Het gerechtshof Amsterdam heeft ABN Amro in het gelijk gesteld in een zaak die Emile Gassler (77) van Van Noort Gassler & Co had aangespannen tegen de bank. De gepensioneerde accountant en investeerder stelde zich in 2011 borg voor een kredietfaciliteit voor de exploitanten van het restaurant in zijn Haagse viersterrenhotel, naar eigen zeggen op volstrekt ondoordachte wijze als vriendendienst. Dat gaat hem nu mogelijk een hoop geld kosten. Gassler laat Accountancy Vanmorgen weten dat hij zich niet neerlegt bij de uitspraak en naar de Hoge Raad stapt.
Borgstelling exploitanten restaurant
Gassler was tot zijn pensionering bestuurder en enig aandeelhouder van accountantskantoor Van Noort Gassler & Co en daarnaast ook (mede)eigenaar van verschillende onroerende zaken, waaronder het pand waarin het befaamde Boutique Hotel Corona aan het Haagse Buitenhof is gevestigd. In dat hotel is ook een restaurant gevestigd. In het voorjaar van 2011 stelde Gassler zich via een borgstellingovereenkomst borg voor een kredietfaciliteit die door ABN Amro aan de besloten vennootschappen van de restaurantexploitanten werd verstrekt. De ondernemer stelde zich borg voor terugbetaling van het verleende krediet van in totaal € 750.000,- tot een maximum van € 375.000,-. De restauranteigenaren stelden zich ook voor een bedrag van € 375.000,- borg. Tot zekerheid van zijn borgstelling vestigde Gassler ten behoeve van ABN Amro een hypotheek op aan hem toebehorende appartementsrechten die recht geven op het uitsluitend gebruik van een woning en twee parkeerplaatsen.
BuitenhofKredietfaciliteiten restauranteigenaren opgezegd
ABN Amro zegde in 2016 het rekening-courantkrediet en alle andere kredietfaciliteiten van de restaurantexploitanten op. De uitstaande leningen werden niet terugbetaald, waarna ABN Amro een openstaande vordering van € 578.112,84 op de kredietnemers had waaraan niet werd voldaan. ABN Amro sprak daarna Gassler aan als borg en vordert nu € 375.000,- van hem. De bank is van plan om over te gaan tot executoriale verkoop van de (verhuurde) appartementsrechten.
Gassler: bank had op risico’s moeten wijzen
Gassler legde zich daar niet bij neer en spande een rechtszaak aan. Bij het hof voerde de verdediging van de accountant in hoger beroep onder meer aan dat hij de borgstellingsovereenkomst naar eigen zeggen op volstrekt ondoordachte wijze aan was gegaan als vriendendienst. ABN Amro had hem niet gewaarschuwd voor de aan de borgstelling verbonden risico’s. Gassler verwijt ABN Amro onder meer dat de bank hem niet tevoren naar behoren heeft ingelicht over de financiële situatie van de restaurantexploitanten en over het feit dat het krediet gedeeltelijk zou worden aangewend ter aflossing van een door ING verstrekte financiering. Daarnaast verwijt hij ABN Amro dat als gevolg van het in rekening brengen van te hoge rente een overstand is ontstaan en er dat sprake was van overkreditering en een tekort aan zekerheden. De borgtochtovereenkomst zou daarom nietig moeten worden verklaard op grond van dwaling en schending van de zorgplicht van ABN Amro. De bank zou onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld en schadeplichtig zijn.
Oordeel gerechtshof
Het hof oordeelt echter anders: ‘Het feitenmateriaal biedt voldoende grond voor de gevolgtrekking dat [appellant] , een jurist en registeraccount die volgens het kadaster een groot aantal objecten op zijn naam heeft staan en die blijkens een door ABN Amro in eerste aanleg overgelegd organogram (indirect) aandeelhouder en/of bestuurder is van diverse vennootschappen, moet worden aangemerkt als ervaren investeerder/ondernemer, die in staat was de consequenties van de ondertekening van de (helder en begrijpelijk verwoorde) borgstellingsakte te doorgronden en die mede gelet op zijn (voormalig) beroep als registeraccountant ook goed zicht had op financiële en bedrijfseconomische aspecten die bij de kredietverlening door ABN Amro een rol speelden.’
Volgens het hof staat verder onder meer vast dat Gassler de restaurantexploitanten bij ABN Amro heeft geïntroduceerd omdat ze problemen hadden met hun toenmalige bank ING, dat hij bij het eerste gesprek over de aan kredietnemers te verstrekken leningen aanwezig was en ook nadien bij gesprekken over de kredietverlening betrokken was, dat hij in de contacten met ABN Amro als de adviseur van kredietnemers optrad en op verzoek van ABN Amro financiële gegevens van kredietnemers verstrekte. Vast staat ook dat de kredietnemers ten tijde van de kredietverlening, ondertekening van de borgtochtakte en de vestiging van de hypotheek klant waren van Van Noort Gassler & Co.
In dat licht overtuigt het betoog van Gassler naar het oordeel van het hof niet dat hij ‒ anders dan hij door ondertekening van de akte van borgtocht heeft verklaard ‒ zich op “volstrekt ondoordachte wijze” als vriendendienst borg heeft gesteld, zonder dat hij op de hoogte was van de financiële toestand van kredietnemers en het risico dat hij als borg liep om door de bank te worden aangesproken. Hoewel Gassler moet worden aangemerkt als particuliere borg, mocht ABN Amro in de gegeven omstandigheden bij de invulling van haar zorgplicht/mededelingsplicht jegens Gassler betekenis toekennen aan zijn (professionele) kennis en (vergaande) betrokkenheid, en valt volgens het hof niet in te zien dat de bank hem niet zou mogen houden aan de verklaring die hij door ondertekening van de akte van borgstelling heeft afgelegd. De conclusie is dat het door Gassler gedane beroep op dwaling en schending van de precontractuele zorgplicht faalt. Ook op andere gronden valt de bank naar het oordeel van het hof geen verwijt te maken.
Hoge Raad
Emile Gassler laat Accountancy Vanmorgen weten dat hij zich niet neerlegt bij de uitspraak en naar de Hoge Raad stapt. Die procedure loopt inmiddels ook al. Het hof deed namelijk op 29 juni uitspraak, het vonnis is pas recent gepubliceerd. Uit de door de advocaat van Gassler aan Accountancy Vanmorgen verstrekte procesinleiding die bij de Hoge Raad is ingediend valt op te maken dat Gassler daar aanvoert dat ABN Amro hem niet meer kan aanspreken uit hoofde van zijn borgstelling omdat (i) ABN Amro tegen betaling van € 75.000,- finale kwijting aan de medeborgen heeft verleend en (ii) uit artikel 6 van de borgstelling volgt dat in zo’n geval de verbintenis van Gassler als particuliere borg komt te vervallen. Het hof zou daar ten onrechte geen rekening mee hebben gehouden. Of dat argument volgens de Hoge Raad hout snijdt moet nog blijken.
Terugtredende Emile Gassler (76) ziet naam kantoor opduiken bij Forum-soap
Geef een reactie