
Nederland heeft met de Europese Commissie overeenstemming bereikt over het Nationaal Strategisch Plan (NSP), dat boeren tussen 2023 en 2027 € 4,7 miljard steun biedt voor activiteiten die bijdragen aan een toekomstbestendige en innovatieve landbouw.
Volgens interim-landbouwminister Schouten – die maandag is opgevolgd door Piet Adema – is de goedkeuring van het NSP een mijlpaal in de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw. ‘Door boeren te belonen voor vergroening en innovatie op boerenbedrijven, maken we ze nadrukkelijk onderdeel van de oplossing voor de uitdagingen op het gebied van biodiversiteit, water en klimaat. Ik realiseer me dat het voor boeren een forse omslag betekent. Daarom worden ze voorgelicht en ondersteund om de subsidieregelingen te kiezen die passen bij hun bedrijf.’
Vast bedrag per hectare omlaag
De gesprekken tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Europese Commissie over het NSP hebben bijna een jaar geduurd. Over enkele weken volgt de formele goedkeuring. ‘In het nieuwe NSP zet Nederland fors in op vergoedingen voor maatschappelijke diensten en de urgente aanpak van water- en bodemkwaliteit en biodiversiteit. De directe betalingen waarbij boeren in het huidige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid een vast bedrag per hectare grond ontvangen, wordt de komende jaren verlaagd, ten gunste van deze omslag.’ Het strategische plan is onderdeel van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor de periode tot 2027.
Eco-regeling
De meest in het oog springende verandering is de nieuwe eco-regeling. Agrariërs kunnen uit ruim twintig eco-activiteiten kiezen om toe te passen op hun bedrijf. Die variëren van het beheren van houtwallen en het toepassen van kruidenrijke akkerranden tot het telen van eiwitgewassen. Hiervoor kunnen zij een vergoeding ontvangen van € 60, € 100 of € 200 per hectare. Per jaar wordt er € 152 miljoen aan besteed, € 762 miljoen in totaal. Daarnaast kunnen meer boeren meedoen aan het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb), waar € 560 miljoen in totaal voor is vrijgemaakt. Via het ANLb beheren boeren specifieke leefgebieden voor planten- en diersoorten, zoals boerenlandsvogels, en kunnen zij een bijdrage leveren aan klimaat en water.
Soepeler voorwaarden vanwege vertraging
Boeren die een beroep willen doen op deze subsidies moeten aan bepaalde duurzaamheidsvoorwaarden voldoen. ‘Voorbeeld is de verplichte bufferstroken langs akkers en weilanden. Voor de verplichte gewasrotatie en de regel dat 4% van het areaal niet-productief moet zijn, is vanwege de oorlog in Oekraïne één jaar uitstel van toepassing.’ Omdat de onderhandelingen nogal lang hebben geduurd, kunnen boeren voor 2023 veelal geen rekening meer houden met de GLB-subsidies. ‘Daarom wordt het eerste jaar dat Nederland met het nieuwe GLB werkt, gebruikt om ervaring op te doen. Boeren krijgen meer tijd om zich aan te melden. Als er zich situaties voordoen waarbij boeren niet meer kunnen voldoen aan voorwaarden, omdat zij bijvoorbeeld al gewassen gezaaid hebben voor het volgende teeltjaar, wordt daarmee rekening gehouden. Ook worden enkele voorwaarden voor het eerste jaar versoepeld om boeren te stimuleren gebruik te maken van de regelingen die bijdragen aan klimaat, milieu- en natuurdoelstellingen voor de Nederlandse landbouwsector.’
Jonge boeren en tuinders worden gesteund bij overnametrajecten. Ook krijgen jonge landbouwers een verhoogde subsidie bij investeringsregelingen. In totaal is € 120 miljoen beschikbaar voor de regelingen die zich op jonge boeren en tuinders richten. Daarnaast richt het GLB zich op de gebieden waar meer van boeren gevraagd wordt, zoals in veenweidegebieden en nabij Natura 2000-gebieden. Als zij hun bedrijf aan moeten passen of extensiveren, is er geld beschikbaar om samen te werken aan perspectief en het ontwikkelen en aanpassen van de bedrijfsvoering. Dit sluit aan bij de gebiedsgerichte aanpak voor de transitie van het landelijk gebied, wat een van de doelen is in het nieuwe NSP.
Geef een reactie