Een slagerij hoeft een slordige 22.000 euro aan accountantskosten niet te betalen, oordeelt de rechtbank in Amsterdam. Het gaat om extra gefactureerde werkzaamheden, buiten de maandelijkse kosten om. En daarover waren met het kantoor geen afspraken vastgelegd, zo stelt de rechter vast.
Elferink was van januari 2017 tot oktober 2020 accountant van een slagerij, die gedreven werd door een vof en een holding. Vooarfgaande aan de dienstverlening heeft het kantoor aangegeven dat 730 euro exclusief btw per maand gerekend zal worden voor de verwerking van in- en verkoopfacturen, bankmutaties, de salarisadministratie, kasmutaties, het opstellen van de jaarstukken en het doen van belastingaangiften. In diverse brieven worden daarnaast opdrachten bevestigd waarbij geen prijzen worden genoemd. De samenwerking wordt door de vennoten in oktober 2020 via een brief van een advocaat per direct beëindigd.
Nagekomen facturen
Tussen begin 2020 en begin 2021 krijgt de slagerij zes facturen van Elferink voor werkzaamheden die buiten het maandelijks afgesproken bedrag vallen, voor de boekjaren 2017 tot en met 2020. Het totaalbedrag is 22.477,93. De vennoten hebben die facturen niet betaald. Bij de rechter eist het accountantskantoor alsnog betaling van de facturen: er is meerwerk verricht en dat moet worden betaald.
De vof is van mening dat er wel extra werk is gedaan, maar stelt dat ervan uit mocht worden gegaan dat dat onder het maandelijkse bedrag zou vallen. Er ligt een prijsafspraak en er is niet concreet over aanvullende kosten gesproken.
Vooraf niet ingelicht
De rechter oordeelt dat de slagerij de facturen niet hoeft te betalen. Er is meer werk gedaan dan waarover een prijsafspraak is gemaakt, maar de klant is vooraf niet op de hoogte gesteld van de daarmee gemoeide kosten. ‘Dat had Elferink wel moeten doen, omdat Elferink een accountant is en voor accountants zware eisen gelden als zij betaald willen krijgen voor meerwerk. Dit betekent dat de vorderingen van Elferink worden afgewezen’, zo stelt de rechtbank.
Trusted advisor
Vast staat dat Elferink (op verzoek) heeft geadviseerd bij een financiering, over het openen van een tweede bedrijfsvestiging, de verdeling van de winst van de vof, aanvullende personeelskwesties en een hypotheekaanvraag van een van de vennoten. Het accountantskantoor vindt dat het duidelijk moet zijn geweest dat daarvoor ook een prijs wordt gerekend. Dat staat bijvoorbeeld in de algemene voorwaarden. Maar de slagerij vindt dat Elferink als ‘trusted advisor’ beschikbaar was voor allerlei kleine vragen en adviezen en dat nooit de indruk is gewekt dat daarvoor extra betaald moest worden. De vennoten wijzen ook op de zorgplicht van de accountant, die meerwerk tijdig moet melden, met opgave van de daaraan verbonden (geschatte) kosten.
Zorgplicht niet nagekomen
De rechter is het daarmee eens. Er is weliswaar een mail gestuurd met de mededeling dat er nog moet worden gesproken over de kosten van de financiering, maar dat is onvoldoende. De algemene voorwaarden reppen slechts in algemene zin van ‘een vergoeding voor werkzaamheden’. De zorgplicht houdt in dat onduidelijkheid over meerwerk en de verwachte kosten daarvan moet worden voorkomen door hierover vooraf, expliciet en schriftelijk met de opdrachtnemer afspraken te maken, aldus de rechter. ‘Omdat Elferink de extra werkzaamheden bovendien pas jaren later in rekening heeft gebracht, heeft [de slagerij] er steeds van uit kunnen gaan dat daarvoor geen extra kosten in rekening werden gebracht.’
Geen redelijk loon
De vennoten hoeven evenmin een redelijk loon te betalen voor de extra werkzaamheden, zoals de accountant eist. Er is namelijk nooit specifiek opdracht voor gegeven. ‘Bovendien, als een accountant in een vergelijkbaar geval wél een beroep zou kunnen doen op dit wetsartikel (7:405 BW, red.), zou het inhouden dat hij zorgplicht op dit punt zou kunnen ontwijken. De door Elferink in dit verband aangehaalde rechtspraak is niet vergelijkbaar met deze zaak, onder andere omdat in die procedure de opdrachtnemer een prijsopgave van de te verrichten extra werkzaamheden heeft verstrekt, waarop de opdrachtgever akkoord heeft gegeven. Dat is in deze zaak niet aan de orde.’
Onduidelijkheid in afspraken maakt ook dat de tegenvordering van de slagerij wordt afgewezen. De vennoten beweren dat Elferink fouten heeft gemaakt door in strijd met de afspraken onder meer de holding niet te liquideren en niet de geruisloze inbreng te realiseren. Maar de afspraken die zijn gemaakt, zijn niet vastgelegd.
Geef een reactie