Een vrouw heeft bij de Accountantskamer vergeefs een klacht ingediend tegen een AA die in de afwikkeling van een gezamenlijke VOF de kant van haar ex-man zou hebben gekozen en fraudesignalen zou hebben genegeerd.
De klacht was ingediend door een vrouw die met haar ex-man is verwikkeld in procedures over de afwikkeling van een gezamenlijke VOF. De AA heeft tot begin 2016 onder meer de jaarrekeningen samengesteld voor de VOF. Per april 2017 is hij uitgeschreven uit het NBA-register.
Kennis fraudesignalen niet aangetoond
De AA heeft volgens de vrouw signalen van fraude door haar ex-man genegeerd. Bovendien heeft hij diens belangen behartigd na een eerdere toezegging de kant van de vrouw te zullen kiezen en voor de rechter een feitelijk onjuiste verklaring afgelegd zodat haar ex € 116.000 aan de VOF kon onttrekken. De Accountantskamer oordeelt dat de vrouw niet aannemelijk heeft kunnen maken dat de AA van fraude op de hoogte was. “Klaagster heeft ook ter zitting niet duidelijk gemaakt in welke opzichten betrokkene naar aanleiding van haar mededelingen en verzoeken anders had moeten handelen dan hij heeft gedaan.”
Bovendien heeft de AA volgens de tuchtrechter aangegeven dat hij zich actief zou blijven opstellen en niet dat hij geen werkzaamheden meer voor de ex-man zou verrichten, noch dat hij partij heeft gekozen voor hem. Dat de AA de ex-man in contact heeft gebracht met een adviesbedrijf, nadat hij zijn werkzaamheden voor de VOF had gestaakt, maakt niet dat hij het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geschonden.
Verklaring afgelegd na uitschrijving
De eerste twee klachtonderdelen worden door de Accountantskamer ongegrond verklaard. De klacht over de onjuiste verklaring bij de rechtbank wordt niet-ontvankelijk verklaard: de verklaring is afgelegd op 12 september 2017, nadat de AA zijn inschrijving in het NBA-register had beëindigd.
Geef een reactie