De Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt niet veel mogelijkheden om een gemachtigde te weigeren die in veel belastingzaken optreedt en daarbij al een paar jaar regelmatig beledigende, smadelijke en bedreigende taal uit richting ambtenaren van de Belastingdienst, rechters en rechterlijke colleges. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag bepaald in een arrest dat van belang kan zijn voor de behandeling van vele andere bij de rechtbank en andere gerechten aanhangige zaken. Zo is er bijvoorbeeld geen grondslag om de persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan als gemachtigde of bijstandverlener te weigeren voor een langere periode dan gemoeid is met de verdere behandeling van de desbetreffende zaak in die instantie.
Uitspraak: ECLI:NL:HR:2021:141
Honderden belastingzaken
De man waar de zaak om draait treedt als gemachtigde op bij heel veel belastingprocedures. De rechtbank heeft momenteel honderden zaken in behandeling waarin de gemachtigde optreedt. De zaken betreffen met name geschillen over de heffing van BPM bij invoer in Nederland van motorrijtuigen uit andere EU-lidstaten en derdelanden en teruggaven van BPM bij de uitvoer van motorrijtuigen naar andere EU-lidstaten en derdelanden.
Beledigend, smadelijk, intimiderend en dreigend taalgebruik
In processtukken maakt hij vaak gebruik van beledigend, smadelijk, intimiderend en dreigend taalgebruik over ambtenaren van de Belastingdienst, rechters en rechterlijke colleges. Zo zegt hij in een zaak bij de rechtbank Gelderland bijvoorbeeld ‘De Hoge Raad is niks, anders dan een zooitje kennelijke topcriminelen’ en vindt hij dat de rechtbank is ‘uitgegroeid tot een intens crimineel bolwerk, dat naar de buitenwereld tracht te reclameren dat sprake is van onpartijdigheid en onafhankelijkheid, maar in werkelijkheid natuurlijk, inclusief de dienstdoend rechter in casu, [naam rechter] , onderdeel is van een maffioos bolwerk dat louter en alleen uit is op het creëren en handhaven van een interne rechtsorde die niet strookt met de bepalingen van het recht van de Unie, hetgeen een uiterst ernstige, strikt verboden praktijk is voor een nationale rechter.’
Prejudiciële vragen, NOB pleit voor terughoudendheid
De rechtbank Gelderland had daarom vorig jaar prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de vraag of de belastinggemachtigde voor een bepaalde periode mag worden geweigerd. Anders dan in het civiele recht is in het bestuursrecht namelijk niet expliciet opgenomen dat een gemachtigde voor een bepaalde tijd kan worden geweigerd. Daarbij werd ook de NOB om advies gevraagd. De Orde bleek het een lastige kwestie te vinden, maar vond wel ‘dat hier grote terughoudendheid past, hoe ongepast het gedrag van deze gemachtigde ook is.’
Hoge Raad
De Hoge Raad spreekt nu het volgende over de kwestie uit:
Artikel 8:25 Awb biedt de rechter die is belast met de behandeling van de zaak waarin de in die bepaling bedoelde ernstige bezwaren rijzen, niet een grondslag om de persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan als gemachtigde of bijstandverlener te weigeren voor een langere periode dan gemoeid is met de verdere behandeling van de desbetreffende zaak in die instantie.
Artikel 8:25 Awb biedt niet een grondslag om een persoon als gemachtigde te weigeren in alle bij eenzelfde instantie aanhangig zijnde zaken waarin diezelfde persoon als vertegenwoordiger of bijstandverlener optreedt.
Artikel 8:25 Awb biedt niet een grondslag om naast de natuurlijke persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan, ook de door de belanghebbende gemachtigde rechtspersoon waarvoor deze natuurlijke persoon rechtsgeldig is opgetreden, als gemachtigde te weigeren. Dat geldt ook ten aanzien van andere natuurlijke personen die aan diezelfde rechtspersoon zijn verbonden en/of onder de (feitelijke) leiding staan van de natuurlijke persoon tegen wie zodanige ernstige bezwaren bestaan dat een weigering op de voet van artikel 8:25, lid 1, Awb is gerechtvaardigd.
Geef een reactie