aangevuld met praktijkvoorbeelden van kleinere organisaties die het protocol al toepassen. Volgens advocaat Monique van Dijken Eeuwijk is de reikwijdte van het protocol niet duidelijk. Met name de scheidslijn tussen accountantstaken en opsporingswerk blijft vaag.
Geen dwingend protocol
In reactie op de berichtgeving van het FD laat de NBA via Accountant.nl weten dat AFM, NBA en SRA in een gezamenlijke brief hebben aangegeven dat organisaties zelf kunnen bepalen hoe ze integriteitsrisico’s inzichtelijk maken. Het SIRA-stappenplan is een geschikt hulpmiddel daarbij. De handreiking is dus geen dwingend protocol. Compliance-adviseur Arnout van Kempen geeft aan dat de SIRA-handreiking vooral een uitwerking is van een verplichting die al jaren in de Wta staat: dat accountants moeten zorgen voor een integere bedrijfsvoering en dus geen betrokkenheid mogen hebben bij klanten die niet-integer gedrag vertonen. Ook de Wwft geeft al langer aan dat accountants(kantoren) per cliënt een inschatting moeten maken van een mogelijk witwas- of terrorismerisico en zo nodig nader onderzoek doen. ‘Het echte nieuws is dat de AFM regels die al jaren gelden aan het uitwerken is en daarbij de vergunninghouders helpt invulling te geven aan hun verplichtingen.’
De AFM publiceerde de handvatten voor toepassing van de SIRA vorige week
Bron: FD en Accountant.nl
Het gaat dus om kantoren met minder dan tien medewerkers, maar met een vergunning van de AFM voor het verrichten van wettelijke controles.
Let wel, dat zijn dan dus kantoren die tot op heden de Wta (artikel 21) al gewoon moeten naleven, maar ook de WWFT inclusief artikel 2b, en vanzelfsprekend de VGBA, met name de artikelen 7, 8, 9 en 10. En natuurlijk ook NOCLAR en de COS.
Maar nu de AFM met een handreiking komt over de invulling van de verplichting, is dat ineens heel spannend?
Dat Guus Ham het problematisch zou vinden dat een accountant moeite heeft een rechte rug te behouden als deze iedere zaterdag met zijn klant aan de toog hangt, lijkt me bijzonder. Ik ken Guus Ham als iemand die staat voor een hoge kwaliteit, voor integriteit en een rechte rug, juist bij de kleinere kantoren. Hij weet best dat het soms handiger is niet iedere zaterdag met je klant aan de toog te hangen. Maar wat hij vooral best weet is dat ook eenpitters en accountants van kleine kantoren in overgrote meerderheid juist een prima rol vervullen door hun integriteit en hun rechte rug. Accountants die bang zouden zijn het gesprek met een klant aan te gaan, als die klant over de grenzen van de accountant gaat? Kom nou toch.