Er zit nog flink wat rek in de arbeidsmarkt, zo bleek dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In het afgelopen kwartaal waren er volgens de definitie die het CBS hanteert 1,35 miljoen mensen die werk zochten of graag meer uren zouden werken.
Dat ‘onbenut arbeidspotentieel’ betreft zowel mensen die werkloos zijn of niet werken, als deeltijders die graag meer uren zouden maken. Het aantal mensen dat helemaal niet werkte maar wel graag aan de slag zou willen kwam in het tweede kwartaal uit op 887.000. Die groep is onder te verdelen in 451.000 personen die actief gezocht hebben naar werk en er ook voor beschikbaar zijn. Dat zijn degenen die volgens de gebruikelijke Europese definitie als ‘werkloos’ worden geregistreerd. Daarnaast is er een vrijwel even grote groep van 436.000 personen die wel wil werken, maar óf niet heeft gezocht naar werk óf niet meteen beschikbaar was en om die reden niet als werkloos wordt meegeteld. Dan zijn er ook 460.000 werknemers die al in deeltijd werken en graag meer uren zou willen werken. Opgeteld vormen die drie groepen het onbenut arbeidspotentieel. Naast de 460.000 deeltijders die graag meer uren zouden werken, waren er in het tweede kwartaal van dit jaar ook nog 410.000 personen die een volle werkweek draaien en graag zouden overgaan naar werk in deeltijd.
Er zit nog flink wat rek in de arbeidsmarkt, domme conclusie.
Op de arbeidsmarkt zien we
*werkzoekenden, maar er zijn niet genoeg passende banen
*werkaanbieders, maar er zijn te weinig kandidaten met een passende opleiding.
Kwadraat van de cirkel !