De GGZ-sector heeft in 2014 flink het mes in de overhead en investeringen gezet om het huishoudboekje kloppend te krijgen. Al deze inspanningen hadden het gewenste resultaat: GGZ-instellingen zagen de resultaten in 2014 licht stijgen en behaalden gezamenlijk een netto resultaat van 84 miljoen euro, waardoor de vermogenspositie iets verbeterde. Tegelijkertijd blijven de positieve resultaten in de GGZ flinterdun.
Dat blijkt uit een analyse van 200 jaarverslagen van GGZ-instellingen over het jaar 2014 door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen accountants en adviseurs.
Er is sprake van een aanhoudende financiële druk op de GGZ. Door de verdere bezuinigingen en transities, waaronder jeugdzorg, Basis GGZ en Werken naar Vermogen, nemen de risico’s de komende jaren toe, onder andere door flinke budgetkortingen en een dalend aantal cliënten. Ook de late totstandkoming van de jaarrekeningen is tekenend voor de problematiek in de GGZ. Onlangs werd duidelijk dat twintig procent van de curatieve GGZ-instellingen er niet in is geslaagd voor 1 december 2015 de jaarrekening over 2014 te deponeren, ondanks eerder uitstel van minister Schippers van VWS van de gebruikelijke datum van 1 juni.
De GGZ heeft in 2014 drastisch bezuinigd op inkoop. De totale inkoopuitgaven daalden met 12 procent. De GGZ laat daarmee de sterkste daling van de Nederlandse zorgsector zien, in vergelijking met de ziekenhuizen (-0,5 procent), de verpleeg- en verzorgingshuizen (-5,0 procent) en de gehandicaptensector (-1,9 procent).
De investeringen in bedrijven en terreinen zijn in 2014 bijna gehalveerd (-45,7 procent). De GGZ anticipeert hiermee op de diverse transities die in de sector plaatsvinden waarmee het aantal cliënten de komende jaren verder zal dalen. Naar verwachting blijven grote investeringen uit en blijft de investeringsbehoefte beperkt tot gerichte vervangingsinvesteringen.
Bijsturen exploitatie
De solvabiliteit van de GGZ-organisaties is gestegen van 19,6 procent in 2013 naar 21,1 procent in 2014. Gemiddeld genomen is het weerstandsvermogen van de GGZ-sector daarmee voldoende. De verbetering van de financiële positie is vooral gerealiseerd door beheersing van de kosten. Maar volgens de onderzoekers wil het feit dat de sector als geheel positieve resultaten laat zien, niet zeggen dat alle individuele organisaties het goed doen. Een aantal organisaties heeft te maken met een structurele negatieve exploitatie. Van de 59 organisaties die in 2013 een verlies rapporteerden, hebben er 22 ook in 2014 nog een verlies gerapporteerd. De overige organisaties zijn er in geslaagd de exploitatie bij te sturen.
Aandacht voor liquiditeit
Door de veranderingen in de bekostiging van de GGZ heeft de afgelopen jaren de beheersing van de liquiditeit volop aandacht gekregen. De invoering van de DBC’s heeft een fors beslag gelegd op het werkkapitaal, omdat GGZ-instellingen moesten voorfinancieren. Inmiddels hebben de instellingen de financiering, mede dankzij aanvullende bevoorschotting van verzekeraars, op orde gebracht. De liquiditeit ligt gemiddeld genomen in 2014 boven de norm van 1,0, maar is nog altijd niet riant. Terugkijkend en uitgaande van de cijfers is voorzichtig te stellen dat de liquiditeitsrisico’s in de GGZ niet al te groot meer zijn. Maar vertrouwen en steun van verzekeraars en banken zijn essentieel voor behoud van de financierbaarheid van de sector.
Geef een reactie