Een RA die voor de rechter de waarde van de onderneming van een scheidende vakbroeder moest vaststellen, is niet ongeschonden uit de strijd gekomen: de Accountantskamer legt hem een waarschuwing op. Zijn rapport was (net) te veel gekleurd door de gegevens die de man had aangeleverd.
De vrouw was in gemeenschap van goederen getrouwd met een accountant. In 2009 scheiden ze, maar er volgen daarna nog rechtszaken over alimentatie en de verdeling van de goederen. Onderwerp van de geschillen waren onder meer de aandelen in twee BV’s. Met een daarvan was de man mede-eigenaar van een accountantskantoor.
In 2010 benoemt de rechtbank de RA tot deskundige. Hij moet onderzoeken wat het inkomen van de ex-echtgenoot was voorafgaand aan de scheiding, zijn reële verdiencapaciteit en de waarde van zijn ondernemingen. Dat onderzoek wordt in 2012 opgeschort om beide exen de gelegenheid te geven tot een minnelijke schikking. Maar het gaat er allerminst minnelijk aan toe. Zo doet het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in 2014 uitspraak in een tuchtklacht die de vrouw tegen haar ex-man heeft ingediend. Die klacht is gegrond, aldus het CBb: de man heeft een gekochte woning onjuist verantwoord en heeft advocaatkosten verkeerd opgenomen in de jaarrekeningen vanaf 2007 van een van zijn BV’s. Dat kost hem een doorhaling van vier weken.
Discussie voor de rechter
Volgens de vrouw heeft de man vanaf april 2007 ‘grote delen van het gezamenlijk vermogen zoekgemaakt, verborgen of verzwegen’. De RA vraagt in 2016 aan de rechtbank om instructies wat betreft het aannemen van de juistheid van de gegevens die de man levert voor het onderzoek. De rechter laat weten dat hij zich mag baseren op de ontvangen gegevens en dat een discussie over die gegevens voor de rechter gevoerd moet worden. Uiteindelijk volgt in 2017 het deskundigenbericht van de RA en wordt een echtscheidingsconvenant overeengekomen.
NVCOS geldt niet voor deskundigenbericht
Maar de vrouw dient een klacht in bij de Accountantskamer. Die komt er in het kort op neer dat de RA te veel is uitgegaan van de informatie die haar ex-man heeft aangedragen en dat haar opmerkingen en aanvullingen zijn genegeerd of in gewijzigde vorm zijn overgenomen. De vrouw klaagt ook over het niet toepassen van de standaarden van de NVCOS. Maar dat gaat niet op: die zijn niet van toepassing op het uitbrengen van een deskundigenbericht, oordeelt de Accountantskamer.
Wijzigingen eerder toelichten
De RA verweert zich onder meer door te stellen dat hij in het eindrapport een toelichting heeft opgenomen met een verklaring voor het wijzigen van de door de vrouw aangedragen gegevens. De Accountantskamer oordeelt daarover dat van hem verlangd had kunnen worden dat hij deze toelichting al in het conceptrapport had verstrekt, ‘ook als het gaat om wijzigingen naar aanleiding van geconstateerde verschillen die niet materieel zijn’. ‘Pas uit die toelichting kan immers worden opgemaakt of het daadwerkelijk gaat om niet-materiële verschillen. Verder valt niet in te zien waarom betrokkene niet al in het conceptrapport heeft uiteengezet waarom hij aanleiding heeft gezien wijzigingen aan te brengen in de gegevens in de overzichten van klaagster. Ook die eis vloeit voort uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals bedoeld in de VGBA.’ Dat deel van de klacht wordt gegrond verklaard.
Terughoudendheid bij waardering
De tuchtrechter is ook kritisch over het waarderen van de onderneming van de ex-man. De klacht luidt onder meer dat de waarde op niet algemeen gangbare methoden is gebaseerd. In die klacht gaat de Accountantskamer niet mee, maar de RA had in het rapport wel meer nadrukkelijk en duidelijker een aandelentransactie uit 2011 moeten betrekken en daarbij minder gewicht moeten toekennen aan de bij de aandelenverkoop gehanteerde waarderingsmethode. ‘Betrokkene had in het rapport met het oog op de voorlichting van de rechtbank veel minder stellig dan hij heeft gedaan, moeten oordelen dat de waarde van de aandelen gesteld moest worden op € 126.200. Voor deze benadering bestond te meer reden, gezien het grote verschil tussen dit bedrag en het bedrag dat meer aansluit op de prijzen betaald door [de koper] en betaald aan [de verkoper] en gezien de omstandigheid dat dit verschil mede werd veroorzaakt door het slechte resultaat van [de accountantspraktijk] over 2010 tegenover de (veel) betere resultaten in 2009 en 2011.’
Waardering was van wezenlijk belang
De klacht wordt deels gegrond verklaard en de RA krijgt een waarschuwing opgelegd. ‘Daarbij heeft de Accountantskamer laten wegen dat het vastgestelde tekortschieten bij de waardering van de onderneming van [de man] zich heeft voorgedaan bij de beantwoording van een vraag die voor de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van wezenlijk belang was.’
Geef een reactie