In dit drieluik krijgt u handvatten waarmee u kunt bepalen of mediation in een bepaalde fiscale kwestie een goede keuze kan zijn. Deze week ga ik in op de verschillende soorten fiscale kwesties die in aanmerking zouden kunnen komen voor mediation.
De laatste jaren krijg ik meer vragen over mediation in fiscale kwesties. In veel gevallen vindt er echter toch geen mediation plaats. In dit drieluik krijgt u handvatten waarmee u kunt bepalen of mediation in een bepaalde fiscale kwestie een goede keuze kan zijn. Vorige week besprak ik de meest voorkomende bronnen, die tot conflicten kunnen leiden tussen belastingplichtige en de Belastingdienst. Deze week ga ik in op de verschillende soorten fiscale kwesties die in aanmerking zouden kunnen komen voor mediation.
In zijn algemeenheid geldt dat zakelijke mediation geschikt is voor situaties waarbij naast tegengestelde belangen ook gedeelde belangen aanwezig zijn. Bij fiscale kwesties is dit niet anders. Dit betekent dat alle soorten kwesties in de basis geschikt kunnen zijn voor mediation. Ik geef een aantal voorbeelden.
Horizontaal Toezicht
Bij Horizontaal Toezicht (HT) wordt vertrouwen als vertrekpunt genomen. Alhoewel dat een mooi vertrekpunt is, kan het ook makkelijk een voedingsbodem voor geschillen worden. Met name geschillen over de uitleg en de uitvoering van een HT-convenant zijn bij uitstek geschikt om te mediaten. Dat dit (nog) niet bij iedereen bekend is (c.q. was), bewijst de staatssecretaris van Financiën in zijn schrijven van 6 juli 2007.‘Het ligt dan ook niet voor de hand (bij de uitleg van een HT-convenant, red.) om de rechter in te schakelen bij geschillen of gebruik te maken van mediation’.
Nu we bijna 13 jaar verder zijn, hoop ik ten zeerste dat dit inzicht van de toenmalige staatssecretaris naar het prehistorisch tijdperk kan worden verwezen. Immers, juist bij de uitleg van een convenant hebben partijen naast hun eigen (en mogelijk tegengestelde) belang, ook een gezamenlijk belang om tot een soepele uitvoering en samenwerking te komen. Het geeft maar weer eens aan hoe onbekend het instrument van mediation is.
Materieel belastingrecht
Een tweede voorbeeld: ten behoeve van een bepaalde investeringsaftrek vraagt een inspecteur een nadere onderbouwing. De adviseur van de belastingplichtige levert deze aan. De inspecteur heeft deze beoordeeld en wijst een beroep op de faciliteit in een kort briefje af. De adviseur ergert zich hieraan en zal bovendien aan zijn cliënt moeten uitleggen dat de faciliteit niet wordt gehonoreerd. Wellicht heeft de adviseur de (begeleiding van de) investering zelfs geïnitieerd. Bovendien kan er nu meer druk komen te liggen op de nota die hij heeft gestuurd, en op de uren die hij nog zal declareren.
Mogelijk is het niet helder wat de inspecteur precies bedoelt met ‘nadere onderbouwing’. Gaat het om een onderbouwing met (juridische) documenten of om een cijfermatige onderbouwing? Of beide? Bedoelt de inspecteur dat de adviseur, in zijn ogen, de investering aannemelijk dient te maken – of moet hij iets aantonen? En wat wordt verstaan onder aannemelijk maken? Wanneer is iets aannemelijk genoeg? Wanneer is iets voldoende aangetoond?
Internationaal belastingrecht
Voorbeeld drie: naar aanleiding van een eerdere controle hebben een belastingplichtige en de Belastingdienst voor de Vpb een vaststellingsovereenkomst gesloten over een verdragstoepassing. Het gaat over een vaste inrichting in België van een Nederlandse besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het betreft de toerekening van bepaalde omzet en bepaalde kosten. Door de winstontwikkeling komt pas in een latere fase de vraag van verliesverrekening aan bod. Beiden voelen zich beetgenomen door de ander. De adviseur van de belastingplichtige vanwege het feit dat zijn voorstel voor verliesverrekening wordt geweigerd. En de inspecteur doordat de adviseur in zijn ogen de vaststellingsovereenkomst onjuist interpreteert.
Abbb (algemene beginselen van behoorlijk bestuur)
In dit vierde voorbeeld is een cliënt van een accountantskantoor zijn kilometeradministratie kwijtgeraakt. Zijn accountant geeft aan dat hij daar dan geen rekening mee kan houden. Als de cliënt enkele jaren later gaat verhuizen, vindt hij alsnog de doos waar de gewenste papieren in zitten. Aangezien de bezwaartermijnen inmiddels verstreken zijn, doet zijn accountant een verzoek om ambtshalve vermindering. Omdat het pensioendossier daarnaast ook niet volledig op orde is, stelt de inspecteur voor om de pensioenregeling niet onzuiver te verklaren voor de loonbelasting, en de last in de winstsfeer conform ingediende aangifte te accepteren. Dit onder de voorwaarde dat het verzoek om ambtshalve vermindering wordt ingetrokken.
De adviseur is verbijsterd. Hij vindt dat de inspecteur zaken met elkaar verbindt, die niets met elkaar te maken hebben. Ook vraagt hij zich af of de inspecteur wel bevoegd is ter zake de loonsfeer van het pensioen. De adviseur stelt dat er sprake is van détournement de pouvoir (een van de abbb’s). De inspecteur gebruikt een middel waarvoor het niet is bedoeld, namelijk een ‘toekenning’ onder (in zijn ogen) oneigenlijke voorwaarden. De adviseur meent dat er sprake is van een opgewekt vertrouwen bij het beleid ter zake van ambtshalve verminderingen en vindt – nu hij dit niet eerder zo heeft meegemaakt – dat bovendien het gelijkheidsbeginsel in het geding is. Het lastige is dat de adviseur geen gebruik meer kan maken van de normale rechtsgang van bezwaar en beroep. De gereedschapskist van de adviseur is in dezen niet helemaal leeg, maar wel zeer karig gevuld.
Formeel belastingrecht
Voorbeeld vijf: een inspecteur legt een navorderingsaanslag op. Naar het oordeel van de belastingplichtige en de adviseur is er echter geen sprake van een nieuw feit. Partijen zouden hierover een oordeel van de rechter kunnen vragen, als ze er (in de bezwaarfase) niet uitkomen. Echter, in een gesprek zouden ze mogelijk eerst kunnen onderzoeken wat ieders zienswijze is met betrekking tot het begrip ‘nieuw feit’. Mochten partijen er niet uitkomen, dan staat altijd nog een gang naar de rechter open.
Invorderingskwesties
Een zesde voorbeeld: bij invorderingskwesties staat de belastingschuld zelf in verreweg de meeste gevallen formeel vast. Toch kan mediation soms zinvol zijn, als er kan worden bekeken hoe en wanneer er betaald kan worden. Zeker als de liquide middelen niet voorhanden zijn, kunnen zaken als verrekening en eigen verkoop prevaleren boven een executele verkoop. Invorderingskwesties zijn vaak emotioneel en de ontvanger kan daar weinig mee. Immers, de ontvanger houdt zich niet bezig met het vraagstuk of de aanslag terecht is. Die houdt zich aan de feiten. Een gespreksleider (lees: mediator) kan dan mogelijk helpend zijn.
De grootste gemene deler: het feitencomplex
Je zou denken dat de feiten nu eenmaal de feiten zijn. Niets is minder waar. Een voormalig raadsheer bij Hof Amsterdam vertelde mij ooit dat hij aanvankelijk dacht dat rechtspreken als zodanig niet zo lastig was. Als de feiten compleet waren, kon hij immers tot een fiscaal oordeel komen. Tot zijn verbazing (in de aanvangsfase van zijn raadsheerschap wel te verstaan) bleken juist de feiten zeer lastig boven tafel te komen. Bovendien bleken die feiten vaak geen feiten te zijn, maar aannames, overtuigingen en paradigma’s, die vol overtuiging door de andere partij werden bestreden. In zeer veel gevallen gaat het bij geschillen en conflicten mede om:
- het onderscheid tussen feiten, aannames, overtuigingen en paradigma’s;
- de weging van de feiten; en
- de interpretatie van de feiten.
Juist deze punten kunnen zich uitstekend lenen voor mediation.
Mediation of een goed gesprek?
Een goed gesprek tussen partijen, zonder een externe begeleider, kan veel verhelderen. Echter, in enkele (uitzonderings)gevallen kan de kwestie escaleren. Het nadeel van escalatie is dat de werkrelatie onder druk komt te staan. Met name wanneer de werkrelatie ook in de toekomst nog functioneel dient te zijn, kan het zinvol zijn om hierin te investeren in plaats van deze te bevechten.
In het derde en laatste deel van dit drieluik zal ik ingaan op tal van praktische aspecten van mediation in fiscale kwesties: wat zijn de voordelen, wat zijn de nadelen, waar moet u op letten en hoe pakt u zoiets aan?
drs. Servaas M.M. Vrijburg is algemeen directeur van Fiscount en zakelijk mediator
Meer weten over dit onderwerp? In de modulaire opleiding ‘De (accountant)adviseur als businesscoach’ – module 1: Begeleiden bij zakelijke conflicten en dilemma’s’ krijg je inzicht in hoe conflicten ontstaan, waardoor ze (niet) escaleren, welke onderhandelingsstijlen en -technieken er zijn en wat je op welk moment moet inzetten om tot oplossingen te komen.
Geef een reactie