
Waar Engels in het hoger onderwijs steeds meer de voertaal wordt, geldt dit niet voor de Nederlandse rechtspraak. Ook de Accountantskamer behandelt in principe geen klachten in het Engels, ondanks het feit dat Nederlandse accountantskantoren veel internationale klanten bedienen.
Je wilt als buitenlandse ondernemer een BV oprichten in Nederland. Je benadert hiervoor een Nederlands belastingadvieskantoor. Er ontstaat een conflict. Je vindt dat de eigenaar van het kantoor, een AA-accountant, in strijd heeft gehandeld met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Je dient een in het Engels geschreven klaagschrift in bij de Accountantskamer. Dan krijg je te horen dat deze alleen klachten in behandeling neemt in het Nederlands. Je protesteert dat je de Nederlandse taal niet goed beheerst, maar de tuchtrechter is onverbiddelijk: alleen in uitzonderingsgevallen wil de Accountantskamer overwegen een Engelstalige klacht te accepteren. En daarvan is in dit geval geen sprake.
Bankrekening openen
Dit gebeurde bij een zaak waarin de Accountantskamer op 23 januari 2023 uitspraak deed. Een buitenlandse ondernemer benaderde in maart 2021 een Nederlands belastingadvieskantoor. Hij wil een rekening openen bij een Nederlandse bank. Omdat zijn ‘antecedenten en googlehistorie’ in de weg staan van ‘het succesvol doorlopen van de bancaire compliance checks en daarmee ook aan het openen van een rekening bij een Europese bank’ wil hij een BV oprichten waaraan hij op geen enkele wijze gelieerd is. In gewoon Nederlands: gezien het verleden van de man zal geen enkele Europese bank hem als klant accepteren. Daarom heeft hij zo snel mogelijk een BV nodig die door anderen dan hemzelf bestuurd wordt maar waarover hij, achter de schermen, wel degelijk de baas is.
Student-stagiair
De eigenaar van het belastingadvieskantoor, een AA-accountant, wil de buitenlandse ondernemer wel helpen. Hij doet dit niet zelf, maar besteedt het werk uit aan een student-stagiair van een nevenvennootschap. De AA-accountant is statutair bestuurder en aandeelhouder van deze BV, die geen eigen medewerkers in dienst heeft. Hij bemoeit zich verder niet met de zaak. Om die reden is hij er niet van op de hoogte dat de buitenlandse ondernemer de student-stagiair een persoonlijke bonus van € 1.000.000 in het vooruitzicht stelt als het hem lukt snel een BV op te richten. De student-stagiair benadert twee medestudenten met de vraag of zij tijdelijk als aandeelhouder/bestuurder van de op te richten BV willen fungeren. Op die manier kan er snel een bankrekening worden aangevraagd, het primaire doel van de buitenlandse ondernemer. Een maand na het eerste contact is de BV een feit.
Onmogelijke eis
Het loopt fout als de buitenlandse ondernemer een onmogelijke eis stelt aan een van de twee student-bestuurders van de nieuwe BV. Die zou een document moeten ondertekenen waarmee een consultant (‘interim US President of Operations’) wordt aangesteld in de Verenigde Staten. Een ander document betreft een consultancy-overeenkomst, die de opgerichte BV (en daarmee de student-aandeelhouders/bestuurders) verplicht tot het betalen van een vergoeding van honderd miljoen dollar voor de diensten van deze consultant. Als de AA-accountant hiervan hoort, laat hij de buitenlandse ondernemer weten dat ‘geen enkele weldenkende bestuurder’ een dergelijke overeenkomst kan ondertekenen. Een maand later beëindigt de AA zijn werkzaamheden voor de buitenlandse ondernemer en diens nieuwe BV. De aandelen daarvan worden nooit overgedragen.
Artikel 8
De buitenlandse ondernemer vindt dat de AA-accountant zijn gedrags- en beroepsregels heeft overtreden. Hij dient in 2022 een klacht in bij de Accountantskamer. Maar die laat weten dat zijn Engelstalige klaagbrief niet in behandeling kan worden genomen: in de Nederlandse rechtspraak is Nederlands de voertaal, en slechts bij hoge uitzondering wordt daarop een uitzondering gemaakt. Dit geldt ook voor de Accountantskamer. Artikel 8, eerste lid, van het procesreglement bepaalt dat het klaagschrift (inclusief bijlagen) moet zijn opgesteld in de Nederlandse taal. Er bestaat een mogelijkheid een klaagschrift in een andere taal in te dienen. Maar deze is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen waarin het indienen van een klaagschrift in de Nederlandse taal onevenredig belastend zou zijn en de belangen van derden door de vreemde taal niet onevenredig worden geschaad. Daarvan is in dit geval niets gebleken, aldus de tuchtrechter.
De in het Nederlands vertaalde klacht maakt vervolgens geen schijn van kans. Zo is volgens de Accountantskamer niet vast komen te staan dat de beschuldigde AA persoonlijk betrokken was bij de oprichting van de nieuwe BV. Dit gebeurde immers onder leiding van een student-stagiair. De AA kan ‘vaktechnisch’ niet verantwoordelijk worden gehouden. Ook voor een tweede klacht – de ondernemer zou zijn ‘afgeperst’ door een medewerker van het belastingadvieskantoor – ontbreekt bewijs. Op 23 januari 2023 worden de twee klachten van de buitenlandse klager ongegrond verklaard.
NCC
Volgens Marcel Pheijffer, hoogleraar aan Nyenrode, staat de Accountantskamer met zijn weigering een Engelstalige klacht te behandelen, volkomen in zijn recht. In de Nederlandse rechtspraak is Nederlands de voertaal. Daarop bestaat één uitzondering. Sinds enkele jaren bestaat het Netherlands Commercial Court (“NCC”), een kamer van de rechtbank Amsterdam die gespecialiseerd is in complexe internationale handelszaken. Bij deze rechtbank kan in het Engels worden geprocedeerd. De NCC behandelt echter alleen civielrechtelijke geschillen. Met tuchtrechtelijke klachten kun je er niet terecht.
Advocaat Daan Folgering, partner bij LXA Advocaten, onderschrijft dat het wenselijk zou zijn dat meer procedures – civiel en tuchtrechtelijk – in het Engels gevoerd kunnen worden, maar snapt dat de Accountantskamer vanuit praktisch oogpunt geen klachten in het Engels in behandeling wil en kan nemen. ‘De meeste juridische loketten zijn nog niet klaar voor het behandelen van zaken in het Engels. Het gaat moeite, geld en tijd kosten als je deze tweetalig wilt maken.’ stelt hij. Folgering hoopt dat, in het licht van de internationalisering, Engels in de toekomst als tweede taal in de Nederlandse rechtspraak zal worden toegestaan. Maar dit zal niet op korte termijn gebeuren, zo verwacht hij.
Lees hier de uitspraak (zaak 22/64 Wtra AK).
Geef een reactie