WBSO-aanvragen die vanaf 1 januari 2017 moeten ingaan, moet uiterlijk 30 november zijn ingediend. Maar wanneer kunt u de beschikking verwachten? De termijn die RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) kan gebruiken om de aanvraag te beoordelen, hangt af van een aantal factoren, aldus PNO.
Volledig en forfait: beschikking uiterlijk 31 maart 2017
Voor de subsidiebeoordelaar zijn natuurlijk de volledige aanvragen het ‘makkelijkst’. In een volledige aanvraag wordt het WBSO-project zo omschreven dat RVO geen vragen heeft. Uit de projectomschrijving blijkt dan duidelijk welk technisch knelpunt de aanvrager wil oplossen en hoe het onderzoeksplan er uitziet. Bij de omschrijving hiervan helpt het om te weten hoe RVO aanvragen beoordeelt. Het kan ertoe leiden, om een betere aansluiting te vinden met de doelstellingen van de WBSO, dat het onderzoek en dus ook de omschrijving op cruciale onderdelen wordt aangepast.
Het forfait heeft betrekking op kosten en uitgaven die betrekking hebben op R&D. Deze hoeven bij een forfait niet te worden gespecificeerd. Dat betekent in de praktijk een ophoging van het uurloon. Het indienen van een volledige aanvraag in combinatie met een forfait betekent dus dat RVO maximaal 3 maanden, gerekend vanaf de startdatum van de aanvraag, kan gebruiken om de aanvraag af te handelen.
Geen forfait, wel een opsomming van kosten en uitgaven: beschikking uiterlijk 31 mei 2017
Levert u bij de aanvraag een uitgewerkte lijst van kosten en uitgaven, bijvoorbeeld omdat u verwacht hogere kosten te maken dan het forfait, dan heeft RVO acht weken extra om de volledig aanvraag te behandelen. In dit geval wordt bij de beoordeling ook gekeken naar het verband tussen de kosten en uitgaven en de S&O-werkzaamheden.
Vragenbrieven
Het ’geheim’ van een snelle beschikking is een volledige, goed onderbouwde en logisch opgestelde aanvraag. Als de beoordelaar van RVO vragen heeft over de aanvraag, bijvoorbeeld als er onduidelijkheid is over het oplossen van de technische knelpunten, zal hij vragen stellen. Doorgaans wordt twee weken gegeven voor de beantwoording van deze vragen. Deze twee weken (of een andere termijn die in de vragenbrief wordt genoemd), kunnen dan bij de afhandelingstermijn worden opgeteld. Maar ook hier geldt: hoe sneller en beter de vragen worden beantwoord, hoe korter deze aanvullende afhandelingstermijn.
Geef een reactie