
De Kwartiermakers toekomst accountancy Marlies de Vries en Chris Fonteijn zijn niet te spreken over de manier waarom vanuit de accountantssector is gereageerd op het recente AFM-rapport over frauderisico-analyse. Ze reppen van een ‘regelreflex’ en zien terugkerende defensieve patronen. ‘Wil de beroepsgroep voldoende zelfkritisch zijn én geen Kwartiermakers meer nodig hebben, dan is het noodzakelijk dat zij over deze patronen heen groeit.’
De AFM meldde vorige maand dat de fraude-analyse door accountants op een aantal punten beter kan. De kwartiermakers zijn niet blij met hoe die kritiek is ontvangen. ‘In een deel van de reacties vanuit de sector op het recente rapport van de AFM zien wij terugkerende patronen. Voorbeelden zijn de regelreflex (de sector wil met meer regels komen), het benadrukken dat een constatering van de AFM nog niet wil zeggen dat er ten onrechte een goedkeurende verklaring is afgegeven en het wijzen naar de keten. Dergelijke patronen beperken een open en lerende houding, die nodig is om te leren van fouten en om te verbeteren.’
Al is er verbetering zichtbaar in de sector, ‘er is ook nog een aanzienlijk deel dat weliswaar belijdt het goede te doen maar waar de uitvoering van de wettelijke controles in de praktijk nog te wensen overlaat’. ‘Daarom is het de vraag of de sector als geheel voldoende in staat zal zijn om zichzelf van binnenuit continu te verbeteren. Dit probleem is niet op te lossen in wet- en regelgeving. De sleutel hiervoor ligt immers bij de cultuur binnen accountantsorganisaties.’
‘Teleurstellend’
(Inmiddels) demissionair minister Kaag sloot zich bij de kritische noten aan in haar begeleidende brief bij de zesde voortgangsrapportage van de kwartiermakers: ‘Ik onderschrijf het belang van open en lerende cultuur bij accountantsorganisaties en vind het teleurstellend dat de kwartiermakers signaleren dat de reacties op het frauderapport daarvan onvoldoende blijk lijken te geven.’
CSRD niet exclusief het terrein van accountants
Mede door de reacties op het AFM-rapport vragen de kwartiermakers zich af of er niet andere beroepsgroepen kunnen worden ingeschakeld voor taken rondom duurzaamheidsverslaggeving. ‘Is er reden voor exclusiviteit voor het accountantsberoep zolang er discussie is over de omgang met fraude en een onvoldoende professioneel-kritische houding? Deze vraag speelt een rol bij de uitwerking van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) waarin lidstaten de keuze hebben om het verschaffen van ‘limited assurance’ bij duurzaamheidsrapportages niet louter aan accountants toe te staan. Toelating van andere beoordelaars van duurzaamheidsrapportages dan alleen accountants, zou het voor gecontroleerde entiteiten, met het oog op de schaarste onder accountants, makkelijker kunnen maken om een beoordelaar te vinden. Bovendien zou dit deels de extra werkdruk voor accountantsorganisaties ondervangen die de invoering van de CSRD met zich brengt.
Het AFM rapport heeft enkel gekeken naar risico analyses aan de voorkant van het controleproces maar niet naar uitgevoerde werkzaamheden. Inmiddels is wel helder dat de bezochte kantoren (vaak) werkzaamheden verrichten om veronderstelde risico’s af te dekken, zoals specifiek “volledigheid omzet”, maar dit risico dan niet (ook) in het lijstje fraude risico’s opnemen. Voor andere risico’s welke ook een fraude risico kunnen zijn, gelden vergelijkbare observaties. Veel controlewerkzaamheden hebben nu eenmaal een dual purpose karakter.
Best jammer dat dit soort cosmetische zaken een verkeerd/incompleet beeld geeft van de uitgevoerde werkzaamheden en daarmee leidt tot de nu gegeven oordelen. Overigens had de AFM wel meer bevindingen, dat kan ook niet anders, maar deze constatering is zuur.