Het Twentse Bordan Accountants & Adviseurs verweert zich momenteel tegen een miljoenenclaim in wat wordt betiteld als de grootste faillissementsfraudezaak uit de Twentse historie.
Het accountantskantoor vorderde vorige week in kort geding het strafdossier van één van de hoofdverdachten in de fraudezaak, naar eigen zeggen om zich te kunnen verdedigen in een bodemzaak. In de bodemzaak eist de echtgenote van die hoofdverdachte ruim € 4,1 miljoen van Bordan, vanwege een reeks van (zeer) ernstige beroepsfouten die het accountantskantoor volgens haar heeft gemaakt. De rechtbank Overijssel wijst het verzoek van het accountantskantoor echter af. Bordan heeft volgens de voorzieningenrechter niet aannemelijk gemaakt dat zij rechtmatig belang heeft bij afgifte van meer stukken uit het strafdossier dan op dit moment al in het geding zijn gebracht.
Komodozaak
De zogeheten Komodozaak is een geruchtmakende fraudezaak waarin al meerdere betrokkenen tot celstraffen zijn veroordeeld. Via handel in lege plof-BV’s en het gebruikmaken van stromannen zouden schuldeisers voor flinke bedragen zijn benadeeld. De drie tot celstraffen veroordeelde hoofdverdachten zijn projectontwikkelaar Bertus O.L. (51) uit Deurningen, Marcel H. (51) uit Geesteren en notaris Jan-Willem H. uit Neede.
Suïcide partner Bordan
Eén van de partners van Bordan, dat vestigingen in Almelo en Rijssen heeft, zou in de fraudezaak een adviserende rol hebben gespeeld. De belastingadviseur en partner verklaarde eerder onder ede dat hij O.L. nooit had geadviseerd. In het zicht van een vervolging wegens meineed besloot hij in 2015 uit het leven te stappen.
Schadeclaim tegen Bordan
De echtgenote van O.L. is nu een bodemprocedure gestart tegen Bordan, waarin ze stelt dat Bordan een reeks van (zeer) ernstige beroepsfouten heeft gemaakt, als gevolg waarvan haar echtgenoot het onderwerp is geworden van strafrechtelijke vervolging en zijn ondernemingen volledig verloren zijn gegaan. De schade die daardoor is ontstaan wordt door haar begroot op € 4.162.242,00. Dat bedrag wordt via de bodemprocedure geclaimd van Bordan.
Kort geding over strafdossier
Bordan betwist elke aansprakelijkheid en spande een kort geding aan tegen de echtgenote. Regionaal dagblad Tubantia was vorige week bij de zitting. In het kort geding werd gevorderd om het strafdossier van O.L. aan Bordan af te geven. Bordan stelt dat zij een rechtmatig belang bij afgifte heeft omdat zij de verlangde gegevens nodig heeft om verweer te kunnen voeren in de bodemprocedure. Het overgrote deel van de vordering is gebaseerd op het strafdossier, waarvan nu afgifte wordt gevorderd. In de stukken die de echtgenote ter onderbouwing van haar vordering in het geding heeft gebracht, wordt verwezen naar bijlagen, waarover getuigen vervolgens verklaren. Dat Bordan die bijlagen niet kent, betekent volgens het accountantskantoor dat zij de afgelegde verklaringen niet in hun context kan beoordelen en zich daartegen niet kan verweren. Daarbij komt dat de belastingadviseur en partner bij Bordan in 2015 is overleden, voerde Bordan ter zitting aan. De voormalig partner is één van de medewerkers van Bordan die als getuige in het strafproces is gehoord. Bordan zelf is nooit verdachte geweest, zodat er geen dossier over/van haar is, voerde het accountantskantoor aan.
De verdediging stelde daar onder meer tegenover dat het spoedeisend belang zou ontbreken en dat sprake is van een fishing expedition.
Oordeel voorzieningenrechter
Het voert naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ver om te zeggen dat sprake is van een fishing expedition. Wel heeft Bordan volgens de voorzieningenrechter onvoldoende gesteld wat haar rechtmatige belang is bij afgifte van de subsidiair gevorderde stukken. De enkele stelling dat deze stukken worden genoemd in de wel in het geding gebrachte stukken en dat daarnaar wordt verwezen in verklaringen die onder meer door werknemers van Bordan als getuigen zijn afgelegd en dat de echtgenote die verklaringen heeft gebruikt om haar vordering te onderbouwen, is daarvoor niet genoeg. Bordan heeft de voorzieningenrechter er niet van kunnen overtuigen dat zij aan de hand van de wel in het geding gebrachte stukken, waarin de gebruikte getuigenverklaringen staan, geen verweer kan voeren.
De echtgenote heeft de stukken waarin de verklaringen zijn opgenomen die zij heeft gebruikt ter onderbouwing van haar vordering in het geding gebracht, constateert de rechter verder onder meer. Bordan heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich aan de hand van die stukken niet tegen de ingenomen stellingen en de daarop gebaseerde vorderingen kan verweren. Bordan heeft op geen enkele manier concreet gemaakt waarom nog andere stukken van belang zijn, bijvoorbeeld omdat er stellingen zijn ingenomen, die niet zijn te herleiden tot de in het geding gebrachte stukken of omdat de stellingen niet logisch volgen op de daarin opgenomen getuigenverklaringen. Mede in het licht van het feit dat de grondslag van de vordering in de bodemzaak niet de strafrechtelijke veroordeling van O.L. is, maar het maken van beroepsfouten door Bordan, heeft Bordan niet aannemelijk gemaakt dat zij rechtmatig belang heeft bij afgifte van meer stukken het strafdossier dan op dit moment al door de echtgenote in het geding zijn gebracht.
Accountancy Vanmorgen heeft Bordan de mogelijkheid geboden om te reageren op de berichtgeving, maar het accountantskantoor heeft daar geen gebruik van gemaakt.
Geef een reactie