Een Amsterdams boekhoudkantoor is jarenlang het boegbeeld geweest waarachter een criminele organisatie schuilging die zich schuldig maakte aan belastingfraude, valsheid in geschrifte en het witwassen van geld, heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld.
Met hulp van medewerkers van het boekhoudkantoor werden in de periode van 2010 tot 2016 bedrijven op naam van zogeheten katvangers gezet, waarna met behulp van valse facturen belastingfraude kon worden gepleegd en geld werd witgewassen. Het totale belastingnadeel is ruim €2,6 miljoen, berekende de FIOD. In totaal werd van 19 bedrijven en 24 katvangers gebruikgemaakt, blijkt uit enkele recent gepubliceerde vonnissen van de rechtbank Amsterdam.
door Misha Hofland
Straffen
Het kantoor is op 12 maart 2008 opgericht en heeft als bedrijfsomschrijving: “Het voeren van administratie en boekhouding”. De rechtbank Amsterdam heeft een boete van €45.000 opgelegd aan het bedrijf voor het medeplegen van belastingfraude, valsheid in geschrifte en witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Twee leidinggevenden kregen beiden een gevangenisstraf van 27 maanden opgelegd, in combinatie met een boete van € 10.000,- en een tijdelijke ontzetting van 5 jaar en 3 maanden uit het recht tot uitoefening van het beroep van administrateur, boekhouder en bestuurder van een rechtspersoon. De twee werden veroordeeld wegens het medeplegen van valsheid in geschrifte, belastingfraude en gewoontewitwassen in de uitoefening van hun beroep en bedrijf en deelname aan een criminele organisatie. De bestuurder van een bedrijf dat klant was bij het boekhoudkantoor werd vrijgesproken van belastingfraude, maar kreeg wel een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden en een taakstraf van 240 uur opgelegd voor bedrieglijke bankbreuk. In het strafrechtelijk onderzoek naar het boekhoudkantoor, dat de naam Styx meekreeg, waren in totaal zes verdachten in beeld. Niet alle uitspraken zijn gepubliceerd.
Strafrechtelijk onderzoek Styx
Op 16 februari 2016 werd strafrechtelijk onderzoek Styx gestart. Bij de Belastingdienst rezen in 2014 vermoedens dat vennootschappen gebruikt werden om te frauderen met belastingen. Bij verschillende bedrijven is (strafrechtelijk) onderzoek gedaan, onder andere bij een reclame- en adviesbureau. De onderzochte bedrijven hadden gemeen dat het Amsterdamse boekhoudkantoor hun boekhoudkantoor was of dat zij op een andere manier gerelateerd waren aan dat kantoor. De Belastingdienst heeft bij de bedrijven facturen van of aan andere onderzochte bedrijven aangetroffen. De Belastingdienst heeft de gegevens van de bankrekeningen opgevraagd en de geldstromen in kaart gebracht. De conclusie van de Belastingdienst was dat in de bedrijven geen bedrijfsactiviteiten (meer) plaatsvonden en dat de bedrijven vermoedelijk gebruikt werden voor het verstrekken van valse facturen om te frauderen met verschillende belastingen en om geld bij andere bedrijven weg te sluizen.
Eerdere veroordelingen boekhoudkantoor
Het boekhoudkantoor had in het verleden andere namen en was in die hoedanigheid al eerder onderwerp van het strafrechtelijk onderzoek Lethe. De vervolging naar aanleiding van dit onderzoek heeft geleid tot veroordelingen van de leidinggevenden voor witwassen in 2009 en voor het doen van onjuiste belastingaangiften voor klanten van het boekhoudkantoor in de periode 2007 t/m 2010. Daarbij werd ook al gebruik gemaakt van valse facturen en katvangers.
Doorzoeking
Op 17 oktober 2016 vond een doorzoeking plaats bij de bestuurder van het verdachte boekhoudkantoor. Daarbij werden diverse stukken en digitale gegevens van in beslag genomen en onderzocht, waaronder een USB-stick met facturen van en aan bedrijven die aan het boekhoudkantoor kunnen worden gelinkt. Volgens de FIOD werd door het boekhoudkantoor en haar medewerkers met behulp van deze, volgens de FIOD valse, facturen fraude gepleegd, waarbij gebruik werd gemaakt van 19 bedrijven en 24 katvangers. Deze fraude heeft volgens de FIOD geresulteerd in (onderlinge) geldstromen en daarop volgende contante opnames van tenminste 2,6 miljoen euro en in belastingnadeel.
Positie ernstig misbruikt
De rechtbank Amsterdam oordeelt dat het boekhoudkantoor jarenlang het boegbeeld is geweest waarachter een criminele organisatie schuilging die zich schuldig maakte aan belastingfraude, valsheid in geschrift en het witwassen van geld. ‘Bij het plegen van deze misdrijven werd op geraffineerde wijze gebruik gemaakt van klanten, zowel natuurlijke personen als bedrijven, van verdachte. Van een boekhoudkantoor wordt integriteit verwacht. Binnen [verdachte (boekhoudkantoor 1)] heerste echter een heel andere moraal, waarbij de medewerkers van [verdachte (boekhoudkantoor 1)] en daarmee [verdachte (boekhoudkantoor 1)] zelf haar positie ernstig hebben misbruikt.’
Risico op herhaling groot
Over de twee leidinggevenden oordeelt de rechtbank ook nog eens dat het risico groot is dat ze nadat ze vrijkomen opnieuw een vergelijkbare constructie optuigen of daaraan een bijdrage leveren. De twee zijn inmiddels meerdere malen met justitie in aanraking gekomen voor fraudedelicten en gezien de rol die ze hebben gespeeld in de bewezenverklaarde feiten vindt de rechtbank het risico op herhaling groot. De rechtbank ziet in dat risico aanleiding om aan de twee verdachten een beroeps- en bestuursverbod op te leggen. De rechtbank vindt het aangewezen om personen als de twee verdachten, die in de uitoefening van hun beroep delicten plegen die het voor een gezond economisch klimaat noodzakelijk vertrouwen ernstig beschamen, uit dat beroep te weren. Dit verbod zal gelden voor drie jaar bovenop de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die aan verdachten wordt opgelegd. De rechtbank ontzet de verdachten daarom voor vijf jaar en drie maanden uit het recht tot uitoefening van het beroep van administrateur, boekhouder en bestuurder van een rechtspersoon.
Veroordeling boekhoudkantoor: ECLI:NL:RBAMS:2021:5934
Geef een reactie