Wegens het grote belang voor het Nederlandse belastingstelsel, geeft NOB commentaar op het voorgestelde Corporate Tax Reform Package van de Europese Commissie van 25 oktober 2016.
De Europese Commissie heeft in 2011 eerder een voorstel gedaan voor een Common Consolidated Tax Base (CCCTB). Dit voorstel heeft het toen niet gehaald, aangezien er vanuit diverse lidstaten veel weerstand tegen was. Gelet hierop mag verwacht worden dat de politieke discussie in Nederland en andere lidstaten van de Europese Unie zich vooral zal concentreren op de conceptuele aspecten van een CCCTB en de gevolgen voor de Nederlandse economie en het vestigingsklimaat.
Doelstellingen C(C)CTB
De CCCTB heeft een aantal doelstellingen, zoals het doen van één aangifte vennootschapsbelasting voor de hele EU, grensoverschrijdende verliesverrekening, vermindering van transfer pricing problemen en het tegengaan van structuren tegen internationale belastingontwijking. Daarnaast wordt een gelijk(er) speelveld gecreëerd door alle grote bedrijven over een winstgrondslag te belasten die op uniforme wijze wordt vastgesteld.
Eerste stap
Het is duidelijk dat de Europese Commissie een CCTB als doel heeft. De EC stelde deze tweetrapsraket al in haar actieplan belastingontwijking van 17 juni 2015 voor. De CCCTB heeft een veel grotere impact op de openbare financiën van de lidstaten dan de CCTB, omdat de geconsolideerde grondslag voor de winstbelasting volgens een verdeelsleutel wordt verdeeld over de EU-lidstaten. Die verdeelsleutel gaat uit van traditionele productiefactoren en leidt niet altijd tot het belasten van winst daar waar de waarde wordt gecreëerd. De Orde vraagt zich ten zeerste af of het wenselijk is dat deze benadering afwijkt van de benadering die in OESO-verband is afgesproken, namelijk het (willen) belasten van winst daar waar de waarde wordt gecreëerd.
CCCTB vs. Nederlandse stelsel
In het commentaar wordt in een tabel op een aantal punten een vergelijking gemaakt tussen de CCCTB en het huidige Nederlandse stelsel van fiscale winstbepaling. Daaruit blijkt dat voor kleinere bedrijven die aan R&D doen, de CCTB gunstiger is dan de huidige Nederlandse winstbepalingen. Voor grote bedrijven is het huidige Nederlandse regime gunstiger.
Ten aanzien van de superaftrek van R&D kosten zal verder nagegaan moeten worden op welke wijze deze zich verhoudt tot de huidige WBSO t.a.v. niet-loonkosten. Andere in het oog springende verschillen hebben met name betrekking op de deelnemingsvrijstelling.
Uit de tabel blijkt ook dat er meer politiek ingegeven aftrekbeperkingen in de Nederlandse grondslagbepaling in het CCTB voorstel niet zijn opgenomen. Dit betekent dat bedrijven die onder de CCTB vallen, de kosten van werknemersopties weer kunnen aftrekken.
Aantasting soevereiniteit
Door te kiezen voor een C(C)CTB geven alle lidstaten een deel van hun soevereiniteit op ten aanzien van belastingheffing. Dit beperkt de beleidsvrijheid op het terrein van de winstbelasting en ontneemt lidstaten de mogelijkheden zich te onderscheiden van andere lidstaten. De flexibiliteit in het vaststellen van de grondslag zal verdwijnen, omdat iedere latere wijziging weer moet worden goedgekeurd door alle lidstaten.
Double Taxation Dispute Resolution Mechanisms
Het voorstel borduurt voort op het bestaande EU-arbitrageverdrag, welke alleen geldt in het geval sprake is van een verrekenprijscorrectie tussen gelieerde ondernemingen die gevestigd zijn binnen de EU. Op grond van dit verdrag volgt, als de bevoegde autoriteiten in het kader van een onderlinge overlegprocedure niet binnen een termijn van twee jaar tot overeenstemming kunnen komen, een verplichte arbitrageprocedure. Op grond van het voorstel wordt de verplichte arbitrageprocedure uitgebreid tot in beginsel alle gevallen van grensoverschrijdende dubbele heffing van een ‘inkomstenbelasting’ over ondernemingswinsten
Hybrid mismatches met derde landen
Conceptueel is veel te zeggen voor het tegengaan van hybride mismatches. Hybride mismatches leiden immers vaak tot een relatief lage belastingdruk op bepaalde investeringen door multinationals, dit effect doet zich niet voor bij ondernemingen die in één lidstaat actief zijn. Dit maakt dat er geen gelijk speelveld is tussen ondernemingen die in één of juist in meerdere landen actief zijn. Echter, een lage belastingdruk kan ook worden bereikt door investeringen te financieren en te structureren vanuit landen met een laag nominaal belastingtarief. Door landen met een relatief hoog belastingtarief te verplichten hybride mismatches tegen te gaan, leidt dat tot een voordeel in de strijd om internationale investeringen voor landen met een laag nominaal belastingtarief. Nederland behoort daar niet toe.
Geef een reactie