Wie een personenauto importeert met dusdanige schade dat de auto niet de weg op kan, mag de verschuldigde BPM berekenen aan de hand van de waarde vóór schadeherstel, zo oordeelt het gerechtshof in Den Bosch. Anders zouden voor buitenlandse voertuigen in dezelfde situatie hogere BPM-bedragen gelden dan voor in Nederland geregistreerde voertuigen.
Een VOF haalt in 2016 een gebruikte Suzuki Swift uit het buitenland. De VOF laat de beschadigde auto taxeren. Dat leidt tot een handelswaarde van € 1.714: volgens de taxateur is de waardevermindering door de schade € 7.150. De verschuldigde BPM moet worden berekend op € 438. De RDW heeft de auto op de status ‘Wachten op keuring’ (WOK) gezet omdat er sprake is van essentiële gebreken. De WOK-status leidt tot het intrekken van de BPM-aangifte. Na het herstel van de gebreken wordt opnieuw melding voor de BPM gedaan, waarbij een verschuldigd bedrag van € 1.967 uit de bus rolt.
EU-verdrag
Maar de VOF maakt bezwaar en krijgt van de rechter gelijk: de BPM mag worden berekend aan de hand van de waarde voorafgaand aan het herstel van de schade. Het hof verwijst in hoger beroep naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin is opgenomen dat lidstaten op producten van de overige lidstaten geen hogere binnenlandse belastingen heffen dan op nationale producten. Met betrekking tot de BPM schrijft de wet een vermindering voor gebruikte personenauto’s voor middels een procentuele afschrijving op grond van de catalogusprijs. Is er sprake van essentiële gebreken – waardoor geen gebruik kan worden gemaakt van de openbare weg – dan wordt de vermindering van de BPM voor ingevoerde auto’s pas vastgesteld nadat de gebreken zijn hersteld.
WOK-status verschillend behandeld
Volgens het hof is er sprake van ongelijke behandeling: ‘Door de werkwijze die wordt gevolgd door de Inspecteur en de RDW kan niet worden uitgesloten dat een ingevoerde gebruikte auto in bepaalde gevallen is onderworpen aan een hogere belasting dan de belasting die nog rust op de waarde van gelijksoortige, reeds op het nationale grondgebied geregistreerde auto’s.’ Op een in Nederland geregistreerde auto met WOK‑status is het restant van de bruto BPM verminderd met een afschrijving van toepassing, maar op een ingevoerde auto met WOK‑status wordt pas een vermindering toegepast na herstel van de essentiële gebreken. ‘De waardevermeerderende omstandigheid van die reparatie werkt dus door in de uiteindelijk verschuldigde BPM, terwijl dat bij een in Nederland geregistreerde auto met WOK-status na herstel van die essentiële gebreken niet het geval is.’ Dat is in strijd met het EU-recht, aldus het hof.
Geen doos onderdelen
Het hof is het niet eens met de Belastingdienst dat de kosten die moeten worden gemaakt om van een wrak of doos met losse onderdelen een rijwaardig of veilig voertuig te maken, niet aan de heffing van BPM kunnen worden onttrokken. ‘Een personenauto is een motorrijtuig op drie of meer wielen. Pas als daarvan sprake is, zal BPM verschuldigd zijn. Dat kan dus onder omstandigheden een wrak zijn, maar dat is in elk geval niet een doos onderdelen.’
De VOF mag bij de bepaling van de BPM niet uitgaan van het historisch (lagere) tarief 2012-1, oordeelt het hof. Daarvoor zou de auto een productiedatum moeten hebben die is gelegen vóór 1 juli 2012, maar dat heeft de VOF niet aangetoond. Wat dat betreft wijst het hof het beroep van de Belastingdienst toe. De BPM wordt vastgesteld op € 438, na een afschrijving van ruim 92% op de cataloguswaarde.
Uitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2020:127
Reclame op je auto zegt
wauw hier schrik ik van heb 2 jaar weg geweest kijk is wat is gebeurd wil binnekort ook een auto importeren maar word zekker een auto met licht schade ik heb echt geen zin in die hele gedoe wat ik raar vind waarom wok waarom zoveel tijd en moeite in een auto met zoveel schade