Hoe kan het dat kantoren die horen bij de wereldtop, het toch telkens om de oren krijgen van hun toezichthouder? Accountantskantoren EY en PwC hebben de tegenaanval opgezocht. Ze stonden samen voor de bestuursrechter, met als gedaagde partij toezichthouder AFM.
Een ‘proefproces’, kunnen we lezen in het FD, dat draait om de vraag of de toezichthouder op basis van enkel gerichte steekproeven mag concluderen dat kantoren hun zorgplicht niet nakomen. En bestraft worden met dikke boetes en fikse reputatieschade. De kantoren zijn het beu om, zoals de krant schrijft, ‘steeds maar weer door hun toezichthouder in de hoek te worden gezet als prutsers’. De hoop is dat de procedure ertoe leidt dat de ‘geldingsdrang’ van de AFM langs juridische weg getemperd wordt. De twee kantoren vragen van de bestuursrechter of het redelijk is dat de AFM algemene conclusies trekt over de kwaliteit van hun hele organisatie op basis van enkele controledossiers. Ook willen zij een toets van de ernst van de overtreding.
Algemene conclusies
De procedure, die zich deels achter gesloten deuren voltrok, is mede een vervolg op de periodieke toetsing door de AFM, die onderzocht welke veranderingen kantoren hebben doorgevoerd en geborgd om te komen tot een kwaliteitsgerichte cultuur. Daarnaast heeft de AFM bij de Big 4-accountantsorganisaties de kwaliteit van 32 wettelijke controles getoetst. Bij PwC vond de AFM in 2013-2014 tekortkomingen bij 4 van de 10 controledossiers, bij EY bleef het beperkt tot 3. Volgens PWC en EY zijn de tekortkomingen niet zodanig ernstig dat de goedkeurende verklaring ten onrechte is verleend en de controle moet worden overgedaan.
Inspanningsverplichting
‘Een accountant maakt een beoordeling op basis van zijn ervaring en een inschatting van de risico’s. Hij heeft een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting’, hield advocaat Tom Barhuysen namens EY de rechter voor. Hij wees erop dat als er in een dossier niets staat over bijvoorbeeld de kwaliteit van de IT dat niet wil zeggen dat de accountant er niet naar heeft gekeken. ‘Hij controleert een bedrijf vaak langere tijd en als er dan geen ontwikkelingen zijn op IT-gebied, schrijft hij niets over dit aspect in het dossier.’ De AFM staat op het standpunt dat de Wet toezicht accountants (WTA) de toezichthouder de ruimte geeft om op deze manier op te treden. Er werd ook gewezen op het reinigende effect van boetes. ‘Sindsdien hebben de accountants aanvullende maatregelen genomen om de kwaliteit verder te verbeteren’.
Vertrouwen vergroten
De kantoren wasten zichzelf niet helemaal schoon. Ad van Gils, voorzitter van de accountants van PwC, erkende dat het vertrouwen soms terecht zoek is maar beklemtoonde dat de sector veel doet om de reputatie in ere te herstellen. ‘Er is ons veel aan gelegen om het publieke vertrouwen in onze sector te vergroten. De AFM spreekt diezelfde wens uit, maar we constateren dat haar huidige handhavingsbeleid daar niet aan bijdraagt’.
De rechtbank doet over circa zes weken uitspraak.
Geef een reactie