Een RA die ten onrechte de winstprognose goedkeurde in de prospectus van een vastgoedfonds dat al snel werd geliquideerd, moet meer dan twee ton betalen aan beleggers die instapten en hun geld grotendeels zagen verdwijnen. Het afgeven van de goedkeurende verklaring was een oneerlijke handelspraktijk, zo oordeelt de rechter. De RA werd al eerder berispt om dezelfde kwestie.
Het was een mooi plan, het plan dat Woon Kapitaal had in 2018: met geld van beleggers woningen aankopen van particulieren die hun huis vervolgens zouden terughuren. Senioren zouden zo hun overwaarde kunnen vrijmaken en voor beleggers was het een interessante en laagdrempelige manier om in vastgoed te investeren.
De beleggers kregen in ruil voor hun geld obligaties. Voor de uitgifte ervan werd een prospectus voor opgesteld, hoewel dat niet verplicht was. Er is een winstprognose en die moet nog wel even worden goedgekeurd door een accountant. De RA stelt de accountantsverklaring op. In het onderzoeksrapport schrijft hij onder meer: ‘Ons onderzoek betreffende de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd, kan als gevolg van de aard van dit onderzoek, slechts resulteren in het geven van een conclusie die een beperkte mate van zekerheid geeft. […] Op grond van ons onderzoek van de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de prognose.’
‘Genoeg rode vlaggen’
Begin 2019 is de prospectus klaar: Woon Kapitaal wil 4,9 miljoen euro ophalen en meldt dat de winstprognose voor de periode 2019-2029 is goedgekeurd door de RA. Het plan trekt een aantal beleggers, al schrijft het blad Beleggers Belangen dan al over het plan: ‘Door 80% van de marktwaarde te betalen, is er een buffer tegen mogelijke waardedalingen. Die korting wordt bij leegkomst van de woningen geïncasseerd. De obligatiehouders profiteren daar echter niet van. Zij krijgen een vaste coupon van 5 procent%= bij een looptijd van een jaar tot 6 procent= bij een looptijd van vijf jaar. De rente is hoog, gezien de huidige lage aanvangsrendementen. De inleg zal worden terugbetaald met de verkoop van de woningen, maar dat lijkt mij bij deze korte looptijden vrijwel onmogelijk. En dat terwijl de vorderingen van de obligatiehouders al na vijf jaar verjaren. Prognoses ontbreken in de prospectus, net als de jaarrekening van Woon Kapitaal. […] Omdat er ook geen AFM-toezicht is, zijn er genoeg rode vlaggen om deze propositie uit de weg te gaan.’
Liquidatie in het eerste jaar
Het gaat al vlot mis, want medio 2019 blokkeert de ING de rekening van Woon Kapitaal en in augustus krijgen beleggers het bericht dat er is overgegaan tot liquidatie van de vennootschap. ‘Woon Kapitaal was voornemens om over een periode van circa acht jaar te investeren in woningen. Zij krijgt niet de kans om dat te doen, omdat de bank vrij plotseling niet meer daaraan wilde meewerken. Daarnaast is Woon Kapitaal in het afgelopen jaar niet juist geadviseerd rondom de prognose en het prospectus. Gezien deze omstandigheden heeft Woon Kapitaal besloten haar werkzaamheden direct te beëindigen en het gehele saldo aan de obligatiehouders uit te keren. Dat betekent dat ieder circa 37,5 % van zijn inleg heeft teruggekregen.’
Een jaar later starten 25 boze beleggers een stichting die de belangen van de obligatiehouders gaat behartigen. Een van de acties is het aansprakelijk stellen van de RA en het sturen van een concept-tuchtklacht. Er wordt beslag gelegd op twee bankrekeningen en op het aandeel van de RA in de woning waar zijn moeder woont.
Tuchklacht: piramidespel
De stichting klaagt bij de Accountantskamer dat de RA nooit een goedkeurende verklaring had moeten afgeven voor de
winstprognose omdat er sprake was van een klassiek piramidespel. Door de accountantsverklaring kregen geïnteresseerde beleggers ten onrechte de indruk dat zij hun geld in een solide en goed doordachte vastgoedonderneming investeerden, ‘terwijl het voor iedere accountant duidelijk had moeten zijn dat de in een spreadsheet (…) weergegeven winstprognose nooit gerealiseerd zou kunnen worden’.
De tuchtrechter berispt de RA: hij heeft zijn opdracht niet bevestigd aan Woon Kapitaal en hij heeft geen deugdelijk onderzoek gedaan. Maar of de gebruikte spreadsheet een deugdelijke winstprognose bevat, kan de Accountantskamer niet beoordelen. Die waagt zich niet aan de conclusie dat het inderdaad ging om een piramidespel. ‘Daarvoor zou de Accountantskamer inzicht moeten hebben in de onderbouwing bij de veronderstellingen die aan de winstprognose ten grondslag hebben gelegen, maar dat inzicht ontbreekt.’
Oneerlijke handelspraktijk
De stichting eist bij de rechter vervolgens een schadevergoeding van ruim twee ton: de RA heeft jegens de beleggers onrechtmatig gehandeld en een oneerlijke handelspraktijk gepleegd. Die vordering wordt (bij verstek) toegewezen, maar de RA gaat in verzet. De schade is ontstaan doordat ING plotseling de bankrekening heeft opgeheven; de beëindiging van Woon Kapitaal houdt geen enkel verband met het rapport dat hij heeft opgesteld, zo betoogt hij
De rechter buigt zich over de vraag of er inderdaad sprake is van oneerlijke handelspraktijken. De RA is als handelaar aan te merken omdat de RA in het kader van de uitgifte van de obligaties optrad als controlerend accountant ten behoeve van de uitgevende instelling. Tuchtrechtelijk is al beslist dat sprake is van een normschending, aldus de rechtbank. ‘Dit betekent niet zonder meer dat ook in civielrechtelijke zin sprake is van schending van een zorgvuldigheidsnorm, en daarmee van een (beroeps)fout.’
Ontoereikend onderzoek
Maar de conclusie van de Accountantskamer levert in de ogen van de rechter ook civielrechtelijk een normschending op die ertoe heeft geleid dat de beleggers zijn misleid. ‘Van een redelijk en handelend en redelijk bekwaam controlerend accountant mag worden verwacht dat de controle van de gepresenteerde cijfers voldoende diepgaand en voldoende professioneel-kritisch wordt gedaan. Daarvoor dient hij ervoor te zorgen dat hij geschikte controle-informatie ontvangt zodat hij een gedegen controle kan uitvoeren. Niet gesteld of gebleken is dat [de RA] dergelijke informatie heeft opgevraagd bij Woon Kapitaal. [De RA] beschikte niet over onderbouwde veronderstellingen en toelichtingen bij de financiële informatie in de spreadsheet. Dat [de RA] de toereikendheid en betrouwbaarheid van onderliggende gegevens in zijn overwegingen heeft betrokken kan daarom niet worden vastgesteld. [De RA] heeft in het geheel niet inzichtelijk gemaakt op welke grond hij tot het oordeel is gekomen dat de prognose in lijn was met de veronderstellingen, nu niet is gebleken dat hij beschikte over alle relevante informatie en basisgegevens die aan de veronderstellingen ten grondslag lagen. [De RA] was zich ervan bewust dat zijn verklaring gebruikt zou worden voor geïnteresseerde beleggers, die waarde hechten aan een deugdelijk onderzoek naar de betrouwbaarheid van de winstprognose. Hij heeft, ondanks dat sprake was van ontoereikend onderzoek naar de betrouwbaarheid van de prognose, een goedkeurende verklaring afgegeven.’
Opzet niet vereist
Voor misleidende handelspraktijken is niet vereist dat de handelaar met opzet misleidende informatie geeft. ‘Het gaat erom of een gemiddelde consument door de (onjuiste) informatie op het ‘verkeerde been’ kan worden gezet en of die informatie van dien aard is dat deze de gemiddelde consument er toe kan brengen om een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.’ En daarom is de verklaring van [de RA] misleidend en daardoor oneerlijk, oordeelt de rechter.
Onzorgvuldig en misleidend
Een accountant heeft bij het uitvoeren van een wettelijke taak ook een zorgplicht voor derden. ‘Een extern controlerend accountant moet bij de uitoefening van zijn taken dus niet alleen rekening houden met de belangen van de onderneming waarvan hij de jaarrekening controleert, maar ook met die van derden. Dit omdat derden hun gedrag moeten kunnen afstemmen op de financiële informatie en de goedkeurende verklaring en bij het nemen van hun (financiële) beslissingen erop moeten kunnen vertrouwen dat het gepresenteerde beeld niet misleidend is. […] De fouten die [de RA] heeft gemaakt bij de controle van de financiële informatie vormen zoals gezegd de kern van zijn controletaak. Dit is ook ten opzichte van de beleggers onzorgvuldig en misleidend.’ Dat de activiteiten van Woon Kapitaal buiten het toezicht van de AFM vielen, maakt niet uit: er is besloten een prospectus uit te brengen en daarvoor is een controleverklaring van een accountant verplicht.
Causaal verband
De RA heeft dus onrechtmatig gehandeld jegens de beleggers. Maar volgens hem is er geen causaal verband tussen de fout en de schade. De blokkering van de bankrekening door ING is uiteindelijk bepalend geweest voor het liquideren van de vennootschap in verband met niet nakoming door Woon Kapitaal van administratieve vereisten. Daar stelt de stichting tegenover dat het bedrijfsmodel van Woon Kapitaal de reden was van de ondergang – een groot deel van de inleg werd aan kosten werd besteed, er werden geen investeringen in vastgoed gedaan en rendement werd uitgekeerd aan beleggers. De rechter vindt dat de RA dat laatste onvoldoende weerspreekt. ‘Naar de daarop gebaseerde winstprognose had [de RA] – zoals hiervoor is geoordeeld – nu juist grondiger onderzoek moeten doen. Door dit niet te doen heeft [de RA] ten onrechte het vertrouwen van de beleggers gewekt. Dat het rapport niet leidend is geweest voor de beslissing van de beleggers om tot aankoop van de obligaties over te gaan, is door [de RA] onvoldoende gemotiveerd.’ Het verband tussen de misleiding en de schade staat daarmee voor de rechter vast. De RA moet de schade van in totaal 208.750 euro (plus rente) vergoeden aan de beleggers.
De RA vangt bot met zijn bezwaar dat de stichting onrechtmatig heeft gehandeld omdat zij beslag heeft gelegd op de woning van zijn moeder. Hij is namelijk (na het overlijden van zijn vader) mede-eigenaar van die woning en het beslag ziet op zijn aandeel daarin.
Geef een reactie