Wat verandert er in 2023 en volgende jaren op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid? De wijzigingen op een rij die in de begroting SZW 2023 staan. Het gaat onder meer om het STAP-budget, compensatie transitievergoeding bij het mkb, het concurrentiebeding en de loonkostenvoordelen.
Het kabinet wil perspectief bieden aan lagere en middeninkomens. Met als uitgangspunt dat werken moet lonen. Bijna € 5 miljard gaat naar structurele maatregelen, waaronder: een verhoging van het wettelijke minimumloon (WML) met 10%, een verhoging van de arbeidskorting en een verlaging van het tarief van de eerste loon- en inkomstenbelastingschijf. Het hogere minimumloon werkt ook door in de gekoppelde uitkeringen (zoals de AOW en de bijstand) en leidt naar verwachting ook tot loonstijgingen in de loonschalen vlak boven het minimumloon.
Daarnaast neemt het kabinet – in het verlengde van het coalitieakkoord – onder meer maatregelen om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Veel werkgevers zoeken werknemers, tegelijkertijd bestaat er een flinke tweedeling tussen mensen die een vast en een flexibel contract hebben. De risico’s van flexibele contracten liggen bij werkenden. Daarom schaft het kabinet de oproepcontracten af, behalve voor scholieren en studenten. Ook pakt het schijnzelfstandigheid aan en komt er een certificeringsplicht voor uitzendbureaus.
Verder wil het kabinet de leer- ontwikkelcultuur op de werkvloer versterken. Daarom komen er leerrechten voor praktisch geschoolden en krijgt de STAP-regeling een aanvullende € 500 miljoen (over 4 jaar) specifiek voor mensen met maximaal een mbo-4 diploma.
Stimulans arbeidsmarktpositie (STAP)
Met het STAP-budget kan iedereen, die 18 jaar of ouder is en een band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt, vanaf begin 2022 subsidie aanvragen waarmee scholing, gericht op eigen ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid, ingekocht kan worden. Het STAP-budget bedraagt per individu maximaal € 1.000 per jaar en vormt een aanvulling op alle individuele budgetten die door private partijen zoals werkgevers, sociale partners en O&O-fondsen ter beschikking worden gesteld.
Permanente scholing via leerrechten
In het coalitieakkoord is afgesproken permanente scholing via leerrechten te bevorderen. Volgens het principe van leerrechten heeft elke Nederlander een basaal recht op publiek bekostigd onderwijs in zijn leven. In de huidige context van publiek gefinancierd onderwijs is daarom het doel van deze afspraak uit het coalitieakkoord om mensen met minder genoten opleidingsjaren meer toegang tot post-initiële scholing te bieden.
Praktisch geschoolden
Voor de uitvoering van de afspraak uit het coalitieakkoord wordt de STAP-regeling benut. Vanaf 2023 worden de additionele middelen uit het coalitieakkoord binnen de STAP-regeling ingezet als compartiment voor de doelgroep praktisch geschoolden (tot en met mbo4). Hierdoor kunnen de middelen op korte termijn – en toch haalbaar voor de uitvoering – voor deze groep worden gereserveerd. Daardoor wordt het STAP-budget voor deze groep betertoegankelijk en kunnen meer maximaal mbo-4 opgeleiden extra scholing volgen.
Stimuleringsregeling LLO in mkb
Het kabinet heeft besloten om het budget voor stimulering van LLO in het mkb vanaf 2025 met € 10 miljoen te verlagen en deze middelen in te zetten als dekking voor uitvoeringstegenvallers. Met deze ombuiging blijft het jaarlijkse budget even hoog als het budget voor de SLIM-regeling vóór 2025.
Dat komt doordat het budget voor de SLIM tot 2025 € 10 miljoen lager was vanwege een driejarige overboeking van jaarlijks € 10 miljoen naar OCW. De besparing van € 10 miljoen na 2025 betekent dus in de praktijk geen versobering van de regeling.
Wet tegemoetkomingen loondomein
Het kabinet heeft een wetsvoorstel in voorbereiding waarin enkele wijzigingen in de systematiek van de loonkostenvoordelen (LKV’s) worden voorgesteld per 1 januari 2025:
- Voor het LKV Ouderen, het LKV Arbeidsgehandicapten en het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer wordt mogelijk gemaakt dat een nieuwe werkgever LKV kan ontvangen voor een werkgever die eerder een doelgroepverklaring heeft ontvangen waarvan de looptijd nog niet is verstreken.
- De voorwaarden van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer worden gewijzigd, waardoor werkgevers vaker aanspraak kunnen gaan maken op dit LKV.
- Daarnaast regelt het wetsvoorstel ook de in het coalitieakkoord voorgenomen afschaffing van het Lage-inkomensvoordeel (LIV) per 1 januari 2025.
Compensatie transitievergoeding mkb
Kleine werkgevers die de activiteiten van hun onderneming beëindigen vanwege pensionering of overlijden hebben, onder voorwaarden, recht op compensatie van de transitievergoeding. Het onderdeel compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever is nog niet in werking getreden. Op dit moment is nog niet duidelijk of, en zo ja wanneer, er tot een werkbaar sociaal-medisch beoordelingskader voor ziekte van de werkgever kan worden gekomen. Het opstellen van een dergelijk kader is buitengewoon complex gebleken. Besloten is dit onderdeel van de regeling niet eerder in werking te laten treden dan per 1 januari 2024. De komende periode wordt verder onderzocht of inwerkingtreding op 1 januari 2024 mogelijk is.
Flexibele werknemers beter beschermen
Het kabinet wil de positie van flexibele werknemers in tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten verbeteren, in lijn met de adviezen van de SER op dit punt. Flexibele arbeidsrelaties moeten niet worden gebruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden en de inkomenszekerheid van mensen moet verbeterd worden. Het kabinet is over deze onderwerpen in gesprek met sociale partners. De voorstellen van het kabinet zijn opgenomen in de hoofdlijnenbrief over de arbeidsmarkt die medio 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Verduidelijking rondom beoordeling arbeidsrelaties
Het kabinet wil de regels rondom de beoordeling van arbeidsrelaties verduidelijken om het huidige «grijze gebied» tussen werknemerschap en het werken buiten dienstbetrekking als zelfstandige te verkleinen. In de hoofdlijnenbrief arbeidsmarkt die medio dit jaar naar de Tweede Kamer is gestuurd is deze ambitie kenbaar gemaakt. In 2023 wordt gewerkt aan de uitwerking van de in die hoofdlijnenbrief aangekondigde ambities. Naast bovenstaande verduidelijking van regels rondom de beoordeling van arbeidsrelaties is het van belang om met name werkenden met beperkte onderhandelingsmacht te helpen om hun rechtspositie (als werknemer) op te kunnen eisen.
Platformwerk
Allereerst zet het kabinet in Europees verband in op het verder effectief uitwerken van een rechtsvermoeden bij platformwerk. De Europese Commissie heeft specifiek voor platformwerk een richtlijnvoorstel gedaan betreffende de verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk. Een weerlegbaar rechtsvermoeden is een belangrijk onderdeel van dat voorstel. Het kabinet
wil daarnaast inzetten op een breder rechtsvermoeden om schijnzelfstandigheid ook op andere plekken dan binnen de platformsector tegen te gaan.
Nieuwe EU-regels grensoverschrijdende detachering in wegvervoer
De Mobiliteitsrichtlijn is een onderdeel van het eerste EU-mobiliteitspakket voor de wegvervoersector en bevat regels voor het grensoverschrijdend detacheren van buitenlandse chauffeurs naar Nederland. Het wetsvoorstel ter implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn is deze zomer bij de Tweede Kamer
ingediend met het oog op een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding.
Concurrentiebeding
Met het oog op de problematiek en de door sociale partners gedeelde noodzaak om het concurrentiebeding te hervormen, is het voornemen een aanpassing van het concurrentiebeding nader uit te werken en vervolgens een voorstel tot aanpassing te doen. Het streven is om de Tweede Kamer hierover in 2023 te informeren.
Implementatie herziening Europese Blauwe Kaart
De Blauwe Kaart is de Europese kennismigrantenregeling en regelt de voorwaarden voor toegang en verblijf van kennismigranten in de Europese Unie. Op 27 november 2021 is een herziening van de Blauwe Kaart-richtlijn in werking getreden. De richtlijn kent minder strenge toegangscriteria dan
zijn voorganger en meer flexibele opties om gebruik te maken van intra-EUmobiliteit. Samen met het Ministerie van Justitie wordt gewerkt aan de implementatie van de richtlijn, die uiterlijk in november 2023 in Nederlandse wet- en regelgeving moet zijn omgezet.
Wet minimumloon en vakantiebijslag
Het kabinet wil werken lonender maken en het bestaansminimum verstevigen. In het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ heeft het kabinet zich daarom voorgenomen het wettelijk minimumloon stapsgewijs te verhogen. Bij Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2023 heeft het kabinet besloten om de in het coalitieakkoord voorgenomen bijzondere verhoging van het minimumloon – met in totaal 7,5 procent – al per 1 januari 2023 door te voeren en deze verder te verhogen naar 8,05 procent. Inclusief de reguliere indexatie stijgt het minimumloon per 1 januari 2023 dan in totaal met 10,15 procent.
Actieplan grensoverschrijdend gedrag
Het kabinet werkt met veldpartijen aan een nationaal actieplan om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld tegen te gaan.
Certificering
Het kabinet werkt toe naar een certificeringsstelsel voor terbeschikkingstelling op de arbeidsmarkt. De Tweede Kamer heeft medio dit jaar een brief ontvangen over de hoofdlijnen van de concrete uitwerking van dat stelsel.
Aanpassing lagere regelgeving Wav
Op 1 januari 2022 is het wetsvoorstel voor aanpassing van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) in werking getreden (onder andere maximale duur tewerkstellingsvergunningen van 1 naar 3 jaar). Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer is een amendement ingediend dat ziet op een verplichting voor werkgevers om arbeidsmigranten scholing op het gebied van de Nederlandse taal aan te bieden. Dit amendement moet nader worden uitgewerkt in lagere regelgeving. De streefdatum voor implementatie is 1 januari 2023.
Geef een reactie