Een autohandelaar die een auto invoert uit een andere EU-lidstaat, mag de factor ‘marktsituatie handelaar’ gebruiken om de grondslag voor de bepaling van de BPM met maximaal 5% te corrigeren. Dat oordeelt de Hoge Raad in een zaak waarbij een handelaar een naheffingsaanslag kreeg opgelegd.
Een handelaar in gebruikte auto’s betaalt op 3 september 2013 BPM voor een uit een andere EU-lidstaat afkomstige gebruikte personenauto. De afschrijving is bepaald aan de hand van de koerslijst van Eurotaxglass’s. Die lijst biedt de mogelijkheid bij het bepalen van de inkoopwaarde van een in Nederland geregistreerd, gebruikt motorvoertuig rekening te houden met de ‘marktsituatie handelaar’; de invloed daarvan op de inkoopwaarde is standaard ingesteld op nul. Na het aanvinken van ‘marktsituatie handelaar’ in de koerslijst kan de invloed op de inkoopwaarde worden verhoogd of verlaagd met maximaal 5%. De handelaar heeft daarvan gebruik gemaakt om de waarde met 5% te verlagen.
De Belastingdienst vindt dat niet terecht en legt een naheffingsaanslag op. De handelaar stapt naar de rechter. Het gerechtshof oordeelt dat hij niet heeft onderbouwd waarom een correctie op de waarde kan worden toegepast.
Gelijke belasting
De Hoge Raad stelt voorop dat het Europese recht beoogt dat de binnenlandse belastingen gelijk moeten zijn voor producten die al binnen de grenzen zijn en voor producten die uit het buitenland komen. ‘De bedoelde volstrekte neutraliteit van de binnenlandse belastingen vereist dus dat BPM zo wordt geheven dat deze de handel in nationale gebruikte voertuigen op de binnenlandse markt niet begunstigt, waardoor het binnenbrengen van gelijksoortige gebruikte voertuigen zou worden ontmoedigd. De voor de auto in aanmerking te nemen afschrijving mag daarom in geen geval lager zijn dan de afschrijving die zich voordoet bij een gelijksoortig in Nederland geregistreerd, gebruikt motorvoertuig.’
Geen bewijs nodig
De Hoge Raad neemt aan dat alle in de gebruikte koerslijst gespecificeerde factoren van invloed kunnen zijn op de prijs die een wederverkoper bereid is te betalen bij de inkoop van een particulier van een in Nederland geregistreerd, gebruikt motorvoertuig. Daartoe hoort ook de ‘marktsituatie handelaar’. En toepassing van de koerslijst mag met die factor rekening worden gehouden, oordeelt de raad, ‘omdat anders niet is uitgesloten dat een uit een andere lidstaat afkomstig gebruikt motorvoertuig bij registratie in Nederland wordt onderworpen aan een hogere belasting dan de belasting die in bepaalde gevallen nog rust op gelijksoortige in het binnenland verhandelde, geregistreerde motorvoertuigen’. Anders dan het hof oordeelt de Hoge Raad dat een belastingplichtige de correctie mag toepassen zonder daarvoor verder bewijs te leveren.
De autohandelaar krijgt gelijk en de naheffingsaanslag wordt vernietigd.
Uitspraak: ECLI:NL:HR:2019:1783
Geef een reactie