Een noodlijdend bedrijf betaalde de rekeningen van het accountantskantoor niet. Een AA dacht dat op te lossen door via een sale-and-lease-backconstructie de inventaris over te nemen en zo de schuld weg te strepen. Maar daarmee is vermogen aan de boedel onttrokken en dat komt de AA op een tijdelijke doorhaling te staan.
De AA is dga van een accountantskantoor en deed werk voor een BV, die weer zaken deed met een stichting in de sociale werkvoorziening. Die detacheerde vanaf 2012 personeel bij het bedrijf, dat ook een productiehal huurde van de stichting. Maar de facturen voor die diensten bleven onbetaald. In 2018 is de BV al door de rechter veroordeeld tot het betalen van ruim € 96.000 aan achterstallige facturen.
Volgende rechtszaak
Toen was de BV echter al ontbonden. Daarna is het bedrijf voortgezet door een andere onderneming, die wordt gerund door de levenspartner van de directeur van het ontbonden bedrijf. Voor de rechter probeert de stichting nogmaals betaling los te krijgen. In die procedure komt aan het licht dat de opgeheven BV ook facturen van het accountantskantoor niet had betaald en in 2017 via een sale-and-lease-backovereenkomst de inventaris heeft verkocht aan dat kantoor om de schuld te voldoen.
De vraag is aan de orde gekomen hoe het geheel in de jaarrekening is verwerkt. De AA laat daarop weten dat er opnieuw betalingsachterstanden zijn ontstaan en dat daardoor geen volledige jaarrekeningen meer zijn opgesteld. Er is volstaan met het opstellen van balansposities en verkorte jaarrekeningen. ‘Er was geen geld beschikbaar om volledige jaarrekeningen samen te stellen.’ Toen de BV werd geliquideerd, had het accountantskantoor nog € 15.780 te vorderen.
Onbekend blijft voor welk bedrag de inventaris, volgens de AA voor € 15.000 in de boeken, precies te gelde is gemaakt. Daarvoor ontbreken bewijsstukken. De rechter oordeelt dat het accountantskantoor zich selectief heeft laten betalen en dat de sale-and-lease-back-constructie moet worden vernietigd, waardoor de waarde van de inventaris als bate beschouwd wordt. Die waarde wordt door de rechter gesteld op € 26.575, de boekwaarde van eind 2016.
Gedragsnormen respecteren
Voor de Accountantskamer klaagt de stichting vervolgens dat de AA zich als schuldeiser in een bevoorrechte positie heeft gebracht via de sale-and-lease-backconstructie en zijn positie als accountant heeft misbruikt met een paulianeuze constructie. Een accountant mag uit zakelijke motieven juridische middelen gebruiken om betaling te waarborgen van vorderingen van het kantoor waaraan hij is verbonden op een cliënt van dat kantoor, overweegt de tuchtrechter. ‘Daarbij dient de accountant er evenwel op toe te zien dat het door hem gebruikte middel zodanig kan plaatsvinden en ook plaatsvindt dat de voor hem geldende gedragsnormen worden gerespecteerd. Er zijn immers omstandigheden denkbaar die ertoe kunnen leiden dat het hanteren van een verrekeningsconstructie, zoals hier aan de orde is, als tuchtrechtelijk verwijtbaar moet worden gekwalificeerd.’
Constructie mocht niet
Het kan gaan om een situatie waarin voorzienbaar is dat een debiteur-opdrachtgever niet in staat zal zijn om al zijn schuldeisers te voldoen. De accountant moet daarom voor het aangaan van een verrekeningsconstructie nagaan of zo’n situatie zich niet voordoet. De AA had zicht op de (penibele) financiële situatie van het bedrijf en wist dus dat er een gerede kans was dat niet alle schuldeisers betaald konden worden. ‘Onder die omstandigheden had hij de onderhavige verrekeningsconstructie niet mogen aangaan. Door dit toch te doen heeft hij misbruik gemaakt van zijn positie als accountant en gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit.’
De stichting klaagde ook nog dat de AA zich ongepast en onwaardig heeft opgesteld door de directeur van de stichting te vragen de schuld weg te strepen omdat ‘het slechts om gemeenschapsgeld ging waar niemand moeilijk over zou doen’. Maar dat bestrijdt de AA. De Accountantskamer oordeelt dat die uiting onvoldoende aannemelijk is gemaakt.
Louter ingegeven door eigenbelang
De AA wordt tijdelijk doorgehaald voor de duur van drie maanden. ‘De Accountantskamer rekent het betrokkene aan dat hij door zijn handelwijze het fundamentele beginsel van integriteit heeft geschonden, doordat hij zonder enige plichtsbetrachting en louter ingegeven door zijn eigen belang, een constructie heeft opgezet om betaling van achterstallige facturen te realiseren terwijl er aanwijzingen waren dat andere schuldeisers daardoor zouden worden benadeeld. Die benadeling heeft hij zonder enig plichtsbesef om zich ten aanzien daarvan rekenschap te geven, geaccepteerd.’
Geef een reactie